×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Johannes Nepomuk (ook Nepomucenus, van Pomuk, Welfflin of Wolfflin); martelaar; † 1393.
Feest 16 mei & 30 mei (Britse bisdommen).
Johannes Nepomuk heette eigenlijk Welfflin of Wolfflin. Hij werd ergens tussen 1340 en 1350 geboren in het plaatsje Pomuk nabij Pilsen in de landstreek Bohemen. Zijn ouders moeten welvarende mensen geweest zijn, want ze lieten hun zoon studeren. Eerst bij de cisterciënzer monniken in het naburige klooster, vervolgens in Praag en nog weer later in Padua, waar zich een beroemde universiteit bevond.
Hij begon zijn loopbaan in 1380 als pastoor van de Sint-Gallusparochie in Praag en als moderator van de Duitse kooplieden in Neustadt. Al gauw vestigde hij de aandacht van de kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders op zich. Hij werd aangesteld als predikant van de Teynkerk in de oude Praagse binnenstad. Hij was niet alleen een intelligent en wijs predikant, maar ook een bescheiden en diepgelovig mens. Stilaan steeg hij - zonder dat hij daar zelf ook maar enige activiteit voor ontplooide - hoe langer hoe hoger op de ladder van de kerkelijke posities. Zo werd hij tenslotte in 1387 aangesteld tot de belangrijkste vicaris van de bisschop in Praag. Hij preekte van nu af dan ook herhaaldelijk in de Domkerk waar van heinde en verre mensen naar toe stroomden om hem te kunnen horen.
Op deze manier had hij intussen ook de aandacht van het hof en met name van koning Wenceslaus IV getrokken. Deze vorst had bij het bestijgen van de troon hoge verwachtingen gewekt. Maar gaandeweg was hij steeds heerszuchtiger en tirannieker geworden. Hij was een drinker geworden en een wispelturig man: zijn stemming kon soms van het ene moment op het andere volkomen omslaan zonder aanwijsbare oorzaak. Zijn wraakoefeningen en opsporingsacties jegens mensen die het niet met hem eens waren of hem tegen durfden spreken, waren algemeen gevreesd. Daarbij maakte hij voor de kerk en de kerkelijke leiders geen uitzondering. Sinds 1384 was er sprake van een openlijk conflict tussen Hof en Kerk. De bisschop van Praag zag zich herhaaldelijk genoodzaakt om kool en geit te sparen, te schipperen zoveel hij maar kon, uit bezorgdheid dat de koning anders nog grotere brokken zou maken. Wat niet wegneemt dat de bisschop zich toch een enkele keer genoodzaakt zag tegen één van Wenceslaus' hovelingen de kerkelijke ban uit te spreken. Dan zwoer de koning wraak en diende de kerk zich enige tijd bijzonder rustig te houden.
Toen Johannes Nepomuk tegen het einde van het jaar 1392 van koning Wenceslaus het aanbod ontving om aan het hof de Adventspredikaties te komen verzorgen, weigerde hij deze erebaan. Alsmede alle andere privileges waarmee de koning hem had trachten te paaien.
Hierna wordt de toedracht der gebeurtenissen onhelder. Vaststaat, dat Johannes op 20 maart 1393 tijdens onderhandelingen tussen Kerk en Hof voor de ogen van zijn bisschop werd gearresteerd en afgevoerd. In diezelfde nacht is hij afschuwelijk gefolterd en tenslotte vanaf de Karelsbrug in de Moldau gegooid en verdronken.
Over het waarom van deze gruwelijke daad, tast men in het duister. Zou Johannes in de gesprekken met de koning een voorbeeld hebben genomen aan zijn naamgenoot uit het evangelie Johannes de Doper, die openlijk de afkeurenswaardige levenswijze van koning Herodes had aangeklaagd? Of heeft Wenceslaus de bisschop zelf willen treffen door hem van zijn waardevolste medehelper te beroven? Of is het toch waar wat de gewone mensen steeds hebben geloofd: dat Johannes geen enkele erebaan aanvaard heeft, maar er wel in toegestemd had om de persoonlijke biechtvader van de koningin te worden? De volksmond weet verder te vertellen hoe de koning tijdens één van zijn woedeaanvallen van de priester wilde weten wat zijn vrouw bij hem had gebiecht, maar dat de priester er consequent het zwijgen toe had gedaan met verwijzing naar het biechtgeheim. Buiten zichzelf van razernij zou Wenceslaus de man Gods hebben laten ombrengen op de boven vermelde manier. Hij zou zelfs eigenhandig hebben bijgedragen aan de martelingen door hem geruime tijd met een branden fakkel te bewerken. Zijn bisschop schreef hierover enige maanden later naar Paus Bonifatius IX: "Nadat men zijn rechter- en linkerzij zozeer verbrand had dat hij in feite al ten dode was opgeschreven, werd doctor Johannes, mijn beste vicaris, openlijk door de straten van de stad naar de Moldau gesleept. Terwijl zijn handen op zijn rug werden vastgemaakt, bond met hem - als was hij een wagenwiel - met zijn hoofd aan zijn voeten; in zijn mond zette men een stuk hout rechtop zodat deze wreed werd opengescheurd. Zo hebben ze hem naar beneden gegooid en verdronken."
Verering & Cultuur
Hij werd begraven in de Sint-Veitsdom te Praag. Tot op de dag van vandaag wordt de plaats van zijn marteling op de Karelsbrug aangeduid met een rode marmeren plaat.
Patronaten
Hij is patroon van de priesters en biechtvaders, van de bruggen, de schippers, (waterrad-)molenaars en alle beroepen die met riviervaart te maken hebben.
Afgebeeld
Op vele bruggen in Bohemen, Zuid-Duitsland en Oostenrijk is een beeld van Johannes Nepomuk opgesteld. Hij wordt meestal afgebeeld als een priester (in zwarte soutane, witte superplie, stola en een bonnet op; vaak is hij getooid met vijf sterren rond het hoofd); daarbij legt hij een wijsvinger op de mond (symbool van het biechtgeheim, waarvoor hij zijn leven zou hebben gegeven); onder zijn arm heeft hij een kruisbeeld en een palmtak (symbool voor de overwinning op het kwade).
Johannes Nepomuk Legende
Toen de heilige in de golven van de rivier was verdwenen, kwam zijn lichaam plotseling bovendrijven, omstraald door vijf helder blinkende sterren. Een hele menigte mensen kwam nieuwsgierig op het licht af dat daar midden in de nacht op die ongewone plek zo'n bijzonder schijnsel gaf. Men vond het lijk en herkende de geliefde predikant en priester Johannes. Ook de koningin stond vanuit haar slaapkamerraam in het paleis het drukke geloop gade te slaan. Ze vroeg haar man wat dat allemaal te betekenen kon hebben. Deze antwoordde in het geheel niet, en omdat hij voelde dat de gebeurtenissen een wending namen die ongunstig voor hem konden uitpakken nam hij de wijk naar het platteland. Bij het aanbreken van de dag kwamen alle mensen uit de hele stad naar de plaats waar men de priester uit het water op de oever had gelegd. De dompriesters droegen het in een plechtige processie onder het rouwbeklag van het volk naar de domkerk daar niet ver vandaan. Duizenden mensen stroomden toe. Ieder wilde nog eenmaal die mond zien die zo inspirerend gepreekt had en nog één keer de hand kussen die hen zo dikwijls gezegend had. Vooral de armen van de stad konden maar geen afscheid nemen van hem die voor hen altijd geweest was als een liefhebbende vader. Aanvankelijk beval koning Wenceslaus nog wel het lijk op een onbekende plaats te begraven. Maar het werd heel snel ontdekt. Rond de plaats waar Johannes begraven was, hing zo'n heerlijke geur van heiligheid dat hij binnen de kortste keren werd ontdekt. Onder plechtig vertoon werd hij nu bijgezet in de Domkerk te Praag. Daar werd hij door de gelovigen vereerd en velen verkregen van hem uit de hemel het wonder waarom ze hem smeekten.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen