×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Antonius van Lucca, Italië; priester & geloofsverkondiger; † 1e eeuw.
Feest 27 april.
Hij leefde ten tijde van Paulinus, eerste bisschop van de Italiaanse stad Lucca; deze zou nog door de apostel Petrus zelf als bisschop zijn aangesteld.
Hij wordt genoemd in de levensbeschrijving van Sint Torpes van Pisa († 68; feest 17 mei). Hun echtheid wordt betwijfeld, maar de ontmoeting tussen de geloofsleerling Torpes en de priester wordt levendig beschreven. Torpes maakt deel uit van het paleispersoneel van keizer Nero (54-68) en besluit op een goed moment christen te worden. Blijkbaar heeft hij ervan gehoord, want hij heeft weet van het doopsel dat hij steeds ‘heilzaam’ noemt.
Hij ging het paleis uit met een hoofd vol vragen:
“Wat moet ik doen? Zolang ik afgoden blijf dienen, kan ik het heilzame doopsel niet ontvangen.”
Hij kende een priester die diep in de bergen leefde; hij heette Antonius. In de nacht nog verliet hij de Luccaanse Poort bij het amfitheater en ging naar hem toe in de bergen. Hij begon te roepen:
“Heilige vader, priester Antonius, waar bent u? Geef antwoord.”
Daarop antwoordde Antonius vanuit zijn gebedsverblijf:
“En wie mag jij dan wel zijn, mijn zoon?”
Waarop Torpes zei:
“Wees zo goed, vader, om naar mij te luisteren. U hoeft niet bang te zijn. Kijk ik kus uw handen. Bid voor mij. Gisteren zei ik tegen de keizer: ‘Ik verlang ernaar Christus te aanbidden.’ Maar nu ben ik niet gedoopt, en dat maakt mij onzeker. En daarom kom ik u vragen of ik van u het heilzame doopsel mag ontvangen.” De priester antwoordde:
“Hoe weet ik of je motieven oprecht zijn?”
Torpes zei:
“Als ik lieg dan ben ik toch niet waardig het heilzame doopsel te ontvangen?“
Waarop Antonius reageerde:
“In naam van onze Heer Jezus Christus, ik zal je dopen."
En ze daalden de berg af , want daar was levend water aan de kant van het leeuwentouw. En hij zegende het water met zijn handen en goot het als doopsel over hem uit, en hij tekende hem met het kruis van Christus met de woorden:
“Ga nu van hier, mijn zoon, en moge je groeien in het vermogen om van je geloof te getuigen en ervoor te strijden met vijandig gezinde tegenstanders.”
Toen kuste hij hem ten afscheid en onder tranen zei hij:
“Moge de engel van de Heer je geleiden, mijn zoon."
En Torpes zei:
“Bid voor mij, vader.”
Als dit verhaal op waarheid berust, merken we meteen op dat er lang voor de Egyptische woestijnvaders uit de 3e eeuw al christenen als kluizenaar leefden.
Antonius’ lichaam werd teruggevonden in 1201. Bij de herbegrafenis gebeurden wonderen en genezingen.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen