× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† ca 530  Samson de Gastvrije

Info afb.
Onder: Overweging door Samson

Samson (ook Sampson) de Gastvrije (ook van Constantinopel of Xenodochius); stichter & ziekenverzorger; † ca 530.

Feest 27 juni.

Volgens de overlevering was Samson afkomstig uit Rome. Zijn ouders waren hoogstaande mensen. Hij kreeg zijn opleiding in zijn geboortestad en legde zich vooral toe op de medicijnenstudie. Bij de behandeling van zijn patiënten had hij evenveel aandacht voor hun lichamelijke als voor hun geestelijke gezondheid: hij diende hen ook de medicijn van het christelijk geloof toe.

Op een goed moment verhuisde hij naar Constantinopel. Daar vestigde hij zich in een bescheiden woning, vanwaaruit hij zieken verzorgde en hulpbehoevenden bijstond in hun nood. Dit alles kwam ook de patriarch ter ore.

Was dat al Epifanius, de eerste patriarch die ons bekend is (520-535)?

Hij nodigde hem uit voor de priesterwijding zodat hij de mensen door middel van de sacramenten en de genademiddelen van de kerk nog betere medicijn zou kunnen toedienen.

Uit eigen middelen stichtte hij een gasthuis in de buurt van de Hagia Sofiakerk. Daar verzorgde hij zieken en hulpbehoevenden zonder er ook maar enige vergoeding voor terug te vragen. Integendeel, alwat hij had, gaf hij aan de armen en stak hij in de verzorging van zijn mensen.

Over de stichting van de gasthuis bestaat er een legende.

Samson was reeds op jaren, toen de keizer, Justinianus I, ernstig ziek werd. Zijn lijfartsen hadden hem zelfs al opgegeven. De keizer bleef niets anders over dan zijn gebed en godsvertrouwen. In een nachtelijk visioen deelde God hem mee, dat Samson hem kon beter maken. De oude man kwam en hoefde slechts de vinger op de zere plek te leggen, of de keizer was weer kerngezond. Justinianus wilde hem overladen met geschenken, maar Samson antwoordde:

"Beste keizer, ooit had ik zelf goud en zilver in overvloed, maar ik heb alles weggedaan omwille van Christus, in de hoop daarmee het eeuwig leven te verwerven."

Toen de keizer bleef aandringen, suggereerde Samson hem van dat geld een gasthuis te bouwen voor de opvang van armen en zieken. Daar was de man Gods voor zijn mensen als een vader voor zijn kinderen.

Verering & Cultuur

Na zijn dood werd hij bijgezet in de kerk van de heilige martelaar Mocius († 4e eeuw; feest 3 juli). Hij zou herhaaldelijk in dromen en visioenen zijn verschenen van gelovigen die zijn voorspraak inriepen.

In de Griekse kerk wordt hij vereerd als 'Anarguros': 'Onbaatzuchtige Arts'.


Samson de Gastvrije
'Bericht van boven' (RKK ZinSpelen, Radio 5, zondag 27 juni 2010)

...speel bestand af...

Stel u voor: u komt bij de dokter. En die zegt tegen u: “De kwaal waar u aan lijdt: daar weet ik eerlijk gezegd maar één medicijn voor.” Dan vraagt u vol verwachting: “En wat is dat dokter?”  Dan hoort u hem zeggen: “Als u echt beter wilt worden, moet u in Jezus Christus gaan geloven.” Ik zou uw gezicht wel eens willen zien.

Toch was ik zo’n dokter. Laat ik mij eerst aan u voorstellen. Mijn naam is Samson. Ik ben genoemd naar de beroemde rechter uit de bijbel. Vandaag, 27 juni, is mijn feestdag. Ik werd geboren in het Rome van de vijfde eeuw, dat was toen een stad in verval. Daarom verhuisde ik naar Constantinopel, het tegenwoordige Istanbul. Dat was zo ongeveer het centrum van de wereld. Daar woonde de keizer. Daar trokken dus ook arme drommels en gelukzoekers naar toe; in de hoop een graantje van de welvaart mee te pikken. U zou ze nu economische vluchtelingen noemen. Ze woonden opgepakt in krottenwijken aan de rand van de stad. Zoals je dat nu nog ziet bij allerlei Latijns-Amerikaanse en Aziatische wereldsteden.

Ik vestigde mijn praktijk aan de rand van zo’n krottenwijk. Zodat arme zieken bij mij terecht zouden kunnen. Weet u wat mij opviel? Dat de arme patiënten zo’n beetje dezelfde klachten hadden als de rijke. Ze meenden dat ze lichamelijke kwalen hadden, maar eigenlijk zat de pijn ergens anders. U noemt dat psychosomatisch. Dat woord kenden wij in onze tijd nog niet, maar de diagnose wel. De meeste patiënten leden aan leegheid in hun bestaan; ze hadden het gevoel niet gehoord te worden, onbelangrijk te zijn. Ze begonnen gekke gewoontes te ontwikkelen om toch maar op te vallen of om minstens in hun eigen ogen iets bijzonders te lijken. Noem het neuroses of psychoses. Tegen zulke mensen zei ik dan: “Als u echt beter wilt worden, moet u in Jezus Christus gaan geloven.”

Waarom? Omdat Jezus Christus oog voor hen heeft; hen de moeite waard vindt; ja hen zelfs bemint. Aandacht en eerbied heeft voor hun pijn, en ze zegt hoe je die pijn tot iets zinvols in je leven kunt maken. En dat het leven de moeite waard wordt, wanneer je aan anderen kunt doorgeven wat jezelf hebt ontvangen. Niet meer je eigen veeleisendheid in het middelpunt zet, maar ontdekt hoeveel je al gegeven is. En dat je daar anderen weer goed mee kunt doen.

Kortom, ik begon een hospitaaltje. Ik had zoiets jaren geleden in Rome gezien. Ik nodigde mijn patiënten uit mee te helpen bij de verpleging van anderen. Dat ging fantastisch. Zelfs de keizer hoorde ervan. Ik weet niet wat ze die man allemaal verteld hebben, maar hij meende dat ik een wonderdokter was. Toen hij ernstig ziek werd, en zelfs zijn lijfartsen geen raad meer wisten, werd ik erbij geroepen. Tegen hem zei ik wat ik ook steeds tegen mijn arme patiënten had gezegd: “Als u echt beter wilt worden, moet u in Jezus Christus gaan geloven. Dat zal uw leven weer zinvol maken.” Hij werd beter, en bedacht ons hospitaaltje met flinke schenkingen. Geregeld liet hij zich op de hoogte stellen, hoe het ermee ging. De aandacht voor armen en zieken maakten van hem een gezond en gelukkig mens.

Moet ik nog meer vertellen? U weet nu wat ik bedoel als ik u een goede gezondheid toewens en een fijne vakantie.


Bronnen
[ 102; 139/6p:183; 140/2p:365; 06.27; 500; Dries van den Akker s.j./2001.07.23]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen