× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 1160  Raniero Scacceri

Raniero (ook Rainerius) Scacceri (ook van Pisa, van St-Guy, van St-Vitus), Pisa, Italië; pelgrim & kluizenaar; † 1160.

Feest 17 juni.

Raniero Scacceri was afkomstig uit Pisa. Hij reisde rond als troubadour en liedjeszanger waarbij hij zichzelf op de violine begeleidde. Zelf zegt hij van die periode in zijn leven dat hij elke gelegenheid tot zonde steeds met beide handen aangreep... Eens kwam hij een vrome kluizenaar tegen die zijn leven in de eenzaamheid aan God toewijdde. Onverhoeds zei hij tegen hem: "Pater, doe voor mij een gebedje, want ik ben lang zo gelukkig niet als ik er van buiten uitzie." Dat gebed veranderde zijn leven. Want hij kwam er door tot inkeer; hing zijn instrument aan de wilgen en beweende zijn zonden zo intens dat hij er nagenoeg blind van werd.

Nu werd hij marskramer. Hij wilde iets verdienen om een pelgrimstocht naar het Heilige Land te kunnen maken. Maar toen hij op een dag in zijn beurs tastte, kwam daar een stank vandaan, zo afgrijselijk als alleen de duivel zelf kan veroorzaken. Dat was het moment waarop hij zich voornam nooit meer een vinger naar geld uit te steken. Nu leefde hij alleen nog van aalmoezen en giften. Op de boot die hem naar Jezus' geboorteland bracht nam hij plaats tussen de roeiers. Alles deed hij met hen samen: roeien, eten, bidden en grappen maken. Hij wist de arme drommels onderweg zo te vermaken dat ze er waren voor ze er erg in hadden.

Na terugkomst trad hij als oblaat in bij de benedictijnen van het St-Andreasklooster te Pisa. Oblaat wil zeggen dat iemand binnen de kloostermuren woont en de levenswijze van de monniken deelt, echter zonder zich geheel aan het klooster te verbinden. Daartoe achtte hij zich in alle eenvoud niet waardig genoeg; hij vond van zichzelf dat hij er niet echt bij hoorde. Later verhuisde hij in dezelfde stad naar het Sint-Vitusconvent. Hij mocht van zichzelf geen hoge dunk hebben, voor de mensen van de stad was hij van onschatbare waarde. Liep hij over straat, dan wisselde hij een vriendelijk woord met ze; speelde soms even met de kinderen en maakte grapjes. Wie in nood zat wist hem te vinden: hij luisterde in alle ernst, leefde mee en stond bekend om de goede raad die hij wist te geven. Men zegt van hem dat hij in staat was bepaalde ziekten te genezen: waarschijnlijk ziekten die te maken hadden met zwaarmoedigheid. Waar hij kwam, begon de zon te schijnen en sloeg de geest van pessimisme en wanhoop op de vlucht. Hij stierf in 1160. Bij wijze van eerbetoon droegen de stadsbestuurders hem ten grave.

In 1591 werd zijn gebeente opgegraven en plechtig bijgezet in een nieuwe vleugel van de kathedraal van Pisa.

Patronaten
Hij is patroon van de stad Pisa; daarnaast van de kluizenaars en van reizigers.


Bronnen
[011; 101; 101a»Raynerius; 104»Rainier; 105; 106; 107; 293; Dries van den Akker s.j./2010.09.01]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen