×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Betekenis
Vrouwelijke vorm van het bijvoeglijk naamwoord bij het Griekse woord 'pascha' = 'lijden', 'Pasen'. Van oorsprong gaat deze naam terug op het Hebreeuwse woord 'pesach' = 'doortocht', dat onder invloed van de Grieks sprekende christenen werd verGriekst tot 'pascha': met dat woord werd (en wordt) het christelijke paasfeest aangeduid: de christenen vieren dat Jezus Christus door het lijden en de dood is heengegaan en aan de andere kant van de dood uit de doden is opgestaan en bij God uit is gekomen.
De betekenis luidt dus 'paas-'. Wanneer een kind op paasdag geboren werd kreeg het de naam 'paaskind', 'geboren op Pasen'.
(Vgl. 'Noël' = 'kerstkind' of 'geboren op Kerstmis').
Heiligen
Paschasia van Dijon
Feest 9 januari
© A. van den Akker s.j.