× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
ARIËL

Download hier l een .pdf bestand met de betekenis en een korte beschrijving van de heilige(n) op een A4-tje.

Betekenis

Hebreeuwse naam die op twee manieren kan worden uitgelegd:
1 'leeuw van God'
2 'vuurhaard (op het altaar) van God'

Bijzonderheden

Ariël in de bijbel

-1- Ariël is een van de hoofden die door Ezra naar de heilige plaats Kasifja gestuurd worden om er levieten te zoeken. Die waren nodig om dienst te doen in de tempel die na terugkeer uit de ballingschap was opgebouwd.
[Ezra 08,16]

-2- De profeet mag zien hoe God zelf de herbouwde tempel in Jeruzalem weer betrekt als zijn vaste woonplaats. Dan beschrijft hij hoe de tempel eruit ziet. Zo vertelt hij over het altaar: 'Dit zijn de afmetingen van het altaar in ellen, niet de gewone ellenmaat, maar een handbreed langer. De geul die er rondloopt, is één el diep en één el breed met een opstaande rand erlangs van één span hoog. Het voetstuk van het altaar is twee el hoog van de geul in de grond tot de onderste omloop, die één el breed is. Het middenstuk van deze grote omloop tot de kleine die ook één el breed is, is vier el hoog. Vier el daarboven is de offerhaard ('Ariël') en vier horens steken daar bovenuit. De offerhaard zelf ('Ariël') is twaalf el in het vierkant. [-] De trap naar het altaar ligt op het oosten.'
[Ezechiël 43,13-17]

-3- De profeet Jesaja gebruikt de benaming Ariël in een van zijn teksten om de stad Jeruzalem aan te duiden: daar stond immers het offeraltaar met de vuurhaard. Nu, op het moment dat Jesaja spreekt, lijkt er nog niets aan de hand: het ene feest volgt op het andere, het ene jaar op het andere. Maar nu reeds kondigt God aan dat Jeruzalem over enige tijd voor straf door machtige vreemde volkeren zal worden verwoest. Het zal zelf een brandaltaar worden voor de ogen van JHWH. Maar die volkeren zullen op hun beurt ten onder gaan, en Jeruzalem ('Ariël') zal uiteindelijk hersteld worden:
'Wee Ariël, Ariël, de stad waar David zijn tenten opsloeg.
Het ene jaar moge bij het andere aansluiten,
De kringloop der feesten voortduren,
Eens drijf ik Ariël zo in het nauw,
Dat het vol klagen en kermen zal zijn.
Dan zal het voor Míj een Ariël zijn, een offeraltaar.
Van alle kanten beleger ik u;
Met voorposten sluit ik u in
En werp alle wallen tegen u op.
Dan komt uw spreken diep uit de aarde
En klinkt uw woord gedempt uit het stof omhoog;
Uw stem komt uit de aarde
Als die van een geest van een dode;
Uw woord klinkt piepend uit het stof.
Maar de horden van uw vijanden
Worden volkomen verpulverd;
Dwarrelend kaf worden de horden van uw verdrukkers.
Plotseling onverwacht,
Grijpt JHWH van de legerscharen voor u in,
Met donder en aardbeving en hevig gedruis,
Met wervelwind en storm,
Met vlammend vuur dat alles verteert.
Als een droom, een nachtelijk visioen
Zijn dan de horden der volkeren
Die tegen Ariël strijden...'

In latere Joodse mystieke teksten (Kabbala) duikt 'Ariël' op als benaming voor een watergeest. In de middeleeuwen wordt hij beschouwd als een geest die de onschuld beschermt. Zo vinden we hem soms terug in de literatuur; bv. in 'Paradise Lost' van John Milton, in 'The Rape of the Lock' van Pope, in 'The Tempest' van Shakespeare en in 'Faust' van Goethe.

In de sterrenkunde is het een satelliet van Uranus.

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen