×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Toen koning Clotarius III in 673 stierf, waren er twee zoons die streden om de troon:
enerzijds Childerik II († 675), o.a. gesteund door Léger, en aan de andere kant
Thierry (of Diederik, † 690/91) die gesteund werd door Ebroïn, hofmeier van zowel
Neustrië als Bourgondië. Hij was zeer op macht belust en stelde alles in het werk
om uiteindelijk zelf alle macht in handen te krijgen. In eerste instantie viel de
strijd uit ten gunste van Childerik; deze wilde Léger voortdurend bij zich in de
buurt hebben als persoonlijk raadsman. Thierry werd opgeborgen in de abdij van
St-Denis bij Parijs, terwijl Ebroïn verbannen werd naar het strenge klooster
Luxeuil in Bourgondië.
In 675 werd de koning zelf slachtoffer van een aanslag. Thierry bevrijdde zich
uit St-Denis en maakte zich meester van de troon.
Ook Ebroïn wist zich te bevrijden, en was woedend dat niemand van het landsbestuur er aan gedacht scheen te hebben om hem een hoge functie te geven. Hij bracht een leger op de been, veroverde Neustrië en nam Thierry gevangen, die overigens niet al te veel
weerstand bood. Nu trok Ebroïn alle macht aan zich.
Uit haat tegenover kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders zat hij ze zoveel mogelijk dwars: hij liet er verbannen (zoals bv. Lambertus van Maastricht: † 705, 17 september);
een aantal liet hij er ombrengen (zoals bv. Léger van Autun: † 678, 2 oktober;
Ferriolus van Grenoble: † ca 680, 16 januari; Ragnebertus van Bugey: † 680, 13 juni).
Hij werd op zijn beurt om het leven gebracht in 683.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen