× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 565  Samson van Dol

Info afb.

Samson (ook Sampson, Samzun of Sanson) van Dol, Bretagne; bisschop; † 565.

Feest 28 juli.

Er zijn over hem twee levensbeschrijvingen bekend. De oudste, en meest betrouwbare, uit de 7e eeuw. De meest recente stamt uit de 12e eeuw en is opgenomen in een levensbeschrijving van Sint Illtud, stichter-abt van klooster Llantwit Major in Glamorgan, Wales. Deze laatste levensbeschrijving is klaarblijkelijk samengesteld om het primaat van Llantwit boven de andere Welshe kloosters te onderbouwen.

[Tou.1995p:185]

Sint Samson moet tegen het eind van de 5e eeuw geboren zijn in de plaats Dyved, gelegen in de Clamorgan in het zuiden van Wales. Zijn ouders heetten Ammon en Anna. Voor zijn opleiding werd hij toevertrouwd aan de kloosterschool van Llantwit bij de beroemde stichter-abt Illtud in Wales († ca 530; feest 6 november). Zijn vader had het liefste gezien dat hij een militaire loopbaan had gekozen, maar zelf droomde de jongen ervan monnik te worden.

Legende

Uit de tijd van zijn opleiding is een legende bewaard gebleven die ook verteld wordt van Sint Pol. Enorme zwermen vogels kwamen op de oogst af die op de velden van het klooster stond en lieten er niets van over. Samson riep de beesten bij elkaar, bracht ze bij vader abt en vertelde wat er gebeurd was. Daarop legde vader abt aan de vogels uit dat zij zich onbehoorlijk gedroegen, en sindsdien heeft het klooster er nooit meer last van gehad.

Van de jonge monnik wordt nog een andere bijzonderheid verteld. Twee neefjes van abt Illtud, die ook de monniksopleiding volgden, waren jaloers dat hun oom veel meer aandacht schonk aan de jonge Samson dan aan hen. Ze probeerden hem te vergiftigen. Samson had door wat ze in hun schild voerden, nam de beker aan, dronk ervan en zei: "Wat een heerlijke drank. Moge de goede God jullie ervoor belonen door jullie te genezen van het kwaad dat je te lijden hebt." De twee waren zo onder de indruk dat Samsons zegenwens meteen in vervulling ging.

Op het moment dat Illtud hem tot diaken wijdde, daalde er een witte duif uit de hemel neer en zette zich neer op Samsons schouder. Er zijn vele heiligen over wie dit wordt verteld.

Het moet rond 510 geweest zijn dat hij zich terugtrok op het eiland Caldey (Ynys Pyr) om zich daar bij de kluizenaars te voegen. Maar hij zag zich genoodzaakt naar huis terug te keren toen zijn vader ernstig ziek werd. Hij genas hem en bracht hem tot het christelijk geloof (misschien is dat voor de middeleeuwse verteller wel hetzelfde...?) tesamen met zijn moeder, zijn vijf broers en zijn enige zus. Bij zijn terugkeer op het eiland volgde hij de intussen overleden abt Peirio op.

Lobineau meent te weten hoe Samsons voorganger aan zijn eind is gekomen. De man had na een strenge vastentijd zich niet kunnen bedwingen en zich ladderzat gedronken. Een schande voor een asceet. Zo was hij lallend in een put gevallen en omgekomen.

Als vanzelfsprekend voerde Samson de levenswijze in die hij bij Illtud geleerd had. Maar de losse levenswijze van zijn voorganger had ervoor gezorgd dat de kloostergeest onder de monniken verslapt was. Dezen begonnen prompt te morren. Toen een jaar later een groep van twaalf Ierse monniken voorbijkwam op de terugweg van Rome naar huis, maakte hij van de gelegenheid gebruik en sloot zich - met toestemming van bisschop Dubricius († ca 545; feest 14 november) - bij hen aan.

Nu treedt hij een aantal jaren lang in de voetsporen van Sint Patrick († 461; feest 17 maart) en verkondigt het evangelie aan de inheemse bevolking. Volgens zeggen zou op dat moment de plaatselijke bevolking de oude megaliten uit de bronstijd als goden vereren. Samson grift dus een kruis in het graniet (volgens Toulson 'een wonder op zichzelf') en brengt ze zo tot Christus. Men weet ook te vertellen dat de heilige sindsdien een soort paardenkar heeft waar hij zijn boeken en andere heilige voorwerpen mee vervoert. Zoals zovele anderen sticht hij ook een klooster. Bij zijn terugkeer op Caldey stuurt hij zijn oom Umbrafel erheen als eerste abt. Zelf trekt hij zich met zijn vader en enkele andere monniken terug in de eenzaamheid van het vasteland, niet ver van de monding van de Severn. Toch weten de mensen hem zelfs daar in de rimboe nog te vinden. Ook abt-bisschop Dubricius. Hij nodigt hem uit aan een bisschoppensynode deel te nemen, en wijdt hem met nog twee anderen tot bisschop.

Dat was een gebruikelijke gang van zaken daar in die tijd, en bevat een mogelijke verklaring voor het feit dat zovele kluizenaars in de herinnering van de mensen voortleven als bisschop. Bij elke wijding nam men er steeds drie tegelijk; zo waren zij beschikbaar als het nodig was. Overigens stonden ze in de Keltische kerk in rang onder de kloosteroverste.

In 548 steekt hij over naar Armorica (= nagenoeg het huidige Bretagne). Daar treft hij een zekere Privatus, die hem om hulp smeekt: zijn vrouw is melaats en zijn dochter van de duivel bezeten. De heilige geneest beiden, en vol dankbaarheid schenkt de man zijn grondbezit aan Samson om er een klooster te beginnen. Het is niet zeker of dit zich afspeelde op de plek van de huidige kathedraal dan wel te Carfantin of Kerfantin ('brondorp'), waar de bron sinds mensenheugenis Sint-Samsonbron wordt genoemd. Hoe dan ook, dat is het begin van het bisdom Dol. Daarmee behoort hij met Sint Brieuc van St-Brieuc, Sint Corentin van Quimper, Sint Malo van St-Malo, Sint Paternus van Vannes, Sint Pol van Léon en Sint Tudwal van Tréquier, tot de zeven stichter-bisschoppen van Bretagne.

Niet alleen verricht hij overal waar hij komt genezingen, hij doet ook zijn uiterste best om de bevolking van het Bretonse gebied Domnonée te verlossen van de tiran die erover regeert, Conomor die in andere teksten Canao genoemd wordt. Daartoe moet de heilige naar de Frankische koning Childebert, omdat de rechtmatige troonopvolger, de jonge Judwal, daar een veilig heenkomen heeft gezocht

Onderweg maakt Samson van de gelegenheid gebruik om enkele nieuwe kloostervestigingen te stichten. Maar Childebert onderhoudt goede betrekkingen met Conomor, en wenst de bisschop niet te woord te staan; maandenlang wacht Samson op een audiëntie. Ten langen leste is de koning bereid hem te ontvangen. Tot ongerustheid van degenen die de situatie graag gecontinueerd willen zien. Een van hen probeert onze bisschop uit te schakelen door hem een beker vergiftigde wijn aan te reiken. Bij de zegen die Samson naar zijn gewoonte uitspreekt over de beker, breekt deze in stukken. Dat helpt. Childebert gaat om een trekt tegen Conomor ten strijde. Hij heeft er drie veldslagen voor nodig om de potentaat te verdrijven en Judwal op de troon te krijgen. Later zal deze Judwal zelf als heilige worden beschouwd († 594; feest 21 oktober). Intussen geeft koning Childebert zijn goedkeuring aan de op zijn Frankische grondgebied gestichte kloosters en eindelijk kan Samson naar huis terugkeren.

Legende

Onderweg overnachtten ze in het op de heenweg door hem gestichte klooster te Risle. Het koorgebed was praktisch onmogelijk, omdat de buiten de ganzen een hels lawaai maakte. Geërgerd liep de heilige naar buiten en legde ze met een enkel woord het zwijgen op. Sindsdien hebben ze er in het klooster nooit meer last van gehad.

Bij zijn vertrek uit Dol had hij alles overgelaten aan zijn leerling Théliau († 6e eeuw; feest 9 februari). Hij doet hem nu een groot plezier door hem van zijn verantwoordelijkheden te verlossen, en benoemt zijn leerling Magloire tot zijn opvolger als bisschop van Dol († ca 575; feest 24 oktober). Op 28 juli 565 sterft hij. Tot zijn leerlingen behoren ook Sint Méen († 617; feest 21 juni), Sint Egbin of Ethbin († 613; feest 19 oktober) en Maoc (of Mieu: † 7e eeuw; feest 2 november), stichter van het klooster te Tremeheuc, dat verwoest zou worden door heer Riwallon en waar Sint Thuriau († vóór 750; feest 13 juli) aan te pas moet komen om de zaken recht te zetten.

Er is een oude traditie die weet te vertellen dat Sint Senieur de eerste bisschop was van Dol. Dat lijkt bijzonder onwaarschijnlijk. Diezelfde traditie kent twee heilige Samsons. De eerste zou Sint Senior opgevolgd zijn; na hem kwam Sint Théliau, opgevolgd door Sint Samson de Tweede, na wie Sint Magloire aantrad.

[Gby.1991p:504]

Uit bovenstaand relaas kunnen we opmaken dat Sint Samson de oudste ('senior') bisschop is. Bij zijn vertrek naar koning Childebert droeg hij de zorg voor zijn bisdom over aan Sint Théliau. Na zijn terugkeer was hij voor een tweede periode bisschop ('Samson de Tweede'); vlak voor zijn dood wijdde hij Sint Magloire tot zijn opvolger.

Verering & Cultuur

Samson werd bijgezet in zijn kathedrale kerk. Toen de invallen van de Noormannen op gang kwamen werden zijn relieken uit voorzorg overgebracht naar het Sint-Symforianusklooster te Orléans, vandaar naar Parijs en vervolgens naar Rouen. In de 13e eeuw kwamen ze in Dol terug. Ze worden bewaard in een reliekhouder uit de 18e eeuw, die zelfs de troebelen van de Franse Revolutie heeft overleefd. Buiten de kathedraal wijst men tot op de dag van vandaag een sarcofaag aan waarvan men aanneemt dat Sint Samson er destijds in begraven werd.

Op 12 oktober 1919 kwam er van het eiland Caldey een aanvrage om enkele relieken. Een aantal Anglicanen wilden de oude kloostervestiging nieuw leven inblazen; ze gingen daartoe over naar de katholieke kerk en vroegen opgenomen te worden in de Benedictijnse kloostergemeenschap.

In Bretagne leeft Samsons naam voort in zeker twaalf plaatsjes die naar hem heten. In geheel Frankrijk zijn er zestien parochiekerken aan hem toegewijd. Daarnaast is hij patroonheilige van verschillende steden in Bretage en Normandië, zoals Dol, Cadélac, Ilifaut, Lanvézéac, Lanvellec, Kerity, La Fontenelle en St-Ideuc. Nog los van de talloze kapelletjes die naar hem zijn genoemd.

Zijn voorspraak wordt ingeroepen tegen reumatiek, oogkwalen en krankzinnigheid; in het plaatsje Landunvez komen gelovigen bidden bij zijn bron voor kleine kinderen die te laat zijn met lopen of waarvan de groei op enige wijze zorgen baart.

Ook op het naburige eiland Guernsey leeft de herinnering aan hem voort. Hij zou er de eerste kerkjes gesticht hebben. Dat zou gebeurd kunnen zijn tijdens zijn overtocht naar Armorica in 548. Waarschijnlijk echter veel eerder: toen hij op het eiland Caldey verbleef rond 510). Van daaruit kan hij heel goed op het naburige eiland kerkjes hebben gesticht.

Weerspreuk(en)
In de Ardennen kent men enkele weerspreuken die behoren bij zijn feestdag, 28 juli:

Pluie à la Saint-Samson
Annonce belles moissons.
[Met Sint Samson regen
geeft straks oogst en zegen]

Si le jour de la Saint-Samson
Le pinson boit au buisson
L'amour peut chanter sa chanson,
Le vin sera bon.
[Als met Sint Samson de vink
in de struiken zit en drinkt
dat de liefde danst en zingt
daar ze straks beste wijn drinkt]

Si le jour de Saint-Samson,
Le pinson boit au buisson,
Tu peux, vigneron,
Défoncer ton poinçon.
[Als met Sint-Samson de vink
in de struiken zit en drinkt
weet wijnboer dat jouw vat
straks van wijn uiteenspringt]


Bronnen
[Aut.1986p:26; Cha.1995p:217-222; Gby.1991p:179.255.267.312.440.504.510; Ggd.1911p:65v.77; Lo1.1837p.29.202- 239; Pra.1988; Roy.1986p:28.90.98.104v.107; Tou.1995p:185; TSÉ.1994p:52; Dries van den Akker s.j./2006.10.07]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen