× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1887  Peerke Donders

Info afb.
Onder: Jonge kerk

Peerke (ook Petrus) Donders CssR, 'Batavia' Paramaribo, Suriname; missionaris; † 1887.

Feest 14 januari.

Peerke Donders werd te Heikant, een buurtschap nabij Tilburg, geboren op 27 oktober 1809 uit zo'n gezin waar ze de ene klap na de andere te verduren krijgen: ze waren straatarm, vader verloor in korte tijd drie keer zijn vrouw, onder wie de moeder van Peerke, en bovendien stierven een paar kinderen een vroegtijdige dood. Voor Peerke leek de toekomst duidelijk: meehelpen om aan de kost te komen. Hij werd thuiswever. Maar hij wilde graag priester worden. Het schijnt, dat zijn biechtvader hem heeft gezegd: 'Jij moet je vader helpen: dat is jóúw priesterschap.' Toch bleef het priesterschap hem trekken. In een brief aan zijn pastoor zette hij nog eens uiteen waarom hij zo graag wilde; hij was eerlijk genoeg ook de bezwaren ertegen te vermelden. De pastoor oordeelde positief. Peerke mocht het proberen. Hij was toen 22 jaar.

Hij ging naar het seminarie van Sint-Michielsgestel, waar hij huisknecht-student werd. Een licht was hij niet. Dat gemis maakte hij goed door zijn gaven van hart. Later verhuisde hij naar Haaren. Op 5 juni 1841 werd hij te Oegstgeest priester gewijd. Kort daarna kwam de noodkreet van de bisschop van Suriname hem ter ore: of er edelmoedige priesters waren die hun pastorale zorg wilden wijden aan de Hollandse koloniën die zo geteisterd werden door tropische ziekten. Peerke was de enige die zich aanmeldde.
Op 16 september 1842 arriveerde hij in Paramaribo. Zijn werkterrein werd al gauw het oerwoud: hij werd rivierenpater. Omgeven door muskieten en allerhande ongedierte trok hij naar de nederzettingen van de bosnegers, naar de dorpjes van de negerslaven die door de Hollanders uit Afrika naar Suriname waren gesleept en nu van de plantages waren gevlucht tot diep in de oerwouden; hij besteedde zijn zorgen aan de Indianen, van wie vooral de Arrovacchi toegankelijk waren voor het evangelie. Op zijn oude dag zou hij zichzelf nog leren harmonium spelen om des te gemakkelijker toenadering tot stand te brengen.
Toch is Peerke Donders het beroemdst geworden om zijn werk in de melaatsenkolonie 'Batavia' een eind buiten Paramaribo. Aan deze eenzame, verstoten en vergeten mensen heeft hij de meeste toewijding besteed. Hij verzorgde de walgelijkste ziektegevallen, aanhoorde hun klachten en verhalen, probeerde ze op te beuren, en legde hun uit dat de zonde veel en veel erger is dan de melaatsheid. Het schijnt dat ze hem desondanks een keer verdreven hebben. Maar met gejuich werd hij later weer ingehaald.
In 1865 werd de Surinaamse missie toevertrouwd aan de paters Redemptoristen. Op zijn oude dag trad Peerke dus toe tot deze Congregatie, en legde van harte de drie religieuze geloften af van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid. In wezen betekende dit voor hem geen enkele verandering. In feite was hij zijn hele leven al bezig in de geest van die geloften.
Op 14 januari 1887 kwam er een eind aan dit heilige leven. Hem schijnt ooit gevraagd te zijn of hij nu meer van God hield of van de mensen. Zijn antwoord herinnerde aan het beroep dat hij ooit geleerd had: 'Je vraagt toch ook niet aan een wever of de schering belangrijker is dan de inslag?'

Verering & Cultuur
Peerke Donders werd door paus Johannes Paulus II († 2005; feest 22 oktober) zalig verklaard op 23 mei 1982.

Afgebeeld
Van hem zijn authentieke portretten bewaard: een magere man, aan wie de eenvoud en hartelijkheid van zijn gezicht zijn af te lezen. In de kathedrale Sint-Bavokerk te Haarlem wordt hij afgebeeld met een melaatse: terwijl de rechterhand beschermend rust op de schouder van de zieke, beurt hij hem met de linker op.

Heilige van de maand januari
[Onderstaande tekst verscheen in Jonge Kerk van januari 1999]
14 januari 1887: Peerke Donders

In 1842 verliet een schip de haven van Den Helder met bestemming Paramaribo, Suriname. Aan boord bevond zich een pasgewijd priester, afkomstig uit Tilburg: Petrus, of zoals ze hem thuis noemden: Peerke Donders.

Hij had er van jongs af aan van gedroomd priester te worden. Maar daar was geen kans op. Thuis hadden ze het arm. Zijn vader was thuiswever. Moeder stierf, toen Peerke zes was. Vader hertrouwde met een lieve vrouw. Zodra Peerke dat kon, moest hij, zo klein als hij was, meehelpen om aan de kost te komen. Intussen hield hij hele gesprekken met God. Buiten tegen het huisje had hij een altaartje nagemaakt van leem: daar speelde hij voor priestertje. Vanuit de wastobbe van zijn moeder hield hij preken tot de kinderen uit de buurt. Het schijnt, dat zijn biechtvader hem heeft gezegd: 'Jij moet je vader helpen: dat is jóúw priesterschap.' Toch bleef het priesterschap hem trekken. In een brief aan zijn pastoor vertelde hij waarom hij dat zo graag wilde; hij verzweeg niet, dat hij niet goed kon leren. Zijn pastoor deed een goed woordje voor hem. Peerke mocht het proberen. Hij was toen 22 jaar.

Op het seminarie (priesteropleidingshuis) van Sint-Michielsgestel zeiden ze hem dat de studie waarschijnlijk te moeilijk voor hem was. Hij moest maar huisknecht worden. De priesterprofessoren raakten onder de indruk van zijn uitstraling. Zijn gebrek aan intelligentie werd vergoed door opvallende goedheid. Zo begon hij aan zijn priesterstudie op een moment dat anderen ze afsloten.

Ook al was hij veel ouder dan zijn klasgenoten en lang niet zo slim, Peerke hield vol en haalde zijn examens. Tijdens zijn studie was er een bisschop uit Suriname langsgekomen. Die had verteld over de erbarmelijke situatie van de negerslaven (de slavernij werd in de Nederlandse kolonies pas in 1863 officieel afgeschaft), de inlandse Indianen en de melaatsen. De bisschop was geëindigd met een pathetische oproep tot de priesterstudenten: "God zal u straks niet vragen of u resultaat hebt gehad, maar met hoeveel inzet u voor Hem hebt gewerkt. Zeg niet: Wat heeft Suriname ons nou te bieden? Je hebt daar alleen maar narigheid. Gods woord verzekert u dat het lijden van deze wereld niet opweegt tegen de beloning in de hemel!" Niet bepaald een aantrekkelijk vooruitzicht. Voor Peerke juist wel. Hij was de enige die zich aanmeldde.

Op 16 september 1842 arriveerde hij in Paramaribo. Zijn werkterrein werd al gauw het oerwoud: hij werd rivierenpater. Omgeven door muskieten en allerhande ongedierte trok hij naar de nederzettingen van de bosnegers, naar de dorpjes van de negerslaven die door de Hollanders uit Afrika naar Suriname waren gesleept en nu van de plantages waren gevlucht tot diep in de oerwouden; hij besteedde zijn zorgen aan de Indianen. Daar moest hij soms zeven dagen voor in zijn wankele tentboot over verraderlijke rivieren varen.

Peerke Donders is vooral beroemd geworden om zijn werk in de melaatsenkolonie 'Batavia', een eind buiten Paramaribo. Aan deze eenzame, verstoten en vergeten mensen heeft hij de meeste toewijding besteed. Hij verzorgde de walgelijkste ziektegevallen, aanhoorde hun klachten en verhalen, probeerde ze op te beuren, en legde hun uit dat de zonde veel en veel erger is dan de melaatsheid. En dat God er juist op de eerste plaats voor hen was. Dat was het diepste ideaal van Pater Peerke: de mensen laten voelen dat er voor hen liefde en genade was. Ook, ja juist als anderen je opzijschoven en isoleerden, dan was in ieder geval God er voor jou. Pater Peerke beschouwde het als zijn roeping dat zichtbaar te maken.


Bronnen
[000»jrb; 124p:118-119; 217p:15; 288; Dries van den Akker s.j./2010.02.25]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen