×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Melitina (ook Mela, Melissa, Melitene, Melita of Melitta) van Marcianopolis (ook van Preslav), Thracië (thans Bulgarije); martelares; † 2e eeuw.
Feest 15 & 16[140;141] september & 29 oktober (oosterse kerk).
Ten tijde van de Romeinse keizer Antoninus (138-161) braken er hier en daar in het Romeinse Rijk christenvervolgingen uit. Onder Antiochus die op dat moment stadhouder was over Thracië, werd Melitina gearresteerd. Waarschijnlijk had zij de aandacht op zich gevestigd doordat zij overal aanhangers van het christendom probeerde te werven. Zij werd tot twee keer toe naar de plaatselijke afgodentempel gevoerd met de bedoeling dat ze daar aan de Romeinse goden zou offeren, zoals dat trouwens van iedere burger werd verwacht. Maar zij weigerde, omdat ze christen was; zij wilde alleen eer bewijzen aan de God die hemel en aarde geschapen had en die zich had laten kennen door Jezus Christus.
De eerste keer dat zij de tempel betrad, stortte het beeld van Hercules naar beneden, nog wel één van de machtigste goden. Hij werd beroemd door zijn reusachtige werken, sterke staaltjes van reuzenkracht...! De tweede keer was het Apollo die naar beneden kwam en in het stof beet. Dat waren toch duidelijke tekenen dat haar God sterker was dan die van de Romeinen. Velen bekeerden zich bij het zien daarvan tot de god die Melitina aanbad; onder hen was zelfs de vrouw van de stadhouder! Dat konden de plaatselijke overheden niet hebben. Ze werd gruwelijk gefolterd. Om te beginnen werd ze tot op het blote lijf uitgekleed en in het openbaar ten toon gesteld, vervolgens hing men haar op om haar levend te kunnen villen; tenslotte maakte men een eind aan haar leven door haar het hoofd af te slaan.
Zij werd begraven op het Griekse eiland Lemnos in de Egeïsche Zee. Dat kwam, omdat een zekere Acacius, waarschijnlijk één van haar bekeerlingen, haar meenam naar Macedonië om haar daar dicht bij huis te kunnen begraven. Maar hij leed schipbreuk en spoelde aan op het eiland Lemnos. Daar werd zij plechtig bijgezet. Enkele dagen later overleed ook Acacius zelf (aan de gevolgen van het ongeluk?). Hij werd bijgezet naast zijn geliefde heilige. Later werden haar relieken overgebracht naar Constantinopel.
Zij wordt afgebeeld temidden van neerstortende afgodsbeelden, of met een zwaard, haar uiteindelijke martelwerktuig.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen