× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contactzoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 679  Boudewijn van Laon

Info afb.

Boudewijn (ook Balduïn, Balduinus, Baldwin, Baudoin of Baudouin) van Laon, Frankrijk, aartsdiaken & martelaar; † 679.

Feest 8 januari & 16 & 17 oktober.

Boudewijn was een zoon van Sint Blandinus († 7e eeuw) en Sint Salaberga († ca 665; feest 22 september samen met Blandinus) en een broer van Sint Anstrudis († 688; feest 17 oktober), die abdis was in Laon. Hij was aartsdiaken en werd op gewelddadige manier om het leven gebracht. Veel meer is er over hem niet bekend. Men vermoedt dat hij het slachtoffer is geworden van Ebroïn, een meier aan het Neustrasische hof. Deze zag in hem een handlanger van Austrasië, waarmee hij in oorlog was. Ebroïnus was een onbetrouwbaar en hardvochtig man; hij had het met velen aan de stok en ontzag zich niet zijn vijanden door verbanning of moord uit de weg te laten ruimen. Dit lot moet Boudewijn ook getroffen hebben. De mensen van zijn tijd beschouwden hem als een martelaar. Hieronder het verhaal zoals het in de legende wordt bewaard.

Legende
'Ten tijde van koning Dagobert van Frankrijk huwde een edelman, Kaso genaamd op aanraden van zijn vrienden met een vrome vrouwe, Salaberga. Zij was een dochter van de edelman Curionius. Aanvankelijk leek het erop dat het echtpaar geen kinderen kon krijgen. Maar tenslotte werden er toch een aantal zonen en één dochter geboren. Het dochtertje heette Austrudis (of Anstrudis). Van jongs af aan werd zij door haar ouders ijverig opgevoed in de christelijke godsdienst. Zij wist van alle wetenschappen het nodige af. Van buiten was zij mooi om te zien, maar nog mooier was zij van binnen; zij was welsprekend en wijs. Met als gevolg dat reeds op haar twaalfde de eerste huwelijkskandidaat op de stoep stond: een edelman, Landraucus geheten. Hij bracht een schat aan geschenken mee: goud, parels en ringen. Maar het meisje versmaadde al dit moois. Zij verlangde ernaar zich aan God te geven en bruid van Christus genoemd te worden, zoals al zoveel vrouwen vóór haar hadden gedaan, en zoals er na haar nog velen zouden volgen. Vandaar dat zij naar het maagdenklooster werd gebracht waar haar moeder, Salaberga, overste was.
Toen deze merkte dat haar einde naderde, heeft zij haar dochter de last van de zorg voor Christus' kudde overgedragen. Op dat moment was dat een groep van zo'n driehonderd religieuzen. Omdat zij pas twintig was, aarzelde zij of zij deze last wel op zich zou nemen. Maar de bisschop raadde het haar aan en iedereen hoopte dat zij het zou doen. Zij oefende zich dag en nacht, met als gevolg dat zij in haar doen en laten, ja in alles een uitzonderlijk toonbeeld van godsvrucht was.
Zij had een broer, Balduinus. Een voortreffelijk man. Hij had een functie in de kerk, die hij met eerbied en beleid uitoefende. Maar de satan zaait zijn zaad. Een aantal mannen die zich als zijn vrienden voordeden, waren zo jaloers op hem dat zij een hinderlaag legden om hem ter dood te brengen. Toen hij dan ook naar Laon werd geroepen, zadelde hij nietsvermoedend twee paarden om er spoorslags heen te gaan. Maar langs de weg hielden zijn vijanden zich verborgen. Zij overvielen hem en doorstaken hem met hun zwaard.

Natuurlijk kwam het bericht van deze moord ook zijn zuster ter ore. Zij rouwde een aantal maanden. Voortdurend beval zij in haar gebeden haar broer bij de Heer aan. Hij werd niet alleen betreurd door zijn familie en vrienden, maar door de hele stad en de wijde omgeving; mannen en vrouwen, groot en klein, herinnerden zich hoe welgemanierd en heilig hij was geweest, hoe goed en vrijgevig jegens ieder. En ook al was hij nog jong, hij had deugden beoefend voor een lang leven.
Hij werd begraven in de kerk van Onze Lieve Vrouw Protunda te Laon. Daar rustte hij, totdat hij werd overgebracht naar de hoofdkerk van Sint-Jan de Doper en werd bijgezet in het graf van zijn moeder Salaberga. Daar deed hij na zijn dood veel wonderen, maar de meeste herinnert men zich niet meer. Tot op de dag van vandaag echter gebeuren er nog steeds wonderen op de plaats waar hij wordt vereerd, aldus degenen die er komen bidden door Jezus Christus onze Heer, in de eeuwen der eeuwen. Amen.'


Bronnen
[014; 101; 101a; 102; 104; 106; 122»Baltwin; 138; 143»Baudouin; 200; 340»Balduin; 500; Dries van den Akker s.j./2007.12.20]

© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen

VoorwoordHoe wordt men heilig?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen