×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Jean-Marie-Baptiste Vianney (ook Pastoor van Ars), Ars-sur-Formans (bij Villefrance-sur-Saône), Frankrijk; pastoor; † 1859.
Feest 4 augustus.
Hij werd op 8 mei 1786 geboren te Dardilly (niet ver van Lyon) als vierde kind in een eenvoudig boerengezin. Hij wilde dolgraag priester worden, maar had te weinig talent om de opleiding te volgen. Op het eindrapport van het eerste jaar stond vermeld: ‘debilissimus’ (‘ontzettend zwak’). Daar stonden echter zoveel andere, pastorale capaciteiten tegenover dat men hem toch toeliet voor de priesterwijding, 1815.
Drie jaar was hij kapelaan Écully. Toen werd hij benoemd tot pastoor van het zestig huizen tellende dorpje Ars. Hier ontpopte hij zich als een ware zielenherder. Hij was een begaafd biechtvader. Van heinde en verre kwamen jaarlijks zo'n honderdduizend personen `de pastoor van Ars' om raad vragen. Het gebeurde wel dat hij achttien uur achtereen in de biechtstoel zat om biecht te horen. Hij toonde zich barmhartig en vergevingsgezind, met veel begrip voor de menselijke zwakheden, waar hij tegelijkertijd onder leed, en waarvoor hij zich in zijn persoonlijk gebedsleven allerlei vormen van boete en versterving oplegde.
Naar het schijnt leed hij ook onder allerhande verzoekingen van de duivel, die hij `mijn vriend de duivel' noemde. Zijn leven is een aaneenschakeling van gebedsverhoringen, genezingen en voorspellingen. Daarbij had hij een bijzondere verering voor de pas in de Romeinse catacomben teruggevonden heilige martelares Filomena († 4e eeuw; feest 10 augustus).
Er wordt over hem een even aardige als diepzinnige anekdote verteld. Elke ochtend las hij in zijn kerk de Heilige Mis voor een handjevol gelovigen. Op een goed moment werd zijn aandacht getrokken door een oud boertje dat sinds enkele dagen aanwezig was, helemaal achterin de kerk. Hij deed niet mee met de Mis, had geen gebedenboekje, ging niet te communie, en was na afloop onmiddellijk weer verdwenen: hij zat er alleenmaar stil voor zich uit te staren. De Pastoor van Ars kende hem niet, en was nieuwsgierig. Na enige aarzeling stapte hij op het mannetje af met de vraag wat hij nu daar zo achter in de kerk zat te doen. Het antwoord luidde: "Hij kijkt naar mij, en ik kijk naar Hem...".
Verering & Cultuur
Hij rust in de basiliek van Ars-sur-Formans; zijn hart bevindt zich in een reliekschrijn in de Chapelle du Cœur. Heiligverklaard in 1925.
Sinds 1929 is hij patroonheililige van alle zielzorgers.
Hij wordt afgebeeld als kleine, magere man met smal gezicht en lang grijs haar. Vooral als biechtvader in superplie met paarse stola om de hals.
Voor RondZending: 2010, juli: Thema ‘Afsluiting Jaar van de Priester’
De pastoor van Ars heette eigenlijk Jean-Marie-Baptiste Vianney. Hij wordt op 8 mei 1786 geboren te Dardilly (niet ver van Lyon) als vierde kind in een eenvoudig boerengezin. Jean-Marie wil dolgraag priester worden, maar hij heeft te weinig talent om de opleiding te volgen. Het eindrapport van het eerste jaar zegt: ‘debilissimus’ (‘ontzettend zwak’). Daar staan echter zoveel andere, pastorale kwaliteiten tegenover dat men hem toch toelaat voor de priesterwijding, 1815.
Drie jaar is hij kapelaan te Écully. Dan wordt hij benoemd tot pastoor van het zestig huizen tellende dorpje Ars.
Anekdote [1]
Naar men zegt was Ars zo klein dat de beoogde pastoor de weg er naartoe niet kon vinden. Hij moest een herdersjongetje de weg vragen. Toen dat gebeurd was, moet Jean-Marie geantwoord hebben: ‘Jij hebt me de weg naar Ars gewezen, nu zal ik je de weg naar de hemel wijzen.’ In het dorpje Ars staat een standbeeld dat deze ontmoeting tussen de pastoor en de herdersjongen uitbeeldt. Zie bijgaande afbeelding.
In Ars ontpopt hij zich als een ware zielenherder. Hij is een begaafd biechtvader. Van heinde en verre komen jaarlijks zo'n honderdduizend personen ‘de pastoor van Ars’ om raad vragen. Het gebeurt wel dat hij achttien uur achtereen in de biechtstoel zit om biecht te horen. Hij toont zich barmhartig en vergevingsgezind, met veel begrip voor de menselijke zwakheden, waar hij tegelijkertijd onder lijdt, en waarvoor hij zich in zijn persoonlijk gebedsleven allerlei vormen van boete en versterving oplegt.
Naar het schijnt lijdt hij ook onder allerhande verzoekingen van de duivel, die hij ‘mijn vriend de duivel’ noemt. Zijn leven is een aaneenschakeling van gebedsverhoringen, genezingen en voorspellingen. Daarbij heeft hij een bijzondere verering voor de pas in de Romeinse catacomben teruggevonden heilige martelares Filomena (+ 4e eeuw; feest 10 augustus).
Anekdote [2]
Er wordt over hem een even aardige als diepzinnige anekdote verteld. Elke ochtend las hij in zijn kerk de Heilige Mis voor een handjevol gelovigen. Op een goed moment werd zijn aandacht getrokken door een oud boertje dat sinds enkele dagen aanwezig was, helemaal achterin de kerk. Hij deed niet mee met de Mis, had geen gebedenboekje, ging niet te communie, en was na afloop onmiddellijk weer verdwenen: hij zat er alleen maar stil voor zich uit te staren. De Pastoor van Ars kende hem niet, en was nieuwsgierig. Na enige aarzeling stapte hij op het mannetje af met de vraag wat hij nu daar zo achter in de kerk zat te doen. Het antwoord luidde: ‘Hij kijkt naar mij, en ik kijk naar Hem…’
Hij rust in de basiliek van Ars-sur-Formans; zijn hart bevindt zich in een reliekschrijn in de Chapelle du Cœur. Heiligverklaard in 1925.
Sinds 1929 is hij patroonheilige van alle zielzorgers, en met name van de priesters.
Hij wordt afgebeeld als kleine, magere man met smal gezicht en lang grijs haar. Vooral als biechtvader in superplie met paarse stola om de hals.
Bijgevoegd zijn enkele afbeeldingen om bij te mijmeren:
1 Het standbeeld (afb. 4)
2 Het interieur van het kerkje met preekstoel (afb. 5)
3 Een afbeelding van hoe pastoor van Ars preekt (afb. 6)
4 Pastoor van Ars hoort biecht, terwijl de varkens er omheen lopen;
sculptuur uit de voormalige Pastoor van Arskerk in Delft (afb. 7)
5 Een tekening uit 1866. De toeloop van pelgrims is dan al zo groot dat men besluit een veel grotere kerk te bouwen om het veel te kleine dorpskerkje te vervangen. Maar dat willen de bedevaartgangers niet. Zodat de grote nieuwe kerk dienst doet als voorportaal voor het oude kerkje (afb. 8)
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen