× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† ca 599  Kenneth van Kilkenny

Info afb.

Kenneth (ook Cainnech, Canice, Canicus, Kenedus, Kenny) van Kilkenny (ook van Aghaboe of van Derry), Ierland; kluizenaar & abt; † ca 599.

Feest 11 oktober.

Over de afkomst van Saint Kenneth verschillen de bronnen nogal van mening. Hij zou in ieder geval rond 525 geboren zijn in het Noord-Ierse district Derry. Zijn vader was bard, rondreizend zanger. Dergelijke mensen stonden toen in hoog aanzien. Maar anderen weten ons weer te vertellen dat zijn ouders zo arm waren dat ze zichzelf en hun pasgeboren kind slechts in leven wisten te houden doordat er een zwerfkoe was komen aanwandelen, die op wonderbare wijze precies bij hun hut was blijven staan. Met haar melk werd dus het kind gevoed.

Weer een andere legende zegt dat Kenneth werd geboren als een zoon van de prins van Wales. Maar het kindje werd door zijn ouders verstoten en in een rieten mandje aan de zee toevertrouwd. Het zou door meeuwen in veiligheid zijn gebracht op een rotspunt. Ze hadden een bedje van verendons gespreid. Een ree kwam elke dag het kind moedermelk geven. Eens zou het kind opgemerkt zijn door een arme schaapherder. Deze nam het vol vreugde mee naar zijn vrouw thuis, want zij hadden van zichzelf nooit kinderen gekregen. Maar de dieren die het steeds verzorgd hadden, kwamen het weer uit het huisje ophalen en legden het terug op zijn vertrouwde plek.

Veel later zou Kenneth een heilige man worden die in hoog aanzien stond bij alle mensen, ook bij zijn eigen vader en moeder, die hem echter nooit hebben herkend als hun zoon.

Zijn jeugd schijnt Kenneth als schaapherder te hebben doorgebracht. Intussen mocht hij gaan leren in de kloosters Clonard en Glasnevin, die respectievelijk onder leiding stonden van de beroemde abten Finian († ca 594; feest 12 december) en Mobhi († ca 545; feest 12 oktober); beiden staan in Ierland bekend als grote heiligen. De kloosters waren in die tijd zo'n beetje de onderwijsinstellingen. Wilden ouders hun zoon laten doorleren, dan werd hij toevertrouwd aan de abt van een klooster. Het woord 'abt' betekent 'vader'. Inderdaad werd de abt de vader van de leerling. In feite deden de eigen ouders daarmee zo goed als afstand van hun zoon. In de praktijk betekende het heel vaak dat de jongen zich aansloot bij de kloostergemeenschap en monnik werd. In die vroege eeuwen was het onderwijs er dus vooral op gericht om de leerlingen te doordringen van Jezus' levenshouding. Vandaar dat de Ierse en Britse kloosters uit die tijd een hele rij grote heiligen heeft voortgebracht.

Tijdens een epidemie vluchtten de monniken alle kanten op. Kenneth kwam terecht in Wales, waar hij in het klooster van Lancarfan onder de heilige abt Cadoc († ca 570; feest 24 januari) zijn studies voortzette.

Toen Kenneth eenmaal zelf monnik en kluizenaar was geworden, ging hij met twee gezellen naar Brude, de koning van Schotland. Deze was geen christen. Zij vroegen hem of zij op zijn land een kloostervestiging mochten beginnen. Zo zouden zij in het land van een heidense koning alvast een steunpunt hebben om de christelijke levenshouding uit te dragen. Daarmee werd hij de grondlegger van klooster Aghaboe en mogelijk ook van Kilkenny.

Eén van zijn vrienden was Columba of Kolumkill († 597; feest 9 juni), de grondlegger van het beroemde kloostereiland Iona, in het uiterste noorden van Schotland. Kenneth ging daar regelmatig op bezoek. In de levensbeschrijving van Columba treffen we het volgende verhaal aan:

Op een andere tijd was het op het eiland Iona een dag van gierende storm; de golven gingen ondraaglijk hoog, toen de heilige [Columba], die binnenshuis was, zijn broeders opdroeg: "Maakt snel het gastenverblijf gereed en put water om de voeten van de gasten te wassen." Een der broeders vroeg daarop: "Wie kan vandaag, nu het zo waait en het veel te gevaarlijk is, veilig de zee oversteken, al is die hier nog zo smal?" Op die woorden zei de heilige: "De Almachtige heeft een heilige uitverkoren, die vóór de avond tot ons zal komen; hij heeft hem een kalme vaart gegeven in het centrum van de storm." En zie, die dag kwam - precies zoals de heilige het had aangekondigd - een schip aanvaren met de heilige Kenneth aan boord. De broeders hadden al een tijd naar zijn komst uitgezien. De heilige ging hem met de broeders tegemoet en hij ontving hem gastvrij onder eerbetoon.

De schippers nu, die met Kenneth gevaren hadden, werden door de broeders ondervraagd naar het verloop van de reis, en zij vertelden het verhaal van hun tocht, precies zoals de heilige Columba al had aangekondigd: dat zij in het centrum van de storm kalm en wel naar hier waren gevaren. En zij verzekerden dat zij de storm in de verte wel hadden gezien, maar er zelf niets van hadden gevoeld.

De levensbeschrijver van Columba vertelt ook hoe Kenneth eens bij het verlaten van het eiland Iona zijn staf vergat. De staf was voor een abt het teken van zijn waardigheid. Meer nog: het maakte de drager ervan herkenbaar als herder; en daarmee werd in zekere zin Jezus zelf zichtbaar gemaakt of in herinnering gebracht, die in de echtste zin van het woord de herder der mensen wordt genoemd. De staf vergeten was dus heel erg. Toen ze op het eiland Iona de staf dan ook vonden, brachten ze die onmiddellijk naar de heilige man Columba. Deze ging ermee naar de kapel, waar hij lange tijd bleef bidden. Kenneth bemerkte pas zijn vergeetachtigheid, toen zij op een volgend eilandje aanlegden. Hij schaamde zich diep dat hij zo onoplettend was geweest en in zekere zin Christus zelf even uit het oog had verloren. Hij knielde neer op de plek waar de gedachte aan zijn staf in hem was opgekomen. Lang bleef hij diep voorover gebogen liggen. Toen hij zich tenslotte weer oprichtte, lag daar zijn staf vlak voor hem! Toen knielde hij nogmaals neer, maar nu om God te bedanken.

Een andere keer was het Columba die met zijn monniken de zee was opgegaan. Er stak een hevige en gevaarlijke storm op. Zijn reisgenoten drongen er bij de heilige man op aan dat hij daar in die boot voor hen tot de Heer zou bidden. De levensbeschrijving van Columba vervolgt dan: Maar hij gaf hun ten antwoord: "Vandaag ben ik niet aan de beurt om midden in dit gevaar voor u te bidden; het is de beurt van de heilige man, abt Kenneth." Ik ga iets wonderlijks verhalen. In datzelfde uur vertoefde de heilige Kenneth in zijn eigen klooster te Aghaboe (= 'Runderveld'). Door een openbaring van de Heilige Geest had hij de stem van de heilige Columba opgevangen met het innerlijk oor van zijn hart. Hij was juist bezig in de refter het heilig brood van de dankzegging te breken, toen hij in alle haast het tafeltje verliet. Slechts met één schoen aan - de andere had hij in de gauwigheid niet aan kunnen trekken - holde hij naar de kerk terwijl hij riep: "Wij hebben nu geen tijd om te eten; het schip van Columba is op zee in gevaar! Want op dit ogenblik noemt hij voortdurende de naam Kenneth: hij vraagt dat ik voor hem en zijn metgezellen tot Christus bid." Na die woorden ging hij de kapel binnen, knielde neer en bad een korte tijd. De Heer verhoorde zijn gebed: de storm viel stil en de zee werd weer kalm.

Toen hij eens in wintertijd met een aantal gezellen over de Schotse Hooglanden dwaalde, stootte hij op een vrouw die halfdood in de sneeuw lag. Naast haar lag een klein meisje. Doodgevroren. Onmiddellijk gelastte hij dat er een vuur moest worden aangelegd. Hij gaf haar warm eten en drinken, zodat zij weer wat opknapte. Tenslotte wekte hij ook haar dochtertje weer tot leven. Toen trok hij verder met zijn gezelschap.

Naast de kloosters die hij stichtte bouwde hij ook kerkjes; de bevolking van het Schotse plaatsje St-Andrews zegt, dat het kerkje daar op hem terug. Het stadje Kilkenny is naar hem genoemd: 'Cel (of Kerk) van Kenny'. Ze vormden even zo vele steunpunten van waaruit de christelijke levenswijze en cultuur werden verspreid. Waarschijnlijk moeten we de volgende legende plaatsen in een van zijn kloostervestigingen.

Toen de heilige Kenneth zich weer eens in de eenzaamheid had teruggetrokken, kwam er een hert naar hem toe. Het hield heel vroom en ingekeerd voor de biddende heilige het boek op in zijn gewei. Maar op een dag werd het door een onbekende angst overvallen en het nam de benen zonder dat de abt daarvoor zijn toestemming had gegeven, het open boek met zich meedragend in zijn gewei. Maar na verloop van enige tijd kwam het tot inkeer, juist - zo merkt de verteller van deze legende veelbetekenend op - zoals dat wel gebeurde met weggelopen monniken...! Het boek in zijn gewei was nog altijd opengeslagen op dezelfde bladzijde: het had geen vlek of schram schade opgelopen.

Toen hij ouder werd, trok hij zich terug in het door hem gestichte klooster Aghaboe. Daar zou hij op 84-jarige leeftijd gestorven zijn.

Hij is patroon van Kilkenny.


Bronnen
[Brn.1937:199.223; Bro.1903p:55.59; D'A.1985p:80; Lin.1999; Rge.1942; Rge.1989; Rgf.1991; Spt.1983; 339p:236.237; Vce.1990; Wfe.z.j.; Dries van den Akker s.j./2007.10.07]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen