× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contactzoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 5e eeuw  Maura van Tours

Maura van Tours, Frankrijk; kluizenares met Britta (ook Bridget, Brigid, Brigida, Brigitta, Brigitte, Britte); † 5e eeuw(?).

Feest 15 & 28 (verward met Brigitta en Maura van Picardië) januari.

Deze twee kluizenaressen zijn slechts bekend uit een boekje van Gregorius van Tours († 594; feest 17 november) over 'De Glorie van de Belijders'. Hij schrijft:

'Op het grondgebied van Tours lag een heuvel die bedekt was met doornstruiken, bramen en wilde klimplanten. De heuvel was zo dichtbegroeid met struiken, dat er voor een normaal mens geen doorkomen aan was. De volksmond wist te vertellen, dat daar twee maagden begraven lagen, die in vroeger tijden op die plek een kluizenaarsbestaan hadden geleid ter ere van God. Tijdens avondwaken voorafgaand aan hun feestdag zagen gelovigen daar door toedoen van God een lichtschijnsel. Een dapper man volgde de stem van zijn hart en had de moed om in het nachtelijk donker naar die geheimzinnige plek toe te gaan. Hij zag een kaarslicht dat een fantastisch schijnsel verspreidde. Hij bleef er lange tijd naar kijken, verliet toen die plek en vertelde anderen wat hij gezien had.

Toen verschenen de maagden in een droom aan een van de plaatselijke bewoners. Zij maakten duidelijk dat zij daar inderdaad begraven lagen, en dat in de afgelopen tijd stormwinden zoveel schade hadden toegebracht, dat zij het er niet langer konden uithouden zonder betere beschutting. Dus of die man zo vriendelijk zou willen zijn hun te hulp te komen, de doornstruiken te rooien en een afdak te bouwen boven hun begraafplaats. Eenmaal wakker geworden, werd de man zo door andere beslommeringen in beslag genomen, dat hij zijn hele droomgezicht vergat. Toen verschenen hem de maagden in een van de volgende nachten opnieuw en bedreigden hem vreselijk met een boos gezicht: hij zou in de loop van het jaar zeker aan zijn eind komen, als hij niet boven hen dat afdakje aanbracht. Door die droom had de man de schrik goed te pakken. Hij nam zijn hak, verwijderde het onkruid en legde de grafstenen bloot. Hij trof er dikke druppels kaarsenwas op aan, die heerlijk geurden naar nectar alsof het verse wierook was. Hij spande een os voor een wagen, verzamelde stenen en bouwde er in de zomertijd een kapelletje.

Toen het werk af was, vroeg hij de zalige Eufronius († 573; feest 4 augustus), de bisschop van de kathedraal van Tours, of hij het wilde inzegenen. Maar Eufronius kon de fut niet meer opbrengen vanwege zijn ouderdom. Hij verontschuldigde zich met de woorden: "Mijn zoon, u ziet dat ik al een oud man ben en dat ik onder de winter te lijden heb, die dit jaar lastiger is dan anders. Het blijft almaar regenen, de wind blaast alles weg, de waterstand is uitzonderlijk hoog, en de wegen zijn modderig en zompig door het vele regenwater. Op mijn oude dag kan ik niet meer aan zulke ondernemingen beginnen." De man hoorde al de uitvluchten van de bisschop aan en ging met een triest gevoel bij hem vandaag. Maar toen de bisschop zijn oude ledematen uitstrekte om ze wat rust te gunnen, zag hij de twee maagden vlak naast zich staan. De oudste van de twee zag er verdrietig uit en sprak: "Wat hebben wij u misdaan, hoogzalige bisschop? Welk ongeluk hebben wij het gebied gebracht dat u door God als bisschop is toevertrouwd? Waarom laat u ons zo vallen? Waarom ziet u er tegen op de plaats in te zegenen die door die gelovige man voor ons is bereid? Dus kom op! Nu! We vragen het u in naam van de Almachtige God, waarvan wij dienaressen zijn." Na deze woorden werden haar wangen nat van de tranen die te voorschijn kwamen. De oude man werd wakker, riep zijn koster en zei: "Ik heb gezondigd door niet met die man mee te gaan. Stel je voor, ik zag de twee maagden voor me en ze maakten me dit verwijt. Ik ben bang dat ik een zonde tegen God bega als ik er niet heenga." Eufronius ging op weg en zette er flink de vaart in. De hele reis hield het op met regenen en de wind ging liggen. Nadat hij behouden was aangekomen, zegende hij de plaats en keerde in vrede naar huis terug.

Nog dikwijls had hij het over de verschijning van die twee vrouwen en hoe ze eruit hadden gezien. Dan zei hij, dat de een groter was dan de ander wat betreft lichaamslengte, maar niet wat betreft heiligheid, en dat ze allebei witter waren dan sneeuw. Hij zei erbij dat de een Maura en de ander Britta heette, en dat hij die namen zelf uit hun eigen mond had gehoord.'

Volgens sommige onderzoekers zijn zij dezelfden als de heiligie Brigitta en Maura van Picardië († ca 550; feest 13 juli); tweelingzussen die op hun pelgrimstocht naar Rome om het leven werden gebracht. Hun relieken bevinden zich in het naar hen genoemde Nogent-les-Vierges bij Creil.
[145nr:18]


Bronnen
[101»ook:Bridget; 101a»Brigid; 102»Brigitte; 106»Maura; 107»Brigida; 122»Brigitta; 123p:137; 140»Brigida-Beauvais; 143; 145p:32-33; 190p:74»Britte; 390/2p:78; Dries van den Akker s.j./2007.12.24]

© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen

VoorwoordHoe wordt men heilig?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen