× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contactzoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† ca 690  Roding van Tholey

Roding (ook Chrauding, Chraudinus, Craudingus, Croding, Ghrodingus, Graudingus, Rodingus, Rodwin of Rouin) van Tholey (ook van Beaulieu), Duitsland; stichter & abt; † ca 690.

Feest 17 & 25 september

Ruim driehonderd jaar na zijn dood werd zijn levensverhaal opgeschreven door Richard van St-Vannes († 1046), wellicht op basis van beschikbare documenten, maar zeker ook vanuit het ideaalbeeld dat Richard had van een heilige monnik. Roding zou rond 594 geboren zijn op een eilandje tussen Engeland en Ierland. Hij zou in een Iers klooster monnik geworden zijn en daar de priesterwijding, en volgens zeggen zelfs rond 624 de bisschopswijding ontvangen hebben.

Naar het voorbeeld van zijn heilige landgenoten Columbanus († 615; feest 23 november) en Gallus († ca 640; feest 16 oktober) stak hij over naar het vasteland in gezelschap van zijn gelijknamige neef, de edelman ('dux') Chrodwin, een leerling Stefanus en wellicht nog enkele anderen. Nadat zij een aantal heilige plaatsen bezocht hadden, klopten zij aan bij klooster Tholey met het verzoek te mogen intreden. Zij werden er met open armen ontvangen, aldus Rodings levensbeschrijver, want zij waren een toonbeeld van gebed, gehoorzaamheid en kloosterlijke geest.

Daar volgde hij zo onbeweeglijk de fascinerende lessen van de monnik Sint Paulus († 647; feest 8 februari), dat zijn medemonniken wel eens meenden dat hij in slaap was gevallen of veranderd in een wassen beeld. Toen zijn leermeester tot bisschop werd benoemd van de stad Verdun, volgde hij hem op en zette diens traditie voort, met als gevolg dat hij na de dood van Sint Wendelinus met algemene stemmen tot abt werd gekozen. Deze benoeming kreeg de instemming van bisschop Modoald van Trier.

Rond 640 zou hij zijn functie hebben overgedragen aan zijn gelijknamige neef en in dienst zijn getreden van zijn vroegere leermeester Sint Paulus om in diens diocees het evangelie te verkondigen. Intussen vond hij een geschikte plek voor een nieuwe kloostervestiging waar hij zich in gebed kon terugtrekken: Waslogium in Argonne.

Tot op de dag van vandaag ligt er een gehucht met de naam Waly, verbastering van Waslogium?

Rodings levensbeschrijver Richard geeft een romantisch beeld van de gebeurtenissen: 'De dienaar van Christus en zijn trouwe volgelingen zijn weg van deze plek en zetten zich aan het werk. Overal hakken zij bomen om en takken weg, en in de open plek die zo ontstaat bouwen zij van takken en bladeren een onderkomen. Zo verandert een schuilplaats van wilde dieren in een huis van gebed. Temidden van de wildernis wordt de standaard van het kruis opgericht. Waar je tot nu toe in deze verlatenheid alleen maar het huilen van wolven, blaffen van vossen, slaan van de leeuwerik of de verwarde geluiden van allerlei dieren en vogels kon horen, stijgt nu een koor van heilige psalmen en lofzangen op naar God in de hemel. De eenzaamheid zelf begint haar Scheppper te vieren. Al gauw vertellen de mensen in de omtrek aan elkaar over die onbekende pelgrims die niet tussen de mensen, maar de wilde beesten zijn komen wonen.'

Maar toen de eigenaar van de grond erachter kwam, dat wildvreemde barbaren de brutaliteit hadden gehad zomaar op zijn terrein bomen om te hakken en zich een verblijfplaats in te richten, verjoeg hij ze met harde hand. Daarop maakte Roding een bedevaart naar de apostelgraven in Rome om er te vragen wat wijsheid was. Hij kreeg de opdracht naar de door hem uitgekozen plek terug te gaan in weerwil van de mogelijke vervolgingen die dat met zich mee zou brengen.

De terugweg werd getekend door grote droogte. Water was schaars geworden en toen hij zich eens neerzette om wat uit te rusten en een beetje te eten en te drinken, bleek er in de wijde omtrek geen water en dus ook geen voedsel te zijn. Daarop stak hij zijn stok in de grond en onmiddellijk ontsprong er een bron met fris, helder water. Tot op de dag van vandaag houdt men die plek in ere als de 'St-Rodingbron'. Zodra dit de eigenaar van het terrein die Roding verjaagd had, ter ore kwam, besefte hij dat hij een groot heilige had verjaagd. Hij kreeg spijt en smeekte Roding terug te keren en bezit te nemen van zijn land. Ook zijn familieleden gaven de heilige man landgoederen ten geschenke. Zo ontstond klooster Waslogium, toegewijd aan de goddelijke Verlosser en Sint Mauritius; deze laatste waarschijnlijk als eerbetoon aan Tholey dat immers aan dezelfde heilige was toegewijd. Richard veronderstelt ook dat Roding tijdens een van zijn bedevaarten naar Rome het beroemde St-Mauritiusklooster in het Zwitserse Agaunum (= het huidige Sankt-Moritz) heeft bezocht. Dat is zeer wel mogelijk.

Door de lieflijke ligging van Waslogium raakte het bekend onder de naam Beaulieu-en-Argonne (dep. Meuse), gelegen in het bisdom Verdun. Het klooster stond in hoog aanzien want het ontving privileges van de Frankische koning Childerik II (662-675).

Tegen het eind van zijn leven droeg Roding zijn abbatiaat over aan zijn landgenoot Stefanus en trok zich opnieuw terug in een eenzame kluizenaarscel zo'n drie kilometer verderop. Als jaar van zijn dood wordt door sommigen 680, door anderen 690 gegeven.

Verering & Cultuur
Zijn verering is heel oud. Relieken van hem bevinden zich in de kerk van Beaulieu; de St-Rodingbron bestaat nog steeds.


Bronnen
[Bri.1953; D'A.1985p:137; Gb3.1987p:125; Gué.1880/11p:163; Lin.1999; Pnz.1988; Pra.1988; Süt.1941p:300; Dries van den Akker s.j./2008.04.04]

© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen

VoorwoordHoe wordt men heilig?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen