×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Monulfus van Maastricht, Nederland; twaalfde bisschop; † 578.
Feest 15 mei (met alle heilige bisschoppen van Maastricht & 16 (& 21) juli (met Gondulfus).
Volgens de overlevering volgde hij Sint Domitianus op als bisschop van Maastricht.
In het Departementaal Archief van de Franse stad Chartres wordt een briefje bewaard uit de tweede helft van de zevende eeuw, waarop staat te lezen: "Hyc sunt pignora de coberturio domno monulfo trejectinse episcopo" (= 'Dit zijn relieken van de kleding van Heer Monulfus, bisschop van Maastricht'). De relieken zelf zijn in de loop der eeuwen verloren gegaan. Hoe ze in Chartres terecht zijn gekomen, blijft onduidelijk. Maar ze bevestigen, dat bisschop Monulfus wel degelijk bestaan heeft en niet voortkomt uit de fantasie van de legendeverteller.
Daarnaast wordt zijn naam ook genoemd door de gallische geschiedschrijver en bisschop Sint Gregorius van Tours († 594; feest 17 november). Hij vertelt in zijn boekje 'Over de Glorie der Belijders', hoe Sint Servatius, die hij overigens Aravatius noemt, na zijn dood in Maastricht werd begraven 'langs de openbare weg bij de brug': "Herhaaldelijk hebben gelovigen in hun ijver een kapelletje getimmerd van glad-geschaafde planken. Maar telkens waren de planken weer naar beneden gekomen vanwege de wind of door hun eigen gewicht. Ik heb gehoord, dat dat zo door is gegaan tot er iemand kwam, die er een gebouw neerzette, dat een eervolle bisschop waardig was. Na enige tijd werd Monulfus bisschop van Maastricht. Hij bouwde een grote kerk ter ere van Servatius, en bracht er rijke versieringen in aan. Daarop werd zijn stoffelijk overschot met groot vertoon van eerbied en plechtigheid naar die kerk overgebracht. Tot op de dag is die kerk beroemd vanwege de grote wonderen, die er gebeuren."
Hij moet gestorven zijn in de tweede helft van zesde eeuw; volgens de legende in 578.
Hij was een zoon van graaf Randas van Dinant, die gehuwd was met een dochter van de graaf van Osterne (= het huidige Loon). Op het moment dat hij in 539 tot bisschop van de stad Maastricht werd gekozen, was hij voorzanger van het kapittel van de Sint-Servaaskerk.
Hij staat te boek als een heilig man.
In 556 begon hij aan de bouw van de grote kerk op het graf van Sint Servatius. Hij koos Sint Bartolomeus als patroonheilige en verbond er een kapittel aan van veertig kanunniken. Voor de relieken van Sint-Servatius liet hij een schrijn maken, die hij in de kerk plaatste; dat was op 9 juli 557.
Van hertog Guyon van de Ardennen kocht hij de steden Mechelen en Jupille alsmede de burcht Chèvremont. Op dat landgoed lagen twee kerkjes, het ene was toegewijd aan Onze Lieve Vrouw en het andere aan Sint Jan de Evangelist. Op de terugweg deed hij in Hoey het kapelletje aan, dat door zijn voorganger Sint Domitianus ter ere van Cosmas en Damianus was gesticht. Toen hij daar in gebed lag neergeknield, kreeg hij een visioen. Hij zag hoe een brandend kruis uit de hemel neerdaalde, een hoe in een bos een nieuwe bron ontsprong en hij hoorde een stem zeggen: "Aan de rivier de Legia zul je de heilige plaats vinden, die door God is uitgegozen tot heil van velen. Op die plaats zal na de marteldood van een dienaar Gods een van de edelste steden van de wereld gesticht worden." Nadat hij uit zijn gebed was opgestaan, vertelde Monulfus van zijn visioen aan zijn metgezellen. Hij beloofde, dat hij een Cosmas- en Damianuskapel zou stichten op de plaats, waar het brandende kruis was neergekomen. Hij kwam zijn belofte na en daarmee was de stichting van de latere stad Luik een feit.
Toen Monulfus eens werd gevraagd voor te gaan in de uitvaartplechtigheid van een belangrijk machthebber, leidde de heenweg door een bos, dat in het verleden door de heidense bewoners van de streek aan de duivel was toegewijd. Hij hoorde er angstaanjagende geluiden, zoals het hinniken van paarden, brullen van leeuwen en een huilende stem die riep: "Help! Help!" Monulfus en zijn metgezellen verstijfden van angst. Toen verscheen er een jongeman, die hem zei: "De ziel van de onreine man, die u gaat begraven, wordt vastgehouden en gefolterd. Ga snel naar de stad en laat het volk drie dagen lang vasten en bidden. Wanneer u dan weer hierlangs moet, en u hoort geen enkel geluid meer, dan zal dat een teken zijn, dat de ziel van die heer door God in genade is aangenomen."
De bisschop deed wat hem was opgedragen. Toen hij drie dagen later langs diezelfde plek kwam, heerste er stilte, vrede en rust. Die heer kreeg vervolgens een plechtige begrafenis.
In 568 stierf Monulfus' vader, graaf Randas van Dinant. Doordat hij verder geen kinderen had, vielen al zijn bezittingen toe aan de heilige bisschop. Zo werd het bisdom Maastricht eigenaar van het graafschap Dinant.
Monulfus stierf in 578 en werd bijgezet in de door hem gebouwde Sint-Bartolomeuskerk, de huidige Sint-Servaas.
Na zijn dood deed Monulfus nog één keer van zich spreken.
Rond het jaar 800 stichtte Karel de Grote de domkerk van Aken. Hij was er zo trots op, dat hij 365 bisschoppen wenste bij de inwijding van de nieuwe kerk, voor elke dag van het jaar één. Maar toen ze er allemaal waren, bleek, dat hij er twee te kort kwam. Alle aanwezigen waren in grote verlegenheid. Dat was voor Monulfus en zijn opvolger Gondulfus het teken om op te staan uit hun graf en zich naar de wijdingsplechtigheid te begeven.
Deze legende is vereeuwigd in een reliëf in de Akense Klappergasse vlakbij de dom. Daarop is te zien hoe twee geraamtes met tabberd, staf en mijter onderweg zijn. De straat zou haar naam danken aan het geluid dat beide skeletten maakten, terwijl zij zich voorthaastten.
Na 39 jaar zijn ambt te hebben uitgeoefend, stierf hij in 578.
Verering & Cultuur
Zijn relieken werden verheven in 1039 in het bijzijn van keizer Hendrik III. In 1890 werd zijn graf in de crypte van de St-Servaaskerk teruggevonden.
Monulfus en Gondulfus zijn de patroonheiligen van Achel, Mechelen-aan-de-Maas, Rotem, St-Huibrechts-Lille en Berg-en-Terblijt.
Hij wordt afgebeeld samen met Gondulfus: Monulphus met en Gondulphus zonder baard; beiden met het model van een kerk in de hand.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen