× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† begin 8e eeuw  Aldwyn van Peartney

Aldwyn (ook Aldewine of Eilwin) van Peartney, Lincolnshire, Engeland; abt; † begin 8e eeuw.

Feest 3 mei (met zijn broers Edelhun, Egbert en Aldwyn van Peartney).

Hij was een broer van Elwin, bisschop van Lindsey († 692; feest 29 juni) en van Ethelhild, abdis. Er is ook een traditie die hem tot broer maakt van Egebert van Iona († 729; feest 24 april) en Edelhun. Hun verhaal wordt verteld door de geschiedschrijver Beda Venerabilis († 735; feest 25 mei), maar daar wordt Edelhun niet zijn broer, doch zijn vriend genoemd. Hooguit waren zij broers in de kloosterlijke betekenis van het woord: 'medebroeders'.

Egbert werd monnik in Lindisfarne en verhuisde naar klooster Rathelmigisi in het Ierse district Connaught. Hier werd hij tezamen met zijn vriend Edelhun overvallen door een aantal rampen, die hem deden nadenken over de zin van zijn leven.

Legende

Om tien uur 's morgens op de derde mei van het jaar 654 sinds de menswording van onze Heer, Jezus Christus, had er een zons-verduistering plaats, gevolgd door een verschrikkelijke pestepidemie. Deze was begonnen in het zuiden van Engeland en kwam angstig dichtbij de grenzen van het Northumberland. De ziekte woedde hevig en sleepte talloze mensen in het graf.

Met dezelfde hevigheid sloeg de ziekte over naar Ierland. Daar had je indertijd veel Engelsen wonen uit de betere standen: lieden van adel en gegoede burgers. We bedoelen hier de mensen die zich daarheen teruggetrokken hadden om zich ongestoord aan de godsdienst te kunnen wijden. Daarnaast waren er anderen die de cellen van de geestelijke leidsmannen bezochten en de gewijde boeken raadpleegden om hun geloof te verdiepen. De Schotten - zo heetten de bewoners van dat eiland in die dagen - hadden hen met grote gastvrijheid ontvangen en ze gratis de boeken van de meesters in het geestelijk leven ter hand gesteld.

Onder deze pelgrims nu bevonden zich twee jongemannen: ze waren van adel en hadden een gaaf karakter. Zij heetten Edelhun en Egbert. Op het moment dat de ziekte uitbrak, verbleven zij juist in een klooster, dat in de taal van daar Rathmelsigi heette. Eén voor één zagen zij hun vrienden en collega's om zich heen wegvallen; de ene helft namelijk werd weggerukt door de dood, terwijl de andere helft op de vlucht was geslagen. De twee jongens waren door de pest aangetast en lagen doodziek op bed.

Egbert was ervan overtuigd dat zijn laatste uur geslagen had. Hij stond op en begaf zich naar een plek die nu geheel rustig was. Daar overdacht hij in alle ernst het leven dat hij tot nu toe had geleid. De angst sloeg hem om het hart. En hij bad tot God, dat deze hem niet uit het leven zou wegroepen, voordat hij zijn fouten en tekorten een beetje had kunnen goedmaken in dit leven. Hij bekrachtigde zijn gebed met het voornemen Groot-Brittannië te zullen verlaten, voortaan elke dag naast de gewone breviergebeden alle psalmen van voor tot achter te zullen opzeggen, tenzij dat door ziekte onmogelijk mocht zijn; en tenslotte beloofde hij elke week één volledig etmaal te zullen vasten. Daarna ging hij terug en kroop weer in zijn bed om uit te rusten.

Toen zijn vriend Edelhun naast hem wakker werd, sprak deze tot hem:

"Mijn vriend, wat heb je nu gedaan? Ik had gehoopt dat wij samen de reis naar het eeuwige leven zouden kunnen maken. Maar ik heb begrepen dat je bede is verhoord."

De nacht daarop stierf Edelhun. En Egbert werd weer beter.

[naar 153p:121-124]

Hij gaf zijn naam aan het plaatsje Coln St-Aldwyn.


Bronnen
[115; Dries van den Akker s.j./2000.09.22]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen