× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
† 275-325  Firminus van Amiens

Info afb.

Firminus (ook Firmianus, Fremin of Fromin) van Amiens (ook van Pamplona, Spanje), Frankrijk; eerste bisschop & martelaar; † eind 3e of begin 4e eeuw.

Feest 25 september.

Historici nemen aan dat Firminus de eerste bisschop van de stad Amiens geweest moet zijn en dat hij de marteldood is gestorven, rond het jaar 290, of aan het begin van de 4e eeuw.

Firminus' levensverhaal, zoals het tot ons is gekomen, werd pas opgetekend in de 9e eeuw, en berust dus voor het overgrote deel op legende.

Legende
Hij zou afkomstig zijn uit Pamplona, waar zijn vader, Firmus, senator was. Eens gingen zij naar de tempel van de Romeinse god Jupiter om offers te brengen, juist op het moment dat een christenpriester, Honestus genaamd, zomaar in het openbaar daar stond te verkondigen, dat die Romeinse goden niets voorstelden, duivelse uitvindingen waren en niets hadden uit te staan met de ware God.
"Hebt u dan iets beters?" moet toen Firmus gevraagd hebben.
In het daarop volgende gesprek liet Honestus zien waarin het ware geloof bestond. Hij verwees daarbij steeds naar zijn eigen leermeester, Saturninus; deze zou nog een leerling van Jezus zelf zijn geweest; hij zou deel hebben uitgemaakt van de groep van (twee-en-)zeventig leerlingen die Jezus ooit twee aan twee voor zich uit had gestuurd (Lukas 10,01). Deze Saturninus, in de volksmond 'Sernin', was tenslotte bisschop van Toulouse geworden († ca 257; feest 29 november).
"Wat zou ik die man graag eens willen ontmoeten" verzuchtte de senator.
Toevallig verbleef Sernin op dat moment in Spanje, en juist één week na deze gebeurtenissen bracht zijn reis hem in Pamplona. Daar wist hij in maar drie dagen wel veertigduizend mensen tot Christus te bekeren. Onder hen bevonden zich ook Firmus en zijn vrouw, en hun zoontje Firminus. Hij diende hun het doopsel toe en vertrouwde alle nieuwe christenen toe aan de goede zorgen van Honestus. Op hem rustte ook de taak om de kleine Firminus op te voeden in de geest van Jezus. Honestus deed zijn best, met als gevolg dat Firminus als 17-jarige knaap kon preken als de beste. Op zijn vierentwintigste verkreeg hij de bisschopswijding en vertrok naar het noorden om daar Christus te gaan verkondigen.

Volgens de overlevering was het Saturninus’ opvolger, bisschop Honoratus van Toulouse († ca 300; feest 21 december), die Firminus tot bisschop wijdde.

Zo bracht hij het evangelie in Aquitanië en Auvergne, in de omgeving van Beauvais, en bereikte tenslotte Amiens. Daar woedde op dat moment een heftige christenvervolging. Hij wist echter zoveel mensen tot Christus te brengen dat de stadhouders Longulus en Sebastianus zich genoodzaakt zagen hem te arresteren en op te sluiten in een akelige gevangenis. Zonder vorm van proces brachten ze hem stiekem in de gevangenis ter dood. Intussen verspreidden ze onder de mensen het gerucht dat hij aan een hartstilstand overleden zou zijn.

Aldus staat de legende afgebeeld in steen aan de buitenkant van de kooromgang in de kathedraal van Amiens.
Onderschriften bij de verschillende taferelen:

1
"Le disième de octobre Amiens
Saint Fremin fit premier entrée
Dont Faustinien et les siens
ont grande joye demontrée."
[De tiende oktober arriveert Firminus te Amiens
tot vreugde van Faustinus en zijn mensen]

2
"Au peuple d'Amiens annucha
La sainte foy evangelique
Tant que plusieurs adrescha
A tenir la foy catholyque."
[Hij verkondigde het evangelie aan de inwoners van Amiens,
zodat er heel wat het katholiek geloof aannamen]

3
"Faustinien la noble attile
[Pênie agrippin famille enfans]
Baptisa avec trois mille
Pour vingt pour la foy câsellâs."
[Stadhouder Faustinianus met zijn hele huisgezin
en nog drieduizend anderen gedoopt in het katholiek geloof]

4
"Longulus et Sebastien
Des Ydolâtres a l'instance
Le saint martyr par fauss moyen
Emprisonnerent et puis [lass ce]."
[De afgodendienaren Longulus en Sebastianus
zetten Firminus gevangen]

5
"Que le peuple en eut Cognaissance
Secrètement contre raison
Pirent de nuit souls leur puissance
A rechercher le chef en la prison."
[De gelovigen komen hun leider ‘s nachts
in het geheim opzoeken om hem te horen]

Verering & Cultuur
Vervolgens toont diezelfde serie afbeeldingen hoe de verering van Firminus in Amiens op gang kwam. Zo’n driehonderd jaar later is Salvius (ook Sauve: † ca 615; feest 11 januari) bisschop van Amiens. De herinnering aan de eerste bisschop leeft voort, maar de plaats waar hij destijds begraven was, is men intussen vergeten. Daarom roept Salvius zijn gelovigen op tot gebed, zodat God die plek middels een bijzonder teken zal openbaren. Hoe dat gebeurt staat weer te lezen op de onderschriften. Wanneer het graf van Sint Firminus geopend wordt, verspreidt zich onmiddellijk een hemelse geur tot in de wijde omgeving. De bisschoppen van de omringende bisdommen komen er op af om te zien waar die geur vandaan komt…

6
"Sainct Saulve le peuple incitoit
De faire a dieu prière pure
Désirant savoir ou estoit
De Sainct Frémin la sépulture."
[Bisschop Sint Salvius vraagt de bevolking
te bidden om Firminus' graf terug te mogen vinden]

7
"Sainct Saulve en élévans les [yruly]
Apprechent du zone divin
Comme un raye des soleil de lluz
De Corps du martyr sct Fremin."
[Een zonnestraal wijst het graf van Sint Firminus aan]

8
"Quatre eveques Beauvais, Noyon, Cambrai,
Thérouanne aindant Dieu
Vindrent vor cette Invention evoquez
Par l'odeur du lieu."
[De vier bisschoppen van Beauvais, Noyon, Kamerijk en Thérouanne
komen op de geur af om te zien wat er gevonden wordt]

9
A sainct Acheuil en chasse mise
Fut puys en Amiens apporté
Plusieurs malades la transmis
Le dépriant eurent santé."
[Overbrenging Firminus' relieken van St-Acheul naar Amiens,
waarbij vele zieken langs de route genezen worden]

Hij wordt afgebeeld als een bisschop (tabberd, mijter, staf), met de palmtak (symbool van de overwinning door het martelaarschap), met een zwaard (zijn martelwerktuig), of ook wel met een eenhoorn; soms draagt hij zijn hoofd voor zich uit.

Hij wordt aangeroepen tegen allerhande ziektes; ook bij droogte.


© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen