× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† ca 304  Cassianus van Imola

Info afb.

Cassianus (ook Cassian, Kassian of Kassianus) van Imola, (ook van Säben, van Seben of van Todi), Imola bij Napels, Italië; bisschop(?) & martelaar; † ca 304.

Feest 29 februari (oosterse kerk) & 13 augustus.

Volgens de overlevering was hij schoolmeester. Tijdens de christenvervolgingen onder keizer Diocletianus (285-305) weigerde hij de verschuldigde eer te brengen aan de Romeinse afgoden. Daarop riepen de beulen zijn leerlingen erbij, bij wie hij niet bepaald geliefd was, omdat hij strenge straffen uitdeelde tijdens zijn lessen. Zij mochten hem ter dood brengen. En omdat hun handen nog niet de kracht hadden van een volwassene duurde zijn folteringen des te langer en waren zij des te pijnlijker.

[Mty.z.j.]

Het bericht van zijn martelaarschap is overgeleverd door de christelijke dichter Prudentius († na 405). Hij bezocht het heiligdom van Cassianus te Imola, en vertelt dat er een schilderij hing waarop het martelaarschap van de heilige stond afgebeeld. Naar aanleiding daarvan schrijft hij:

'Sint Cassianus was schoolmeester te Imola, toen er heftige christenvervolgingen uitbraken. Hij werd opgepakt en ondervraagd door de gouverneur van de provincie. Toen hij heldhaftig weigerde aan de afgoden de verschuldigde offers te brengen, kwam de rechter op het barbaarse idee dat zijn leerlingen net zo lang met hun pennen op hem in zouden blijven steken tot hij eraan zou bezwijken. Hoe minder kracht de handen van zijn beulen hadden, des te pijnlijker en langduriger was zijn foltering. Men kleedde hem volkomen naakt uit voor een troep van tweehonderd leerlingen. Een stel sloeg hem op zijn hoofd en in zijn gezicht met hun leitjes net zo lang tot de dingen braken. Anderen staken hem met hun pennen, sneden ermee zijn vlees aan repen en pitten hele hompen uit zijn huid. Sommigen hadden er plezier in om hun huiswerk op zijn huid te krassen. Hoewel zijn huid in vellen van hem afhing en hij overdekt was met bloed, riep hij die ongelukkige mormels toe dat ze niets te vrezen hadden en dat ze met nog veel meer ijver hun werk moesten doen. Daarmee wilde hij ze niet bevestigen in hun misdaad, maar zo gaf hij te kennen dat hij ernaar verlangde te sterven voor Christus.'

[Gué.1880/9p:531]

Verering & Cultuur

Na zijn dood werd hij bijgezet in een prachtig grafmonument te Imola. Paus Pius IX († 1878; feest 7 februari) was er bisschop geweest voordat hij tot het Petrusambt werd geroepen. Hij liet het mausoleum van Cassianus met marmer verfraaien.
In de oosterse kerk bestaat er een beroemde legende over de ontmoeting in het hiernamaals tussen Sint Nicolaas († ca 350; feest 6 december) en Cassianus.

Nicolaas-legende: Nicolaas en met Cassianus

Toen Sint Nicolaas was overleden, voer zijn ziel naar de hemel op; in zo'n smetteloos wit gewaad waarmee je in de oosterse kerken heiligen ziet afgebeeld. Onderweg op zijn vlucht omhoog voegde zich de ziel van een martelaar bij hem, te oordelen naar de dieprode kleur van het gewaad waarin hij gekleed was. Natuurlijk raakten ze aan de praat: "Ik ben Nicolaas van Myra, ik was een bisschop en heb veel voor kinderen en armen gedaan." "Aangenaam, sprak de ander, ik ben Cassianus van Imola - dat is een stadje bij Napels. Ik was schoolmeester. Maar mijn leerlingen hebben mij gedood, toen het uitkwam dat ik christen was." Nu was Nicolaas' nieuwsgierigheid gewekt. Hij die zoveel van kinderen hield...: "Maar hoe is dat dan gegaan?"

En Cassianus vertelde zijn verhaal. Hij was als schoolmeester ontzettend gesteld op goede manieren; zag er zelf steeds tot in de puntjes verzorgd uit. Eiste dat ook van zijn leerlingen, en was bijzonder streng op de verzorging van hun werk. Hij liet het dan nog wel eens overmaken, of als dat zo uitkwam paste hij het forsere middel van de lijfstraffen toe. En dat werd hem niet altijd in dank afgenomen. In ieder geval toen de ouders van zijn leerlingen tijdens de christenvervolgingen ontdekten dat hij christen was, stookten ze hun kinderen op hun schoolmeester met hun fijngepunte ganzenveren te doden... waaraan ze maar al te graag gehoor hadden gegeven. Cassianus was dan ook niet weinig trots op het prachtige gewaad waarin zijn ziel gekleed ging. "En u, monseigneur? Vertelt u eens..." Enfin, zo gezellig pratend vlogen hun zielen op naar de hemel...

Totdat ze van diep beneden hulpgeroep hoorden: "Nicolaas van Myra, help mij!! Nicolaas van Myra, help mij!!" Ergens in Rusland zagen ze een boer die met zijn kar was vastgereden in de modder. De as was gebroken, de wagen omgeslagen, de boer met zijn armzalige vruchten die hij op de markt had willen verkopen, waren in de troep en de stront terechtgekomen, en nu riep de man in zijn nood tot Sint Nicolaas. Met een hoofdknikje en een zucht van verlichting zei Cassianus: "Het is voor jou." "Ik ga maar even kijken" zei Nicolaas, ga jij maar vast door, ik zie je straks wel." Terwijl Cassianus zijn reis voortzette, vloog Nicolaas weer naar beneden, sjorde de kar weer rechtop, kroop eronder om de as te herstellen en het wiel er aan te zetten - daarbij had hij even geen oog voor zijn prachtige witte gewaad! - wreef met zijn mouwen de boerenkolen op die de arme man naar de markt aan het brengen was, zodat ze mooier glansden dan ooit en plotseling van de eerste soort bleken te zijn. Vervolgens zei hij tegen de arme boer: "Maak er een goede prijs, zodat je iets extra's mee kunt nemen voor je kinderen en je vrouw. Ga in vrede." Na hem de zegen gegeven te hebben vloog hij weer op naar de hemel.

Toen hij tenslotte bij de hemelpoort aankwam, stond daar tot zijn verwondering nog Cassianus. "Ben je nog niet naar binnen?" Cassianus probeerde te verbergen wat een walgelijk stank er van zijn collega afkwam en met een zijden zakdoek deed hij of hij zijn neus moest afvegen: "Nee ik moest hier wachten." Op datzelfde moment zwaaide de hemelpoort open en kwam er onder trompetgeschal en luide muziek een stoet van engelen, heiligen, martelaren, belijders en maagden naar buiten. Ze droegen een lege draagstoel in hun midden. Nicolaas werd uitgenodigd daarop plaats te nemen. Cassianus mocht achteraan aansluiten. Dat werd de heilige martelaar toch te erg: "Waarom moet ik achteraan meelopen en krijgt Nicolaas nota bene een draagstoel, terwijl hij niet eens martelaar is? Ik heb mijn kleed in alle zuiverheid en ongerept tot hiertoe bewaard. En moet je dan eens kijken hoe hij eruit ziet!" Hij kreeg ten antwoord: "Zie je die modder en stront op zijn gewaad?" Hij antwoordde met een kort knikje. "Dat zíjn juist de tekenen van zijn heiligheid..."

De legende maakt duidelijk, waarom Nicolaas vier feesten heeft in een jaar (sterfdag, translatie, kerkwijding en votieffeest), terwijl Cassianus op 29 februari slechts een keer in de vier jaar wordt gevierd.

Latere legenden uit de middeleeuwen weten te vertellen dat hij de eerste bisschop was van Säben; in ieder geval was hij er al in 845 patroon van de kathedrale kerk.

Tezamen met Vigilius is hij patroonheilige van het bisdom Bolsano-Bressanone (Bozen-Brixen). Daarnaast is hij ook patroon van leraren, onderwijzers en stenografen.

Hij wordt afgebeeld als bisschop (staf, mijter, tabberd) met griffels en schoolbenodigdheden.


Bronnen
[000»kaartspel(Ì3);000»Nestor(02.28);Ass.1977p:52.53; Bri.1953;GTM.1988nr:42;Gué.1880/9p:531;HiH.1987p:99;
Lin.1999;MeA.1958p:153(508);Mel.1978p:508(vig);Mty.z.j.; Pir.1976p:53;RR2.1640»08.13;Tor.1987; Dries van den Akker s.j./2004.01.14]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen