× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 71?  Bartolomeus Apostel

Info afb.

Bartolomeus (ook Nathanaël) Apostel & Martelaar (ook van Albanopolis), Albanopolis, Armenië; † 1e eeuw (71 na Chr.?).

Feest 25 februari (Armeense kerk) & 11 (oosterse kerk) & 18 juni (kopten & Ethiopiërs) & 24 & 25 & 29 (Arabisch-Jakobitische kerk) augustus & 20 november (kopten & Ethiopiërs) & 4 (overbrenging relieken) & 8 december (Armeense kerk).

[107;333p:34]

Geschiedenis

Bartolomeus behoorde tot de twaalf leerlingen die Jezus zelf als zijn meest intieme vriendenkring had uitgekozen (Matteus 10,03; Markus 03,18; Lukas 06,14). Men neemt aan dat hij dezelfde is als de trouwe Joodse wetgeleerde Nathanaël, aan wie Filippus kwam berichten:

"Wij hebben Hem gevonden van wie Mozes in de Wet geschreven heeft en de profeten: Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazaret."
Zijn antwoord was:
"Kan er uit Nazaret iets goeds komen?"
Filippus reageerde slechts met:
"Kom dan kijken."
Toen Jezus hem op zich af zag komen, zei Hij:
"Kijk, een ware Israëliet in wie geen bedrog is."
Nathanaël reageerde verrast:
"Hoe kent u mij?"
Waarop Jezus zei:
"Eer Filippus u riep, zag Ik u onder de vijgenboom."
[Johannes 01,46-49].

Voor het overige komt zijn naam in het Nieuwe Testament niet meer voor. We weten dus in het geheel niet wat voor persoon hij was.

Volgens de legende zou hij na Jezus' heengaan naar het oosten zijn getrokken en het evangelie hebben gepreekt in Frygië, India, Mesopotamië en/of Perzië. Ook op dit punt geven de verhalen geen duidelijkheid; daarvoor lopen ze te ver uiteen. Hij zou omwille van Jezus' evangelie levend zijn gevild en uiteindelijk onthoofd.

Legende

[ontleend aan de Legenda Aurea door Jacobus de Voragine († 1298; feest 13 juli)]

'De apostel Bartolomeus ging naar de Indische gebieden, die helemaal aan het einde van wereld liggen. Daar ging hij een tempel van de afgod Astaroth binnen. Hij deed net alsof hij een pelgrim was. Die afgod Astaroth bediende zich van een duivel, die zogenaamd alle ziektes kon genezen. In feite nam hij alleen maar de pijn weg.

De legende suggereert, dat deze god wel de buitenkant kon genezen, maar niet de binnenkant; alleen het lichaam, niet de ziel. Dat kon immers - naar de overtuiging van de legendeverteller - Christus alleen.

Er was juist een enorme menigte pelgrims in de tempel, maar de afgod weigerde zijn gebruikelijke weldaden van genezing aan de bidders. Toen begaven de pelgrims zich naar het naburige dorp, waar je een tempel van de boze geest Berith had. Daar gingen ze aan vragen waarom Astaroth geen zieken meer wilde genezen. "Dat komt" - zo antwoordde Berit - "omdat Astaroth op dit moment gevangen wordt gehouden door gloeiend hete ketenen: hij kan niet meer ademhalen en zich niet meer bewegen. Dat is gebeurd op het moment, dat de apostel Bartolomeus in de tempel is verschenen."

Ook over Jezus wordt verteld, dat hij boze geesten in bedwang kon houden (bv. Markus 05,01-20; 09,14-29).

Zij vroegen dus: "Wie is dat dan, die Bartolomeus?"
En de duivel Berith weer: "Dat is een vriend van de God van hemel en aarde. Hij is hier gekomen om alle Indische goden te verjagen."
Zij: "Waaraan is hij te herkennen?"
Berith: "Hij heeft zwart kroeshaar, een blanke huid, grote ogen, symmetrische neusvleugels die wijd open staan, een dikke baard met hier en daar een witte haar, normaal postuur. Hij draagt een witte mantel, met rode sierstenen aan de vier hoeken."

Deze beschrijving ligt aan de basis van de manier waarop Bartolomeus vanaf de vroegste middeleeuwen in de kunst wordt afgebeeld.
De mantel met stenen aan de vier hoeken verwijst naar de dracht van de hogepriester in het Oude Testament; daar waren klokjes en granaatappels bevestigd aan de zoom (vgl. Exodus 28,01-08).

"Hij is zesentwintig jaar oud. Hij vertoont ook nog de eigenaardigheid, dat zijn kleren en sandalen niet verslijten of vuil worden, terwijl hij - dag en nacht samen genomen - toch zo'n honderd keer neerknielt om te bidden. Onderweg wordt hij vergezeld door engelen, die er voor zorgen, dat hij niet moe wordt en geen dorst krijgt. De blijheid van zijn ziel straalt van zijn gezicht; hij weet alles, verstaat alle talen, en voorziet vele gebeurtenissen. Hij weet bv. al dat ik op dit moment met jullie sta te praten. Als hij jullie te woord wil staan, wil je dan asjeblieft niet meer hier terugkomen; want hij is in staat om met mij hetzelfde te doen als met mijn collega Astaroth."

Bartolomeus wordt beschreven in termen die stuk voor stuk aan Jezus ontleend zijn: hij is dus een echte leerling van zijn Heer: een 'ander Christus', vervuld van dezelfde Heilige Geest, die Jezus bezielde. De vermelding, dat hij alle talen verstaat, verwijst nog naar het talenwonder van Pinksteren (Handelingen 02,01-12), waar de leerlingen Jezus' boodschap zo verkondigden, dat ieder het in zijn eigen verstond.

Men ging dus op zoek naar Bartolomeus. Maar twee dagen lang was hij onvindbaar.

Bartolomeus wordt dus gevonden op de derde dag, een bijbels thema, waarin niet alleen de terugvinding van het kind Jezus in de tempel doorklinkt (Lukas 02,41-52), maar ook zijn opstanding uit de dood.

Op het moment echter dat de apostel over straat liep, riep een duivel die een bezetene als medium gebruikte:
"Bartolomeus, apostel van God, je gebeden branden me in de ziel!"
Waarop de apostel zei: "Hou je mond en ga weg uit die man."
Op datzelfde ogenblik bleek die man verlost.

In dit verhaal van de verdrijving der boze geesten worden we eens te meer herinnerd aan Jezus zelf.

Het nieuws van dit wonder kwam ook de koning ter ore. Hij heette Polemius. Deze had een geestesziek dochtertje, en liet hem dus vragen of hij haar wilde komen genezen. De apostel ging erheen, en bevond, dat ze het meisje met kettingen hadden vastgebonden, omdat ze naar iedereen beet die bij haar in de buurt kwam. Hij gaf opdracht haar los te maken. Maar de dienaren van de koning durfden daar niet aan te beginnen.
Daarop zei hij: "Je hoeft niet bang te zijn, want de duivel die haar gevangen hield, heb ik op mijn beurt met ketenen vastgebonden."
En inderdaad, op het moment dat zij losgemaakt was, kwam zij bij haar verstand. De koning liet nu een complete schat aan goud, zilver en kostbare edelstenen op een kameel laden, en gaf opdracht deze naar de apostel te brengen; want die was al weer vertrokken. En nergens in het koninkrijk bleek hij nog te vinden.

De volgende morgen bevond de koning zich alleen in zijn vertrek. Daar verscheen hem Bartolomeus met de woorden:
"Waarom heb je mij gisteren met al je cadeautjes lopen zoeken? Die cadeautjes betekenen iets voor lieden die op aardse schatten uit zijn; maar voor mij betekenen zij niets: ik ben niet op aardse schatten uit."
Daarna legde hij aan koning Polemius de geheimen van ons geloof en van onze verlossing uit. Hij zei er nog achteraan, dat als de koning zich wilde laten dopen, hij hem zou laten zien, hoe zijn oude afgod met kettingen gevangen zat.
De volgende morgen waren de tempelpriesters vlakbij het paleis bezig te offeren aan hun goden; daar begon de duivel te roepen:
"Stommelingen, houdt maar op met je offers, want ik word met gloeiend hete ketens gevangen gehouden door een engel van Jezus Christus, die door de Joden is gekruisigd. Deze Jezus heeft de dood overwonnen, onze vorst; de oorzaak van alle dood!"

Mooi detail: hier verkondigen de boze geesten zelf de Blijde Boodschap!

Toen wilde de menigte de afgoden te lijf gaan met touwen, maar ze konden er niet bij in de buurt komen. Daarop beval de apostel aan de duivel het afgodsbeeld te verlaten en in stukken te laten vallen. Onmiddellijk ging de duivel eruit, en viel het beeld in gruzelementen, net als trouwens alle andere godenbeelden in de tempel. Nu richtte Bartolomeus een gebed tot God en genas vervolgens alle zieken die voor hun genezing eigenlijk naar Astaroth waren gekomen. Ook wijdde hij die tempel aan God toe, en gaf opdracht aan de duivel zich terug te trekken in de woestijn. Op datzelfde ogenblik zag je een engel komen aanvliegen; terwijl hij een cirkel om de tempel beschreef, maakte hij op elke hoek een kruisteken, met de woorden: "God heeft jullie geheiligd en gezuiverd van je ziektes; op dezelfde manier wordt nu deze tempel van alle onreinheid gezuiverd en geheiligd. Voordat de duivel jullie voorgoed verlaat naar een eenzame plaats, zal ik hem aan je laten zien. Je hoeft niet bang te zijn; maak maar op je voorhoofd hetzelfde teken als je mij daarnet zag maken op de hoeken van de tempel."

En de engel toonde hun een pikzwarte Ethiopiër met een ongure tronie, met een dichte baard, haargroei over zijn hele lijf, vlammende ogen, en een bek waar de zwaveldamp uit stonk. Zijn handen waren op zijn rug vastgebonden. Toen liet de koning zich dopen, tezamen met zijn vrouw en kinderen en met heel zijn volk. Hij deed afstand van de troon en werd leerling van de apostel.
De afgodspriesters, die door Polemius de laan uitgestuurd waren, zochten hun toevlucht bij diens broer Astíages. Ze deden bij hem hun beklag over de wandaden van de apostel. Astíages was woedend, en hij stuurde er een heel leger op uit om hem te zoeken. Dat kreeg hem uiteindelijk ook inderdaad te pakken.

Net als Jezus moet Bartolomeus terecht staan en zich verantwoorden voor de koning op beschuldiging van de priesters!

Astíages brieste hem toe: "Ben jij degene die mijn broer zo in de war heeft gebracht?"
Bartolomeus antwoordde: "Ik heb hem niet in de war gebracht, maar juist bekeerd tot het goede levensinzicht."

Astíages: "Jij hebt mijn broer zover gekregen dat hij zijn eigen goden in de steek heeft gelaten ten gunste van jouw God; precies zo zal ik jou zover krijgen, dat je jouw God afzweert om te offeren aan die van mij!"

De apostel zei: "Ik heb de god die je broer aanbad in de boeien geslagen voor het oog van alle mensen; ik heb hem gedwongen zijn eigen beeltenis te vernielen. Als jij in staat bent met mijn god hetzelfde te doen, zal ik jouw afgodsbeelden aanbidden. Maar als je dat niet kunt, zal ik op mijn beurt jouw afgodsbeelden vernietigen; dan zul je wel moeten geloven in mijn God."

Hij was nog niet eens uitgesproken, of men kwam de koning berichten, dat het beeld van zijn god Baldak zojuist van zijn voetstuk was gevallen en in stukken gebroken. Dat maakte de koning witheet van woede, hij scheurde zijn purperen koningsmantel in tweeën, gaf bevel de apostel met verse twijgen te geselen, en liet hem tenslotte levend villen.

In de straf van de geseling lijkt de apostel eens te meer op zijn Heer, diezelfde straf heeft moeten ondergaan.

De christenen kwamen het lijk van de martelaar ophalen, en bewezen hem de eer die hem toekwam.
En hoe het afliep met koning Astíages en zijn priesters?
Boze geesten kwamen bezit van hen nemen; waardoor ze afschuwelijk aan hun eind gekomen zijn. De voormalige koning Polemius daarentegen werd bisschop gewijd. Twintig jaar lang besteedde hij al zijn zorgen aan het bisschopsambt.'

De schrijver van De Legenda Aurea, Jacobus de Voragine, besluit zijn relaas:

'Over de precieze marteldood van de heilige Bartolomeus heerst verschil van mening. De heilige Dorotheüs houdt bij hoog en bij laag vol, dat hij gekruisigd is, en wel ondersteboven. Hij voegt er aan toe, dat deze marteling zou hebben plaats gehad in een Armeense stad, Albana genaamd. Van de andere kant benadrukt de heilige Theodorus, dat hij levend werd gevild. Bovendien zijn er nog andere geschiedschrijvers, die weten te vertellen dat hem de schedel werd gekliefd. Bij nader inzien zijn dit alles bij elkaar maar schijntegenstellingen. Want wat is er op tegen om te denken, dat hij eerst aan het kruis werd geslagen; vervolgens - om hem nog meer te laten lijden - levend werd gevild en tenslotte onthoofd?'
[183:08.24]

Verering & Cultuur

Onder de talloze vroegchristelijke geschriften is er ook een zogeheten 'Evangelie van Bartolomeus'; het stamt uit de vierde eeuw. De onbekende schrijver bediende zich dus van de naam van de beroemde apostel om meer gezag aan zijn geschrift te verlenen. In die tijd een gebruikelijke methode.

Aanvankelijk bevonden Bartolomeus' relieken zich te Nephergerd (Mijafarkin); rond 507 gingen ze naar Daras in Mesopotamië. Circa 580 werd zijn gebeente overgebracht naar het eiland Lipari, in 838 naar Benevento en in 983 uiteindelijk naar de St-Bartolomeuskerk in Rome. In 1515 werden ook relieken van hem overgebracht van St-Martens-Lierde naar Geraardsbergen in Vlaanderen. Vandaar dat tot op de dag van vandaag in Geraardsbergen op de zondag in het octaaf van 24 augustus een processie van 'Plaisance en Cavalcade' wordt gehouden ter herinnering aan de overbrenging van zijn relieken.

In de kunst wordt hij meestal afgebeeld op blote voeten (duidt op het volgen van Jezus als apostel), met een boek of een rol (verwijzing naar het evangelie); verder met een mes en/of een afgestroopte huid (verwijzingen naar zijn marteldood); soms met kruis vanwege zijn kruisiging.

Hij geldt als patroon van Frankfurt am Main, Maastricht en de Tsjechische stad Plzen. Daarnaast is hij patroon van de zondaars (op grond van zijn legende, waarin zondaars op spectaculaire wijze tot bekering worden gebracht) en van allerlei beroepen, waarbij met huiden of leer wordt gewerkt of waarbij een mes wordt gebruikt, zoals slagers en huidhandelaren, leerlooiers, leerbewerkers, schoen- en handschoenmakers, kleermakers, snijders, boekbinders, stukadoors en wijnbouwers; bovendien is hij patroon van herders en landbouwers, van mijnwerkers en zoutdragers, en in Florence van de zout- en kaashandelaren. Hij wordt aangeroepen door vrouwen in barensnood, alsmede tegen zenuwziekten en stuipen. Hij wordt ook vereerd als patroon van braambessen, koolplanten en van moestuinen (alweer vanwege zijn mes!).

Weerspreuk(en)
In het westen zijn er op zijn feestdag 24 augustus talloze weerspreuken gemaakt:

'A la Saint-Barthélemy
La grenouille sort de son nid.'
[Met Sint Bartels dag
doet de kikker van zijn komst gewag]

'A Saint-Barthélemy,
La perche au noyer,
Le trident au fumier.'
[Met Sint Bartel
de noten uit de bomen slaan,
de mest op de vork gedaan]

'Cigognes à la Saint-Barthélemy
Un doux hiver nous est promis.'
[Zwanen met Sint Bartolomee
brengen een zachte winter mee]

'Frimas vers Saint-Barthélemy:
sème ton blé d'hiver tard,
car la gelée l'attendrait.'
[Rijp zo tegen Bartolomee
zaai't winterkoren laat,
want de nachtvorst loert erop]

'Gelijk Sint-Barthel,
zo ook het najaar.'

'Pluie à la Saint-Barthélemy,
il ne faut pas en faire fi.'
['Sint-Bartel nat:
het kan me wat!']

'Pluie de la Saint-Barthélemy
de la vigne est l'ennemie.'
[Met Sint bartel regen
daar is de wijngaard tegen]

'Pluie de Saint-Barthélemy,
Chacun (s') en fait fi.'
[Regen met Bartolomee
daar houdt elk rekening mee]

'Presque toujours l'été finit
avec la Saint-Barthélemy.'
[De zomer zegt meestal tabé
op't feest van Sint Bartholomee]

'S'il pleut le jour de Saint-Barthélemy,
Tu t'en moques, non pas moi.'
[Als het regent met Sint Bartolomee,
mag jij' t leuk vinden, maar ik: nee!]

'Si Barthélemy fait ciel d'ange,
Beaucoup de fruits, belles vendanges.'
[Met Sint Bartel de mooiste luchten,
de oogst is rijk, en geeft veel vruchten]

'Sinte-Bartel-dag ons vaak vermeldt
hoe het in de herfst zal zijn gesteld.'

'Zoals Bartel is,
wordt ook de herfst gewis.'

'Zoals Sint-Bartel is gesteld
is 't ganse najaar besteld.'

Bartolomeusnacht

Berucht is nog de zogeheten Bartolomeusnacht: in het jaar 1572 werden te Parijs in de nacht van 23 op 24 augustus enige duizenden Hugenoten afgeslacht op last van koningin-moeder Catharina de Medicis. Zij waren op dat moment in Parijs bijeen om de bruiloft te vieren van hun leider koning Hendrik van Navarra met de zuster van de koning: Margaretha. Vandaar dat die nacht ook wel 'Parijse bloedbruiloft' wordt genoemd.

Delft

Ook in de geschiedenis van Delft speelt Bartolomeus' dag een belangrijke rol. Op 24 augustus 1566 breekt in de Delftse Oude of Hippolytus-Kerk de beeldenstorm los. Er is geen houden aan. Een groot deel van het kostbare kerkinterieur gaat hierbij verloren. Beroemde kunstwerken, zoals het altaar van de kunstenaar Tetterode en het miraculeuze beeld van Maria van Jesse, gaan verloren. Het was precies op de feestdag van de heilige Bartholomeüs, nota bene de oorspronkelijke patroonheilige van de kerk. Sommige gelovigen wisten te vertellen, dat dit de straf was van de apostel voor het feit, dat hij zijn patronaat in 1396 was kwijtgeraakt aan Hippoliet!


Bronnen
[000; 000» Bartholomeos(06.11); 000»groene-zak:kerk-Stedum;000»Joris(Amberg);000»kaartspel(Í6); 000»Natalia»Bartholomeos(08.25); 000»Sebastianus;000»sys;107/5kol:320.321.323.325.329.332; 109p:536(vig); 111p:444;113»Bartholomew; 117»Argan/Argantel; 122»Bartholomäus; 127»Barthé lemy; 132; 139/2p:298; 140/6p:82; 146p:34; 149/3:421; 155p:286; 156p:2»Nathanaël; 158p:13; 179p:28.30; 181p:96; 183; 282b:58(weerspreuk).201»Bartolomîe/Biètrumé; 193p:38; 200; 201p:17(4e:6); 226p:418; 230p:238; 231nr:112; 233p:157;235; 237; 238p:256/7; 245p:79; 253p:33; 282b:59(weerspr.)»Bartolomîe; 293p:164»Bartholomew; 296p:311; 300p:172.276.367a.367b»Barthélemy; 301p:21.134.137(mart.dood);303(12.09); 332p:14; 345p:135; 500; Cowie:108p.94(Londen:klooster).157p.135(-nacht); Estergom:19; Dries van den Akker s.j./2000.04.25]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen