× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 767  Emilion van St-Émilion

Info afb.
Onder: Overweging door Emilion

Emilion van St-Émilion osb, St-Émilion, Frankrijk; kluizenaar; † 767.

Feest 16 november.

Emilianus was afkomstig uit Vannes. Zijn familie wordt in de Franse boeken consequent aangeduid met ‘obscure’: onbetekenend en arm, maar godsdienstig. Van thuis had hij geleerd te delen met de armen. Die gewoonte hield hij vol toen hij in dienst kwam bij de plaatselijke graaf. Zo was hij eens met een buidel vol een zak vol broden onderweg naar de armen, toen de graaf hem tegen het lijf liep: “Wat heb je daar in die zak, Emilion?” “Houtblokken voor de armen zodat ze een beetje warmte hebben, meester.” Inderdaad bleken de broden veranderd in houtblokken. Maar op het moment dat Emilianus ze uitdeelde aan de armen, waren het weer broden geworden.

De vrome legende wil dat Emilianus hierdoor zoveel aandacht trok dat hij zich niet meer op straat kon vertonen. Daarom besloot hij zich in de eenzaamheid terug te trekken. Een andere weergave suggereert dat hij uit Vannes is vertrokken omdat er conflicten waren gerezen. Uit bovenstaande legende mogen we opmaken dat de graaf het er niet eens zou zijn geweest, als Emilianus inderdaad broden naar de armen had gebracht. Zou zijn meester er tenslotte toch achter gekozen zijn dat zijn ondergeschikte goederen die aan de hofstede toebehoorde, weggaf aan armen? Was er iemand jaloers op zijn mooie baantje en heeft die hem verraden?

Hoe dan ook, Emilianus verlaat Vannes en begeeft zich op bedevaart richting Santiago de Compostela. Onderweg overnacht hij in kloosters. Zo krijgt hij onderdak bij de benedictijner abdij Saujon, niet ver van Saintes. De abt onderkent zijn kwaliteiten en vraagt hem te blijven. Hij benoemt het tot keldermeester. Daarmee krijgt hij de verantwoording over de voedselvoorraden van de abdij. Weer rijzen er conflicten. Er is sprake van jaloezie bij de medebroeders. Konden ze het niet verkroppen dat een monnik van buiten af meteen een hogere functie kreeg dan zij? Of maakte hij onderscheid tussen de monniken bij het verdelen van voedsel?

De juiste toedracht krijgen we niet te horen. Maar Emilianus laat het klooster achter zich en trekt zich als kluizenaar terug in de bossen langs de Dordogne. Hij vindt er een grot waar hij zijn kluizenarij inricht. Naast een zit- en een slaapplaats hakt hij er zelfs een kapelruimte in uit.

Van heinde en verre weten mensen hem te vinden. Ze komen om raad of genezing naar lichaam en ziel. Aan een blinde vrouw zou hij eens het gezicht hebben teruggegeven. Er zijn er ook die blijven. Stilaan vormt zich rond hem een nieuwe monniksgemeenschap. Zo streefde hij naar de volmaaktheid naar het voorbeeld van Sint Benedictus. Toen zijn stervensuur was aangebroken, sprak hij een gebed uit gericht tot Jezus Christus: “Gelukkig de mensen die bij U in uw nabijheid wonen en van U de ware levenswijsheid leren. Ik kom naar U toe. Ik wil nu wel eens met eigen zien wat er allemaal over U verteld is tijdens mijn verblijf hier in den vreemde, op deze aarde. Haal mijn ziel uit dit lichaam van stof waar ze altijd voor u geleefd heeft, zodat ze zich mag verheugen in de vreugde van uw eeuwige aanschouwing.”

Verering & Cultuur

Saint-Emilion gaf zijn naam aan het plaatsje dat uit zijn kloostergemeenschap ontstond. Het geniet grote bekendheid, omdat er voortreffelijke wijn vandaan komt.

Tot op de dag van vandaag toont men er de reiziger de grot waar hij leefde, en hoe hij daar een complete kerkruimte, een slaapplaats en een zetel uit de grot had uitgehouwen. Het volksgeloof weet nog te vertellen, dat onvruchtbare vrouwen, die op die zetel plaatsnemen, vruchtbaar worden, en kinderen zullen krijgen.


Emilion van St-Émilion over 'Lekker ongezond'
'Bericht van boven' KRO Radio 5 zondag 16 november 2008

...speel bestand af...

Elke week wordt er door ons, heiligen in de hemel, gretig uitgekeken naar deze uitzending. Wie van ons die op de betreffende zondag feest heeft, past het beste bij de thema’s die aan de orde komen? Vandaag keken ze hier allemaal naar mij: "Ze hebben het over zin en onzin van gezond voedsel. Jouw pakkie-an."

Ik ben Emilion van Saint-Emilion. Hopelijk klinkt u dat enigszins bekend in de oren. Mijn naam is verbonden met een heerlijke wijn uit de streek rond Bordeaux. Lekker en gezond, dat kan ik u vertellen! Als de bijbel u enig idee wil geven over de geneugten van ons hier in de hemel, vergelijkt ze dat met vette spijzen en oude belegen wijnen. U herinnert zich hoe Jezus op de bruiloft van Kana ruim zeshonderd liter wijn naliet. Hoeveel feest moet je vieren om dat op te kunnen!

En toch - het zal u wellicht verbazen: vanaf een bepaald moment in mijn leven heb ik nooit meer van die heerlijke wijn gedronken. Waarom niet? Daarvoor moet ik u meenemen naar mijn tijd, de achtste eeuw. De tijd dat mijn collega-heilige Willibrord bij u het evangelie aan het verkondigen is. Ik woon dan in de Bretonse stad Vannes en ben in dienst in dienst van de plaatselijke heer, een graaf. Mijn ouders ware arme mensen, maar ze hebben mij altijd geleerd te delen met de armen. Daar waren er ontzettend veel van in mijn tijd. Wat er overbleef van de tafel van mijn meester bracht ik naar hen toe. Maar dat werd mij kwalijk genomen.

Toen ben ik weggegaan en heb mij in de buurt van Bordeaux teruggetrokken in de eenzaamheid om er het harde leven van een kluizenaar te leiden. Dat is een leven dat je met zo weinig mogelijk toe kunt. Nauwelijks eten, drinken of slapen; geen seks of luxe. Alles wat het leven aangenaam maakt: daar zie je van af. Je leeft van het vooruitzicht dat het straks - na je dood - goed zal worden. Je beschouwt dit leven als een tijd van verlangen, van uitzien naar...

Misschien verklaart u me voor gek. Waarom zou je zoiets doen? Is dat wat God van ons verlangt? Misschien van u niet, maar ik had het gevoel dat Hij dit van mij vroeg. Ik had de armen van Vannes gezien. Die hadden niets om van te leven. Waren aangewezen op liefdadigheid. En als die er niet was, hadden ze alleen maar de hoop dat het ooit beter zou worden. Geloven dat het óóit... Ik wilde hun leven delen. Doormaken wat zij doormaakten. Léven van je geloof. Het feit dat je verlangt, serieus nemen. De tijd nemen om te verlangen, te hopen en te geloven.

Volgens mij is dat de kern van ieder geloof. Je ziet uit naar wat er nog niet is. En juist doordat je er naar uitziet, stel je het ideaal al enigszins present, ís het er al een beetje, ín jouw verlangen. En zo leefde ik temidden van prachtige wijnvelden en volle kelders in onthouding. En oefende mijn geloof.

En wat heeft dat nu met uw uitzending te maken? Ik wil het niet eens hebben over de zin of onzin van zogenaamd gezond voedsel. Ik zie de welvaart van uw land. Ik zie hoe uw overheid zich druk maakt over kinderen met overgewicht. Ze moeten bewegen en sporten, wordt gezegd. Dat geldt voor de volwassenen ook, wordt gezegd. Als ik uw overheid was, zou ik u aanraden te oefenen in geloven. In verlangen. Bij opkomende honger- of dorstgevoelens niets te eten of te drinken, maar dat verlangen zelf een plek te geven. Solidair te zijn met de armen in uw wereld, met al uw tijdgenoten die ook niets meer hebben dan dat. Verwijzen die basale verlangens uiteindelijk niet naar onze meest wezenlijke levensbehoeften: bemind worden, gezien worden, vergeven worden, vrede, ach u weet het allemaal zelf wel waar u eígenlijk naar verlangt. Stop dat niet dicht met hapjes en drankjes.

Des te lekkerder zal dat ene glas wijn smaken aan het eind van de dag.


Bronnen
[Aut.1986; DSB.1979; Ene.1951; Gby.1991p:310; Lo2.1837p:245; Mül.1860; Pra.1988; Dries van den Akker s.j./2008.11.10]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen