×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Hor (ook Or) van Nitria, Egypte; kluizenaar & abt in de woestijn; † 4e eeuw.
Feest 12 november.
Hij had als abt de leiding over wel duizend broeders. Hij zag er uit als een engel, want al was hij over de negentig, uitgeteerd was hij niet; integendeel hij zag er stralend en jeugdig uit. Aanvankelijk had hij op zijn eentje diep in de woestijn geleefd, maar later was hij iets dichter bij de nederzettingen van de andere monniken komen wonen. Omdat er helemaal niets groeide, begon hij er bomen te planten, zodat de broeders niet van al te ver het benodigde materiaal hoefden te halen voor de bouw van hun cel. Hij voedde zich met de dorre kruiden en wortels die er in de woestijn groeiden. Water dronk hij, als hij het toevallig vond. Bij alles wat hij deed, dus tijdens zijn omzwervingen op zoek naar voedsel en drinken, zong hij onafgebroken hardop zijn psalmen en gebeden. Het schijnt dat hij niet kon lezen en schrijven, maar na zijn verblijf in de woestijn kende hij de hele Heilige Schrift van buiten. Later bleek hij opeens wel te kunnen lezen. Zelf vertelde hij dat een engel van God het hem had geleerd.
Rufinus vertelt dat hij vader Hor op zijn rondtocht langs de woestijnvaders persoonlijk heeft ontmoet. Van een woestijnmonnik had vader Hor eens het verhaal gehoord dat een grote schaar van engelen hem was verschenen; zij voerden een vurige wagen in hun midden mee, alsof zij het escorte vormden van een machtig koning. De leider richtte zich tot hem met de woorden:
"Jij, mensenkind, je hebt het volbracht. Val in aanbidding voor mij neer, en ik zal je van deze wereld wegvoeren zoals het ook ooit met de profeet Elia is gebeurd."
Maar de monnik dacht bij zichzelf:
"Hoe kan dat nou? Elke dag val ik aanbidding neer voor Jezus, mijn verlosser en koning. Dat weet Hij natuurlijk heel goed. Als Hij hier voor mij stond, zou Hij mij toch zeker niet vragen te beginnen met iets wat ik al elke dag doe?"
Hij gaf dus ten antwoord: "Ik vereer mijn koning al, elke dag opnieuw. U kunt dus mijn heer niet zijn!"
Op die woorden ging de vijand plotseling op in het niets.
De monniken die erbij geweest waren toen hij dit vertelde, verzekerden ons dat vader Hor zelf die woestijnmonnik was geweest.
Al degenen die hem gekend hebben, roemen zijn heilige levenswandel.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen