×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Kunibert (ook Chunebertus, Cunibert, Honoberthus of Hunebert) van Keulen, Duitsland; aartsbisschop; † ca 663.
Feest (vroeger: 5 september: overbrenging relieken) & 12 november.
Hij werd ergens tussen 590 en 600 geboren uit een adellijk Frankisch geslacht aan de Moezel. Volgens zeggen heette zijn moeder Regina en zijn vader Crallo. Hij genoot zijn opvoeding aan het hof van koning Dagobert I (* ca 600 - † 639). Bisschop Modoaldus van Trier († 640; feest 12 mei) koos hem in 614 als zijn aartsdiaken. Reeds in die tijd werd hij herhaaldelijk om raad gevraagd door bisschop Arnulf van Metz († 641; feest 18 juli) en koning Chlotarius II. Vooral wanneer zij zich geconfronteerd zagen met de boze bedoelingen van koningin Brunhilde van Bourgondië.
In 623 werd hij gekozen tot aartsbisschop van Keulen. Om zijn barmhartigheid en wijsheid was hij niet alleen geliefd bij zijn gelovigen, maar werd hij ook gewaardeerd door de groten van zijn tijd: vooral de koningen Dagobert I, Sigebert III († 656) en Pepijn de Oudere († 639; feest 21 februari); stuk voor stuk heeft hij hen gediend als hun persoonlijk raadsman.
Legende
Al lang liep bisschop Kunibert met het verlangen rond het graf van de heilige Ursula († 453; feest 21 oktober) te ontdekken. Zij was immers met haar gezelinnen in Keulen begraven. In het jaar 640 droeg hij in de Ursulakerk de mis op met de intentie het graf van deze grote heilige terug te mogen vinden. Daarop verscheen er een hagelwitte duif die volkomen geruisloos naar beneden kwam zweven en behoedzaam op zijn hoofd ging zitten; vervolgens vloog zij op, beschreef drie maal een cirkel boven het hoofdaltaar en streek weer neer in een zijkapelletje. Daarop was zij ineens verdwenen. Kunibert gaf opdracht dat men op die plaats zou gaan graven en daar werd inderdaad het graf van de heilige martelares aangetroffen. Hij liet onmiddellijk haar schedel ter verering in een zilveren reliekschrijn vatten.
Hij spoorde zijn vorsten aan om kerkelijke steunpunten te stichten: op zijn aandringen kwam onder meer het dubbelklooster Stavelot-Malmédy tot stand.
Kunibert liet in Keulen vlak aan de haven een kerk bouwen die hij aan paus Clemens († 97; feest 23 november) toewijdde, omdat deze in het water was verdronken en daardoor patroon van de schippers was geworden; als nevenpatroons golden de beide Ewalden († 7e eeuw; feest 03 oktober). Bij de verbouwing van de kerk in 1247 werd zij aan de stichter zelf toegewijd: Sankt-Kunibert.
Hoezeer hij verknocht was aan de Rijn waaraan zijn geliefde Keulen was blijkt uit nog een andere legende.
Legende
Eens genas hij een bezeten man van een onreine geest. Deze smeekte hem toestemming te geven om in de Rijn te worden gedompeld. Maar bisschop Kunibert riep verontwaardigd: "Wat!? Jij stuk vuilak en viezerik! Wil jij dat water smerig maken dat onze Schepper zo schoon geschapen en gezegend heeft vanaf de bron tot aan de plek waar het uitstroomt in de zee!? Hoeveel wonderen stralen er niet doorheen en hoeveel heiligen hebben het niet nog eerbiedwaardiger gemaakt. En nu zou jij in dat schone water willen worden gezonden!? Maak dat je wegkomt in de diepste afgrond van de zee, ja nog onder de monsters van de nacht!" En jammerend ging de boze geest er van door en deed wat de heilige hem had opgedragen.
Hij probeerde vanuit Utrecht de Friezen voor het christendom te winnen, maar dat zou pas lukken onder Willibrord, die vanaf 690 vanuit Engeland in onze streken Christus verkondigde. Ook de bekering der Saksen vanuit de Duitse plaats Soest gelukte hem niet; dat zou pas gebeuren met de beide Ewalden, die met Willibrord waren meegekomen en in 695 bij de Saksers de marteldood stierven en vooral met Liudger († 809; feest 26 maart), van wie geschreven staat dat hij met zijn optreden meer Saksers voor Christus wist te winnen dan Karel de Grote met al zijn legers. Kunibert moet gestorven zijn rond 663. Hij ligt begraven in 'zijn' kerk.
Toen in het jaar 1080 ten tijde van aartsbisschop Siegwin de Vrome († 1089; feest 31 mei) de Petruskerk in brand vloog, kwamen de geestelijken van de Clemenskerk met de relieken van Kunibert; daarop doofden de vlammen.
Hij wordt aangeroepen tegen koorts en hoofdpijn.
Keulen is beroemd om zijn krans van tien Romaanse kerken. Een ervan staat vlak aan de Rijn en is toegewijd aan Sint Kunibert, Keuls bisschop van 623 tot 663. Hem zou ik voor willen dragen als patroon van het milieu.
Tot voor kort was de Rijn toonbeeld van vervuiling door de zware industrie die er zijn afval in loosde. Alle leven stierf uit. Je kon er beter niet in zwemmen; je zou in het water oplossen. Welvaart en afval. Niet alleen de Rijn was een open riool, overal in de geïndustrialiseerde wereld zag en zie je hetzelfde verschijnsel. Tankers lopen op kusten en kotsen het milieu onder met hun zware olie. Of er wordt gewoon restolie in zee geloosd. Dat geldt allemaal niet alleen voor het water, ook voor de bodem, de lucht en zelfs de ozonlaag. Vervuiling is sinds de tweede helft van de vorige eeuw een groot probleem.
Wat heeft Sint Kunibert daar mee te maken? Over hem wordt de volgende legende verteld.
Eens genas hij een bezeten man van een onreine geest. Die onreine geest smeekte hem in de Rijn te mogen worden gedompeld.
Wij herinneren ons dat Jezus ook ooit onreine geesten uitdreef, ‘Legioen’ noemden zij zichzelf. Zij smeekten Hem dat zij in varkens mochten worden gedreven. In Jezus’ tijd onreine dieren bij uitstek. Dat gebeurde. Vervolgens stortte de horde varkens zich in zee en verdronk. Beeld van Jezus’ overwinning op alle kwade machten. Straks zal Jezus over het water wandelen en daarmee nog eens benadrukken dat Hij boven het kwaad en de dood staat.
Misschien dat de onreine geest die door Kunibert werd uitgedreven, wel aan dat verhaal van Jezus dacht en daarom vroeg om zich in de Rijn te mogen storten.
Maar bisschop Kunibert riep verontwaardigd: "Wat!? Jij stuk vuilak en viezerik! Wil jij dat water smerig maken dat onze Schepper zo schoon geschapen en gezegend heeft vanaf de bron tot aan de plek waar het uitstroomt in de zee!? Hoeveel wonderen stralen er niet doorheen en hoeveel heiligen hebben het niet nog eerbiedwaardiger gemaak? En nu zou jij in dat schone water willen worden gezonden!? Maak dat je wegkomt in de diepste afgrond van de zee, ja nog onder de monsters van de nacht!" En jammerend ging de boze geest er van door en deed wat de heilige hem had opgedragen.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen