× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieėn, overleed 30 oktober 2022
† 420  Hiėronymus van Bethlehem

Info afb.

Hiėronymus (eigenlijk Eusebius Hiėronymus Sofronius) van Bethlehem, Palestina; monnik & kerkleraar; † 420.

Feest 9 mei & 30 september.

Hiėronymus was afkomstig uit Strido (of Stridon), gelegen in de landstreek Dalmatiė, vlak bij het huidige Ljubljana; hij moet rond 341 geboren zijn; anderen menen 347. Hij studeerde in Rome; daar deed hij een grote liefde op voor de klassieke literatuur. Rusteloos zwierf hij door Italiė en Galliė. In 367 verblijft hij in Trier. Daar raakt hij zo onder de indruk van het voorbeeld van de monniken dat hij besluit die levenswijze op zich te nemen en zich onverdeeld aan Christus toe te wijden. Zo verblijft hij enige tijd als monnik in Palestina en keert tenslotte weer naar Rome terug, waar hij tot priester wordt gewijd. Hij staat als secretaris in dienst van paus Damasus († 384; feest 11 december). Deze geeft hem de opdracht een Latijnse vertaling te maken van de hele bijbel.

Intussen leidt Hiėronymus een streng monnikenleven. In die geest geeft hij enige rijke Romeinse vrouwen geestelijke leiding. Als één van hen sterft, gaat het gerucht dat de doodsoorzaak gezocht moet worden in de al te strenge verstervingen die Hiėronymus haar had aangeraden. Dat geeft zoveel schandaal dat hij andermaal vertrekt naar Palestina in gezelschap van een aantal vrome vrouwen. Hij vestigt zich met enkele volgelingen als kluizenaar in Bethelehem, in de grot waar volgens de overlevering Jezus destijds geboren moest zijn.

Nu besteedt hij al zijn tijd aan de vertaling van de Heilige Schrift. Zo wordt hij één van de grootste geleerden van zijn tijd. Hij is één van de weinigen die Hebreeuws kent. Hij kan het dan ook niet hebben als een ander, zoals bijvoorbeeld de grote heilige Augustinus († 430; feest 28 augustus), het soms niet met zijn bijbelvertaling of uitleg eens is. Daar komt bij dat hij een nogal nurks karakter heeft, wellicht veroorzaakt door een maagzweer die hij had opgelopen door zijn extreme verstervingen in vroeger jaren. De Latijnse bijbelvertaling van Hiėronymus gaat de geschiedenis in als de zogeheten Vulgaat en is in de katholieke geloofsgemeenschap in gebruik geweest tot in de 20e eeuw.

Over de tijd dat Hiėronymus zich temidden van zijn medebroeders aan de bijbelstudie wijdde is een beroemde legende.

Legende
Op een avond zat de heilige Hiėronymus met zijn broeders te luisteren naar een lezing uit de Heilige Schrift. Ineens kwam er een leeuw kreupel het klooster binnenstrompelen. Alle broeders vluchtten weg bij het zien van het dier. Maar Hiėronymus ging hem tegemoet alsof hij een gast ontving. De leeuw gaf te kennen dat zijn poot gewond was. Toen riep Hiėronymus zijn broeders terug en beval hun die poot te wassen zodat ze de wond zouden kunnen opsporen. Ze gehoorzaamden en ontdekten tenslotte dat hij door een doorn gestoken was. Ze verzorgden hem met alle liefde, zodat die leeuw tenslotte volkomen mak was en met hen meeleefde als een gewoon huisdier.

Nu begon Hiėronymus te beseffen dat de Heer die leeuw niet alleen naar hen had toegestuurd om door hen genezen te worden, maar ook om het klooster van dienst te zijn. Hij overlegde met de broeders en besloot dat hij de ezel naar het weitje moest brengen en daar de wacht over hem houden. Die ezel werd gebruikt om het hakhout uit het bos naar huis te dragen. En zo begon die leeuw elke dag met pakezel naar het bos te lopen en hield de wacht op het weitje kortom, hij liep op die ezel te passen alsof hij nog nooit anders had gedaan. En elke avond als het etenstijd was keerde hij met het dier weer naar huis terug.

Nu gebeurde het eens dat het ezeltje op de wei liep en de leeuw zoetjesaan in slaap was gevallen. Juist op dat moment kwam er een karavaan kooplieden voorbij op kamelen. Zij zagen dat ezeltje daar zo helemaal alleen staan en pakten het mee. Toen de leeuw weer wakker werd miste hij zijn ezeltje en begon brullend heen en weer te lopen. Maar hij vond het nergens. Triest kwam hij bij het klooster terug. Hij durfde van schaamte niet naar binnen, terwijl hij dat anders altijd wel deed zonder mankeren. De broeders merkten dat hij later terug was dan anders en dat hij het ezeltje niet bij zich had en zij veronderstelden nu dat hij honger had gekregen en toen maar het ezeltje had opgevreten. Ze weigerden hem dus verder te voederen met de woorden: "Je gaat maar verder opmaken wat er van het ezeltje nog is overgebleven; misschien dat je dan genoeg hebt!" Toch twijfelden ze of die leeuw zoiets werkelijk gedaan zou hebben en ze gingen naar het weitje om te zien of ze een spoor van die moord konden vinden. Maar ze vonden niets en kwamen terug om dit alles aan Sint Hiėronymus te vertellen. Die gaf hun toen de raad dat ze voortaan de leeuw het werk van het ezeltje moesten laten doen. En zo stapelden zo voortaan het hout dat zij hakten op zijn rug. En de leeuw droeg dat gelaten.

Toen hij op een dag na zijn werk naar buiten ging en begon rond te lopen om te zien of hij een spoor van zijn gezel kon vinden, zag hij in de verte een karavaan kooplieden op kamelen aankomen. Voor hen uit liep een ezeltje. Want het is gebruik in dat land dat als je met kamelen een verre reis maakt je een ezeltje aan een touw om zijn hals vooruit laat lopen: want die weten heel goed de weg te vinden. De leeuw herkende onmiddellijk zijn ezeltje en liep luid brullend die kooplui tegemoet. Die namen onmiddellijk de vlucht. Hij brulde verschrikkelijk en sloeg vervaarlijk met zijn staart op de grond, zodat hij de kamelen opdreef in de richting van het klooster. Toen de broeders in de gaten kregen wat er gebeurde, gingen ze Sint Hiėronymus waarschuwen. Deze zei: "Mijn beminde broeders, gaat terug en wast al onze gasten met eerbied de voeten, maak voor hen iets te eten klaar en wacht verder af om te zien wat de wil van God is." De leeuw sprong en huppelde van blijdschap sinds lange tijd weer het klooster binnen, ging voor elke broeder op de grond liggen en kwispelde met zijn staart. Het leek wel alsof hij om vergeving smeekte voor een misdaad die hij nooit had begaan. Maar Hiėronymus wist van binnen wel wat er precies gebeurd was. Daarom had hij tegen de broeders gezegd: "Breng alles in orde voor de gasten en zie wat ze nodig hebben." Terwijl hij nog sprak verscheen er een bode in het klooster met de boodschap dat er gasten aan de deur stonden die vader abt wilden spreken. Meteen toen hij in de deuropening verscheen, vielen ze hem te voet en begonnen te jammeren om genade voor hun misdaad. Vriendelijk hielp hij ze weer overeind met de woorden dat ze hun spullen weer mee konden nemen maar dat ze zich nooit meer mochten bezondigen aan diefstal. Ze vroegen hem om zijn zegen en zeiden dat ze de reukolie die ze vervoerden voor de helft hier wilden laten. Dat weigerde hij. Maar ze drongen zo lang aan dat hij het tenslotte liet aannemen. Ze beloofden ook dat ze elk jaar terug zouden om zo'n zelfde hoeveelheid reukolie aan de broeders te schenken. En dat ook hun erfgenamen dit zouden volhouden.
[183]

Het schijnt dat deze legende is ontleend aan de woestijnvader Gerasimus († 475; feest 5 maart).

Verering & Cultuur
In de kunst wordt hij afgebeeld, gezeten aan een lessenaar of geknield voor een kruisbeeld; vaak met de leeuw bij zich; ook is er dikwijls een rode kardinaalshoed te vinden.
Hij is patroon van de bijbeluitleggers (exegeten).

In 1946 publiceerden Gabriėl SMIT (rijmpjes) & Piet WORM (prentjes) een boekje over heiligen voor kinderen: ‘Roosjes uit de Hemeltuin’; Utrecht/Antwerpen, De Fontein. Het bevat ook een rijmpje voor Jeroen:
Jeroen, gij wijze kluizenaar,
Hoeft niet te vrezen voor gevaar:
De leeuw, van zoveel wijsheid tam
Ligt aan uw voeten als een lam.
Geen vijand drijft mij in het nauw
Wanneer ik zó op God vertrouw.

Weerspreuk(en)
'Is de nacht van Sint-Hiėronymus klaar,
een strenge winter, verwacht 't maar.'


Bronnen
[101a; 333p:83.84; [Dries van den Akker s.j./2007.09/17]

© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen