× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† -17  MARIA Onbevlekt Ontvangen

Info afb.

Maria.Onbevlekt Ontvangen; 17 vóór Chr.

Feest 8 december.

Zie ook: 0 mei, Maria-verering[8], Maria's Onbevlekte Ontvangenis

Omdat Maria was uitverkoren de moeder van Jezus te worden, werd ze zonder erfzonde geboren, sterker nog: reeds vanaf het moment dat ze werd ontvangen in de schoot van haar moeder, is ze gevrijwaard gebleven van de zonde. Ze is dus onbevlekt ontvangen in de moederschoot. Zo gelooft de christenheid.
Vroegchristelijke legendes vertellen er al over. In onderstaand fragment uit het zogeheten 'Evangelie van Maria's geboorte', ongeveer stammend uit het jaar 480, geldt de hereniging van Maria's legendarische ouders, Joachim en Anna, voor de Gouden Poort te Jeruzalem als het moment van Maria's onbevlekt ontvangenis.

Legende
over Joachim en Anna: naar het apokriefe 'Evangelie over de geboorte van Maria'

-1-
De zalige Maria, roemrijk en altijd maagd, was voorbestemd om uit de koninklijke stamboom van het geslacht van David voort te komen. Zij werd geboren te Nazareth en opgevoed in de tempel van de Heer te Jeruzalem.
Haar vader stond bekend als Joachim en haar moeder heette Anna. Zíjn familie was afkomstig uit Nazareth in Galilea, maar de háre kwam oorspronkelijk uit Bethlehem.
Zij leidden een eenvoudig en rechtvaardig leven voor de ogen van de Heer. In de ogen van de mensen waren ze vroom en van onbesproken gedrag. Al hun bezit deelden zij in drieën: het eerste deel besteedden zij aan de tempel en de bedienaren ervan; het tweede deel ging naar weduwen, wezen, vreemdelingen en armen; en het resterende derde deel tenslotte werd bestemd voor het huishouden en voor henzelf.
Zo leidden zij gedurende twintig jaar in alle eenvoud een bescheiden en onopvallend leven. Hun huwelijk bleef kinderloos. Maar ze deden de gelofte: als God hun ooit een kind zou schenken, jongen of meisje, dan zouden ze dat bestemmen voor de dienst aan de Heer. Om dit volgens Joods gebruik te bekrachtigen met offers en gebeden togen ze elk jaar op de grote feestdagen naar de tempel in Jeruzalem.

-2-
Zo naderde eens het feest van de tempelwijding. En Joachim trok dus op naar Jeruzalem in gezelschap van enkele familieleden. Het was in de tijd, dat Issachar de functie van hogepriester vervulde. Toen deze onder de burgers ook Joachim met diens offergave ontwaarde, keek hij minachtend op hem neer en wilde niets van zijn gaven hebben. Hij vroeg smalend hoe iemand die onvruchtbaar was, het in zijn hoofd haalde om midden tussen de vruchtbaren te gaan staan. En hij maakte hem duidelijk, dat God geen welgevallen zou hebben aan zijn offer: anders zou Hij hem wel niet gestraft hebben met kinderloosheid. Dat stond immers ook in de bijbel: vervloekt was ieder die in Israël geen mannelijke of vrouwelijke nakomelingen op de wereld hadden gezet. Dus hij moest zich eerst maar van die vloek bevrijden door voor nakomelingen te zorgen; dan kon hij terugkomen met zijn offergaven voor het aangezicht van de Heer.
Joachim voelde zich diep beschaamd. Verdwaasd liep hij rond en kwam bij de herders terecht die met hun kuddes in de weiden verbleven. Want naar huis wilde hij niet. Stel je voor dat hij op dezelfde manier nog eens voor schut zou worden gezet door de familieleden die erbij waren geweest!

-3-
Zo ging er enige tijd voorbij. Toen hij op een dag helemaal alleen was, stond er plotseling een engel des Heren voor hem, gehuld in een onpeilbaar licht. Hij raakte volkomen in de war, maar de engel stelde hem gerust:
"Vrees niet, Joachim; je hoeft niet in de war te raken door mijn verschijning. Want ik ben de engel van de Heer. Hij heeft mij tot u gezonden om u te zeggen, dat uw gebeden zijn verhoord, en dat uw aalmoezen voor God niet onopgemerkt zijn gebleven. Hij heeft uw schaamte wel degelijk gezien; en het verwijt van uw onvruchtbaarheid: Hij heeft het wel degelijk gehoord. En het is volkomen misplaatst! Want God wreekt wel de zonde, maar nooit de natuur. Dus áls Hij al ooit de schoot van iemand gesloten houdt, dan is dat alleen maar om haar daarna op des te wonderbaarlijker manier te openen. Dan zal men beseffen, dat wat er geboren wordt, niet voortkomt uit menselijke wellust, maar uit goddelijke genade.

Denk eens aan Sara, uw stammoeder. Zij was zelfs tot op haar tachtigste onvruchtbaar. En toch heeft zij op haar stokoude dag nog haar zoon Isaak voortgebracht, in wie alle volken gezegend zouden worden. Kijk naar Rachel; de Heer hield van háár, net als Jakob; en hoewel zij onvruchtbaar was, heeft zij toch Jozef voortgebracht. Hij zou Heer worden over Egypte, en bovendien redder van alle volken die door honger dreigden ten onder te gaan. Wie kon zich onder de Rechters meten met de kracht van Simson of met de heiligheid van Samuël? En toch hebben ze allebei een onvruchtbare moeder gehad. Dat is allemaal logisch. Maar als u daardoor niet wordt overtuigd, geloof dan de zaak zelf. En die is, dat een lang uitgestelde conceptie of een geboorte uit een onvruchtbare als een des te groter wonder wordt beschouwd.
Op deze manier nu zal uw vrouw, Anna, een dochter ter wereld brengen, en u zult haar de naam 'Maria' geven. In overeenstemming met uw belofte zal zij van het begin af aan aan de Heer zijn toegewijd; en van de moederschoot af zal zij vervuld worden met Heilige Geest. Iets onreins zal zij niet eten of drinken. Zij zal niet onder de mensen leven temidden van de drukte op straat, maar in de tempel des Heren. Dan zal over haar nooit iets kwaads kunnen worden gedacht of gezegd. En als zij eenmaal volwassen is, zal zij op haar beurt op wonderlijke wijze, namelijk als maagd, een kind voortbrengen, dat de Zoon van de Allerhoogste zal worden genoemd en die men de naam Jezus zal geven, wat letterlijk genomen betekent 'Redder van alle volken'. En dit zal u een teken zijn van de dingen die ik heden aankondig: wanneer u straks naar Jeruzalem teruggaat, dan zal uw vrouw Anna u daar bij Gouden Poort tegemoet komen. Want zij maakt zich grote zorgen, omdat u zo lang wegblijft. Maar als zij u ziet, zal zij zielsgelukkig zijn."

-4-
Vervolgens verscheen dezelfde engel aan Anna met de woorden: "Vrees niet, Anna; en denk niet dat u spoken ziet. Want ik ben de engel die al uw aalmoezen en gebeden voor Gods troon heeft gebracht en aangeboden. Ik ben tot u gezonden met de boodschap, dat u een dochter geboren zal worden, die u Maria moet noemen, en die gezegend zal zijn onder de vrouwen. Zij zal van haar geboorte af aan vol zijn van Gods genade. De drie jaren dat zij de borst krijgt, zal ze thuis doorbrengen. Daarna zal zij - volgens uw belofte - in eigendom worden overgedragen aan de Heer; ze zal geen voet buiten de tempel zetten totdat zij tot de jaren des onderscheids is gekomen. Al die tijd zal ze er vasten en bidden; ze zal dag en nacht God ten dienste staan; ze zal zich verre houden van al wat onrein is, en ze zal nooit met een man gemeenschap hebben. Zij zal als eerste en enige in de mensengeschiedenis zonder vlek of bederf, en - zonder tussenkomst van een man - als maagd de Zoon, en als dienstmaagd de Heer ter wereld brengen: diezelfde Heer die door zijn genade, zijn naam en zijn werk terecht de Redder van de wereld genoemd wordt.
Sta dus op en trek op naar Jeruzalem. Wanneer u zult arriveren bij de zogeheten Gouden Poort - ze is namelijk met goud beslagen - dan zal dit het wonderteken zijn: uw man zal u daar ongedeerd tegemoet komen: terwijl u over hem zo in de zorgen hebt gezeten. Als dit alles zal zijn geschied, weet dan dat ook al het overige zal uitkomen van wat ik u gezegd heb."

-5-
En zo begaven beiden zich vanaf de plaats waar zij zich op dat moment bevonden op reis naar Jeruzalem. En precies op de plek die door de engel was voorzegd, kwamen zij elkaar tegen. Toen pas konden ze echt blij zijn om het visioen dat ze beiden hadden ontvangen. Nu waren ze er ook zeker van dat ze een kind zouden krijgen. En ze gingen dankzeggen aan de Heer, 'die nederigen verheft'. Nadat zij de Heer aanbeden hadden, zijn zij naar huis terug gekeerd in afwachting van de vervulling van Gods belofte. En Anna baarde een dochter. En ze noemden haar zoals de engel bevolen had: Maria.
[H.Bakels 'Nieuwtestamentische Apocriefen. Of het nadere over Jezus, zijne Ouders en Apostelen en andere (voornamelijk nieuwtestamentische) persoonen, volgens schrijvers vooral uit de eerste twee eeuwen onzer jaartelling. Vertaald en ingeleid door -' Deel I, Amsterdam, Maatschappij voor Goede en Goedkoope Lectuur, 1922. Wereldbibliotheek 439 p:87]

Hoewel dit geloof al zeer oud is onder de christenen, werd het in de Katholieke Kerk pas op 8 december 1854 door paus Pius IX († 1878; sterfdag 7 februari) als dogma uitgeroepen.
Vanouds staat het feest op 8 december. Reeds in de vijfde eeuw was er te Jeruzalem een kerk verrezen ter ere van Maria's geboorte. Deze was ingewijd op 8 september. Die datum werd sindsdien gevierd als Maria Geboorte.
Omdat Maria's conceptie in de moederschoot negen maanden vóór haar geboorte ligt, werd de feestdag van Maria Onbevlekt Ontvangen dientengevolge 8 december.
Wanneer de openbaringen van Anna Katharina Emmerich ook maar enigszins op waarheid berusten, zouden we mogen aannemen, dat Maria stierf in het jaar 48 op 64-jarige leeftijd. Op het moment van Jezus' geboorte moet zij zestien jaar oud geweest zijn. Dat is niet onwaarschijnlijk. Haar Onbevlekte Ontvangen zou dan in het jaar 17 vóór Chr. geplaatst moeten worden.


Bronnen
[Dries van den Akker s.j./2005.12.08]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen