× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 9e eeuw vóór Christus  Micha Sr Profeet

Micha (ook Michajehu) Sr, Profeet in Israël; profeet; † 9e eeuw vóór Christus.

Feest 5 (oosterse kerk) & 15 januari.

Hij staat te boek als zoon van Jimla en verschijnt op het toneel ten tijde van koning Achab van Israël. Deze vorst had al het nodige te stellen met de profeet Elia, omdat hij zich niets aantrok van JHWH's Tora. Micha is dus een tijdgenoot van Elia.

'Drie jaar lang bleef het rustig en was er geen oorlog tussen Aram en Israël.

Israël was de benaming voor het Noordrijk. Sinds koning Salomo, nu alweer zo'n tweehonderd jaar geleden, was het Beloofde Land uiteengevallen in een Noordrijk, 'Israël' met als hoofdstad Samaria en een Zuidrijk, 'Juda' met als hoofdstad Jeruzalem).

In het derde jaar nu kwam koning Josafat van Juda op bezoek bij de koning van Israël. De koning van Israël zei tot zijn hovelingen:
"U weet toch dat Ramot in Gilead van ons is? En wij doen maar niets om het op de koning van Aram te veroveren."

Aram was een buurstaatje, waar herhaaldelijk grensgeschillen mee waren.

En hij stelde Josafat voor:
"Wilt u met mij ten strijde trekken naar Ramot in Gilead?"
Josafat antwoordde de koning van Israel:
"Een lot verbindt u en mij, uw volk en mijn volk, uw paarden en mijn paarden."
Maar hij vervolgde:
"U moet toch eerst JHWH raadplegen!"
Toen riep de koning van Israël de profeten bijeen, ongeveer vierhonderd man, en vroeg hun:
"Moet ik gaan vechten om Ramot in Gilead, of moet ik ervan afzien?"
Ze antwoordden:
"Ga! De Heer levert het aan de koning over."
Maar Josafat vroeg:
"Is hier geen profeet van JHWH, door wie wij JHWH kunnen raadplegen?"
De koning van Israel antwoordde Josafat:
"Er is nog een man door wie we JHWH kunnen raadplegen, maar ik heb een hekel aan hem, omdat hij me nooit iets goeds voorspelt, alleen maar onheil. Het is Michajehu, de zoon van Jimla."
Maar Josafat zei: "De koning moet zo niet spreken."
Toen riep de koning van Israël een dienaar en zei:
"Ga dadelijk Michajehu, de zoon van Jimla, halen."
Nu zaten de koning van Israël en Josafat, de koning van Juda, in vol ornaat ieder op een troon op de dorsvloer bij de ingang van de poort van Samaria, terwijl alle profeten voor hen stonden te profeteren. Sidkia, de zoon van Kenaana, had zich ijzeren horens gemaakt en hij zei:
"Zo spreekt JHWH: Hiermee zult gij de Arameeërs neerstoten en verdelgen."
Alle andere profeten profeteerden in dezelfde geest en zeiden:
"U moet naar Ramot in Gilead optrekken; uw veldtocht zal slagen, want JHWH levert het aan de koning over."
De bode nu die Michajehu moest gaan halen zei tegen hem:
"De profeten hebben de koning eenstemmig een gunstige voorspelling gedaan; laat uw woord overeenkomen met het hunne en voorspel iets goeds."
Maar Michajehu antwoordde:
"Zowaar JHWH leeft: Ik zal slechts zeggen wat JHWH mij opdraagt."
Toen hij bij de koning gekomen was, zei de koning tot hem:
"Michajehu, moeten we gaan vechten om Ramot in Gilead of moeten wij ervan afzien?"
Hij antwoordde:
"Ruk op; uw veldtocht zal slagen; JHWH levert het aan de koning over."
Maar de koning viel tegen hem uit:
"Hoe vaak moet ik u bezweren me in de naam van JHWH niets te zeggen dan de waarheid?"

Blijkbaar had Michajehu op sarcastische toon zijn vierhonderd pluimstrijkende collega's nageaapt?

Toen zei Michajehu:
"Ik zag heel Israël verstrooid over de bergen als schapen zonder herder. En JHWH sprak: Zij hebben geen heer; laat ieder in vrede naar huis terugkeren."
Toen zei de koning van Israël tot Josafat:
"Heb ik het u niet gezegd? Hij profeteert over mij nooit iets goeds, altijd maar onheil."
Michajehu antwoordde:
"Luister dan naar het woord van JHWH. Ik zag JHWH, gezeten op zijn troon, en heel het heer des hemels links en rechts om Hem heen. JHWH vroeg:
- Wie wil Achab misleiden, zodat hij oprukt naar Ramot in Gilead en daar sneuvelt?
De een zei dit, de ander dat.
Toen kwam er een geest voor JHWH staan en zei:
- Ik zal hem misleiden.
JHWH vroeg hem:
- Hoe?
Hij antwoordde:
- Ik ga erop uit en word een leugengeest in de mond van al zijn profeten.
Toen zei JHWH:
- Door hem te misleiden zult gij over hem zegevieren. Ga en doe het.
Welnu, JHWH heeft een leugengeest gelegd in de mond van al uw profeten, want JHWH heeft tot uw ondergang besloten."
Toen kwam Sidkia, de zoon van Kenaana, naderbij. Hij gaf Michajehu een klap in het gezicht en zei:
"Wat? Zou de geest van JHWH mij verlaten hebben om te spreken tot u?"
Michajehu antwoordde:
"Dat zult u wel merken op de dag dat u van de ene schuilplaats naar de andere moet vluchten om u te verbergen."
Nu zei de koning van Israël:
"Neem Michajehu gevangen en stel hem onder toezicht van Amon, de stadscommandant, en van Joas, de zoon van de koning.
U moet zeggen:
- De koning beveelt deze man in de gevangenis te zetten, op een karig rantsoen van brood en water, tot ik behouden ben teruggekeerd."
Toen zei Michajehu:
"Als u behouden terugkeert, heeft JHWH niet door mij gesproken."'
[1 Koningen 22,1-28]

Koning Achab kwam inderdaad om in de strijd; hij werd in Samaria begraven. En het bijbelverhaal besluit:

'Toen men zijn strijdwagen schoonspoelde bij de vijver van Samaria, waar de hoeren zich wasten, likten honden het bloed op, naar het woord dat de Heer gesproken had.'

Van de profeet Micha horen we niets meer. Net als Elia heeft hij zelf geen letter op papier gezet.

Dit in tegenstelling tot zijn latere naamgenoot, de zesde van de Kleine Profeten; naar wie een bijbelboek is vernoemd. Met hem moet hij niet worden verward.


Bronnen
[106; 140»01.05; 141»01.05; Dries van den Akker s.j./2007.12.23]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen