×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Marculfus (ook Marcoen, Marcou, Marcouf, Marcoul, Marcoulf, Marculfe, Markoen, Markolf, Markulf, Markulfus) van Nanteuil (ook van Bayeux of van Reims), Frankrijk; predikant & abt tezamen met zijn leerlingen Cariulfus (ook Criou) & Domardus; † 558.
Feest 1 mei.
Hij moet geboren zijn rond 490 uit een adellijke familie die woonde in de Gallo-Romeinse wijk van de plaats Bayeux. Een gedenksteen in de Rue de la Poterie wijst nog altijd de juiste plaats aan. Op jeugdige leeftijd deed hij afstand van al zijn goederen en stelde zich ter beschikking van de bisschop van Coutances, Sint Possesseur († 6e eeuw; feest 19 november). Deze zou hem in 522 priester hebben gewijd; vervolgens zond hij hem erop uit om overal in zijn bisdom het evangelie te brengen. Zijn woorden gingen gepaard met vele wonderen. Zijn werkterrein strekte zich uit van Picardië en Normandië in het noorden van het huidige Frankrijk tot Bretagne aan toe.
De legende vertelt dat tijdens zijn verblijf de kust van Bretagne onveilig werd gemaakt door Noormannen. Hij zou de Bretonners tot moed en standvastigheid hebben aangespoord. De hele slag bracht hij - als een tweede Mozes - op de top van een naburige heuvel door totdat zijn mensen de overwinning hadden behaald.
Iets dergelijks wordt ook verhaald van het eiland Gersoy dat bedreigd werd door Saksische piraten op het moment dat Sint Marculfus er verbleef. Nu stak er onverwacht een storm op waardoor de boze opzet van de onverlaten werd verhinderd. Misschien zijn het wel twee verschillende lezingen van eenzelfde gebeurtenis.
In de loop van de tijd kreeg hij steeds meer leerlingen; tot hen behoorden o.a. Helibert van Bretagne († 6e eeuw; feest 1 januari), Helier van Jersey († 555; feest 16 juli), alsmede Cariulfus en Domardus, die enkele dagen na hem gestorven zouden zijn en op dezelfde dag worden herdacht als Marculfus zelf. Koning Childebert I († 558) schonk hem een stuk land ten oosten van de Normandische plaats Valognes, voorheen Nant-en-Cotentin (ook wel Nanteville of Nanteuil), nu bekend als St-Marcouf-de-l'Isle. Daarop stichtte hij een klooster, dat hij inrichtte voor kluizenaars naar Egyptisch model. Uit erkentelijkheid voor deze schenking verleende hij zijn weldoener en diens opvolgers het vermogen om klier- en kropgezwellen te genezen. Hij stelde een eigen kloosterregel samen, die hij vooral ontleende aan de regel van het beroemde kloostereiland Lérins voor de Zuid-Franse kust. Deze was vooral ontleend aan Sint Augustinus († 430; feest 28 augustus). Zelf werd hij er de eerste abt. Elk voorjaar trok hij zich terug op een eilandje voor de kust om daar de vastentijd door te brengen en zich voor te bereiden op het paasfeest. Aan meerderen van zijn leerlingen gaf hij toestemming om zich als kluizenaar te vestigen op het eiland Jersey.
Verering & Cultuur
Na zijn dood in 550 werd hij bijgezet in de kloosterkerk van Nanteuil. Onder de dreiging van de invallende Noormannen werd zijn stoffelijk overschot in 898 overgebracht naar Corbény, ten noordwesten van Reims in het bisdom Laon. Daar werd het gevat in een kostbare schrijn. In 906 werd er een klooster bij gebouwd, dat sinds 954 afhankelijk was van de St-Rémi-abdij te Reims. Sinds de vernielingen die achtereenvolgens werden aangericht door de Franse Revolutie en de Eerste Wereldoorlog is er vandaag de dag niets van over. In de elfde en twaalfde eeuw was het gebruikelijk dat monniken met de reliekschrijn door het land trokken als een soort volksmissie. In de middeleeuwen kwamen de Franse koningen na hun wijding naar deze kerk om er een novene te houden uit dankbaarheid dat op hun wijdingsdag lijders aan klier- en kropgezwellen (scrufulose, destijds ook 'koningszeer' geheten) werden genezen. Koning Lodewijk de Heilige († 1270; feest 25 augustus) liet een nieuwe reliekschrijn vervaardigen: ook deze is tijdens de Franse Revolutie verloren gegaan.
Gedurende de middeleeuwen genoot Sint-Marculfus in België sinds de 15e eeuw verering in de St.-Bricekerk van Doornik, in Dinant sinds 1554, Silly (1558) en Grez (1594), en vanaf de 17e eeuw in Ath, Barvaux-sur-Ourthe, Binche, Brussel (OLV ter Zavel), Echtel, Haut-Fays, Kortrijk, Mont-Dison, Namen, Nijvel, Paliseul, Somzée, Wesembeek, Wichelen, Wingene, Wondelgem en nog op talrijke andere plaatsen. Monceau-Imbrechies is de enige Belgische plaats met een kerk die speciaal aan Sint Marcoul is toegewijd. Tegenwoordig is Sint Markoen een bijna vergeten heilige.
In Nederland geniet Sint Markoen bijzondere verering in de Brabantse plaats Dorst, bij Breda. Het Limburgse Hunsel kent nog een kleine bedevaart. Vanouds wordt hij genoemd 'den Grooten Noodtvrindt van alle Ellendighe Menschen'.
Patronaten
Hij is patroon van der Franse plaatsen Reims en het naar hem genoemde Iles St-Marcouf ; daarnaast van apothekers, van lakenhandelaren, van handelaars in fournituren (garen en band). Zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen eczeem, huiduitslag, kliergezwellen, klierziekten en tegen struma en scrofulose (kropgezwel in de keel).
Afgebeeld
Hij wordt afgebeeld als benedictijner monnik met abtstaf; met een boek; vaak heeft hij een kleine knielende koningsfiguur bij zich of ook een lijder aan koningszeer: soms raakt hij diens keel aan.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen