× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† ca 135  Achatius van de Ararat en tienduizend anderen

Info afb.

Achatius van de Ararat, Armenië; één van de Tienduizend Martelaren; † ca 135.

Feest 22 juni.

Zijn legende ontstond in de 12e eeuw. Zij had de bedoeling de kruisvaarders te bemoedigen door ze een inspirerend voorbeeld voor te houden. Ze is gevormd naar het model van het Thebaanse legioen (zie Mauritius van Agaunum: † 287; feest 22 september).

Legende
De keizers Hadrianus (117-138) en Antonius  hadden negenduizend soldaten aangeworven voor een veldtocht tegen rebellen aan de bovenloop van de Eufraat. Maar daar werden ze geconfronteerd met een overmacht die bestond uit meer dan honderdduizend man. De keizers trokken zich terug. Zij waren ervan overtuigd dat de overwinning er domweg niet inzat. Maar Achatius en zijn mannen vertrouwden op hun goden en brachten offers. Nu verschenen hem een engel die hem de overwinning beloofde, wanneer hij zich met zijn mannen tot Christus zou bekeren. Achatius bracht dit visioen aan zijn soldaten over. Zij woorden waren zo overtuigend dat zijn mannen zijn advies aannamen: zij namen het woord van Christus aan en trokken vol goede moed ten strijde. Inderdaad behaalde het leger onder aanvoering van Achatius een klinkende overwinning. Hij leidde zijn troepen naar de berg Ararat, niet ver een stad die Alexandrië werd genoemd. Daar opende zich de hemel boven de soldaten. Zeven engelen daalden over hen af met de woorden: “Vrees niet. God is met jullie. Hij waakt over het welzijn van wie in Hem geloven.” En zij begonnen de soldaten te onderrichten in de leer van Christus. Bovendien bereidden ze de nieuwe gelovigen voor op een nieuwe strijd,nu niet tegen de machtigen der aarde, maar in dienst van de hemelse koning tegen het kwaad zelf. Geruime tijd brachten ze door op de berg, zonder eten of drinken.

Toen de beide keizers na enige tijd afgezanten stuurden om te zien hoe het ermee stond, ontdekten ze dat alle soldaten christen geworden waren. Bij het horen hiervan waren de keizers woedend. Ze riepen nog zeven vorsten met hun legers te hulp. Achatius werd met zijn mannen voor de keizer geleid. Of hij maar verantwoording wilde afleggen van de situatie. Op dat moment klonk er een stem uit de hemel: “Ik heb jullie gebed verhoord. Ik zal met je zijn en je sterk en moedig maken.” Elk van de zeven opgeroepen koningen probeerden de soldaten tot ander gedachten te brengen. Of het niet volkomen absurd was de dienst aan de keizer te verlaten voor een gekruisigde god!? Ze konden beter hun nieuwe godsdienst opgeven. Zo niet, dan stonden hun de gruwelijkste martelingen te wachten. Toen de bekeerde soldaten niet toegaven, bevalen de koningen dat ze gestenigd moesten worden. Maar de stenen keerden in de lucht als een boemerang terug en dreigden op de hoofden van de werpers zelf neer te komen. Toen men opdracht gaf de gevangenen te geselen, verdorden de handen van degenen die de gesels moesten hanteren. Uiteindelijk werden ze met dorens gekroond en met spitse rietstengels doorboord. Bij het zien hiervan liepen er duizend heidense soldaten over naar het kamp van de christensoldaten, zodat ze in totaal met tienduizend waren. Het eindigde ermee dat ze alle tienduizend gekruisigd werden.

Vaak is op afbeeldingen te zien, hoe zij van de rotsen werden gesmeten en beneden in doornstruiken terecht kwamen, waarbij de scherpe stekels dwars door hun lijf staken.

Intussen bad Achatius, hun bevelhebber, onvermoeibaar de geloofsbelijdenis voor.
Op het zesde uur deed zich een enorme aardbeving voor.

In het lijdensverhaal van Jezus wordt verteld hoe er vanaf het zesde uur (twaalf uur in de middag) duisternis daalde over het land tot aan het uur van zijn dood: het negende uur (drie uur ’s middags). De overeenkomst is bedoeld: de martelaren zijn een ‘alter Christus’ (nieuwe Christus) geworden.

Op dat ogenblik baden de martelaren tot God dat ieder die met gebed, vasten of onthouding hun gedachtenis in ere zou, gezondheid naar ziel en lichaam mocht verkrijgen en welstand van leven. Een stem uit de hemel liet weten dat hun gebed verhoord zou worden. Rond het negende uur gaven de martelaren de geest. e deed zich een aardbeving voor. De lichamen kwamen los van hun kruisen, waarop engelen verschenen om ze een eerbiedige begrafenis te geven.
[Guérin.1880/7p:209vv; Krt.1956p:10-12; Rth.1993p:10-11]

Naast de naam van Achatius noemt de legende nog de namen van aanvoerder Eliades, instructeur Theodorus en kamparts Carterius.
[AAS»06.22]

Verering & Cultuur
Hij is één van de Veertien Noodhelpers (1446; feest 08 augustus).

Patronaten
Zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen doodsangst, bij twijfel, in uitzichtloze situaties, en bij allerhande ziekten en kwalen.

Afgebeeld
Achatius wordt afgebeeld als edelman of soldaat met lans, zwaard of strijdbijl; met kruis en doornenkroon.

Herhaaldelijk wordt hij verward met martelaar Achatius van Constantinopel († 303; feest 8 mei): zo wordt hij in Vierzehnheiligen vereerd op 8 mei, terwijl daar wel degelijk met Achatius het verhaal verbonden is van de Tienduizend Martelaren. Hij wordt ook verward met bisschop Achatius van Melitene († 499; feest 17 april): zo komt het dat hij soms ten onrechte met mijter en staf wordt afgebeeld.

In de plaatselijke kerk van Crozon, in het uiterste westen van Bretagne, wordt een prachtig retabel bewaard, waarop het hele verhaal in vijfentwintig panelen van houtsnijwerk staat afgebeeld. Ergens is het jaartal 1624 te lezen, maar men vermoedt dat dat is aangebracht bij een restauratie of inkadering. Vermoedelijk is het kunstwerk zelf ruim honderd jaar ouder.

De kunstenaar volgt niet alleen nauwkeurig het relaas. Hij voegt er een dimensie aan toe die door het verhaal wel wordt ingegeven, maar niet zo nadrukkelijk wordt verteld. Hij presenteert het hele gebeuren als een ware afspiegeling van Jezus’ lijdensverhaal. Dat begint al met het extra paneeltje van de communie. Dat vertelt het verhaal niet, maar herinnert aan het Laatste Avondmaal. Vervolgens laat de kunstenaar zien hoe het leger voor de landvoogd wordt gedaagd, door een engel wordt gesterkt, naar de plek van terechtstelling wordt gesleept zonder dat het zich verweert, hoe het wordt ontkleed (!), met doornen gekroond (!), bespot met rietstengel in de hand (!), met lansen wordt doorstoken (!); hoe het zelf het kruis moet dragen, aan het kruis wordt genageld en sterft. Het is alsof we naar een veelvoud van Jezus’ portretten zitten te kijken. Dat is precies wat de kunstenaar wilde afbeelden: ze zijn andere Christussen (‘alteri Christi’) geworden.

Zouden we in de strijd die deze mannen moeten voeren eigenlijk een beeld moeten zien van de strijd die wij, gelovigen, te voeren hebben in het leven, en welke beproevingen ons daarbij te wachten staan? Hoe kwaad en dood slechts overwonnen worden zoals Jezus ons dat heeft voorgedaan? En hoe wij daarbij door de hemel worden gesterkt en aldus naar de overwinning worden geleid?


Bronnen
[Bei.1983/2p:66; ; Köl.1969p:51(marteldood); Lin.1999; Rth.1993p:10-11; S& S.1994; ; Wmm.1993p:57.58.228; Wmm.2002; Dries van den Akker s.j./2010.07.26]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen