×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Gregorius (geboren Theodorus) de Wonderdoener (ook van Neocesarea of Thaumaturgus), Pontus, Klein-Azië (= nagenoeg het huidige Turkije); bisschop; † ca 270.
Feest 17 november.
Hij werd geboren in de stad Neo-Cesarea (het huidige Niksar) in de toenmalige provincie Pontus (Noord-Turkije) als Theodorus, zoon van heidense ouders. Op zijn veertiende stierf zijn vader. Niet lang daarna bekeerde hij zich tot het christendom, tezamen met zijn broer Athenodorus († ca 275; feest 18 oktober). Om verder onderricht te worden in de Christelijke leer togen ze begin jaren dertig naar de grote kerkvader Origenes († ca 254) die een school leidde in Cesarea ten noordwesten van Jeruzalem. Vijf jaar bleven ze bij hem. Dat horen we in de Kerkgeschiedenis van Eusebius van zo’n honderd jaar later (Boek VI, hoofdstuk 30). Origenes onderrichtte hun niet alleen in de kennis van de Bijbel, maar ook in het vakgebied van de bestaande filosofie en literatuur.
Origenes’ onderricht
Gregorius doet er verslag van hoe hun leermeester te werk ging. Uitgangspunt was de vraag naar de waarheid, eigenlijk de vraag naar God. Vervolgens werd alles verzameld wat de filosofie en de literatuur daarover te zeggen had. Om tenslotte tot de conclusie te komen, dat al dat menselijk denk- en aanvoelingsvermogen niet in staat was het geheim van het bestaan te doorgronden. Dus kon men maar het beste naar God zelf luisteren, en horen wat Hij over zichzelf via de Heilige Schrift had geopenbaard.
In 235 braken er onder keizer Maximinus christenvervolgingen uit. Origenes dook onder. Daarop weken de beide broers voor enkele jaren uit naar Alexandrië in Egypte. Toch sloten ze hun studie af in Cesarea, waar Origenes was teruggekeerd en de draad weer had opgepakt. Het moet in deze tijd geweest dat Gregorius zich liet dopen. Intussen was er een hechte vriendschap gegroeid tussen meester en leerling. Dat mag blijken uit wat er van de briefwisseling tussen de twee nog rest en vooral uit een lofrede die Gregorius op Origenes geschreven heeft.
Bisschop
Teruggekeerd in zijn vaderstad werd Gregorius al heel snel tot bisschop gekozen. Sint Gregorius van Nyssa († ca 395; feest 9 maart) zegt dat er bij zijn aantreden slechts zeventien christenen te vinden waren in zijn stad. Bij zijn dood zouden er nog slechts zeventien heidenen geweest zijn… Dat was te danken aan zijn ijver. Zo bekeerde hij de jonge Macrina tot Christus. Zij zou de grootmoeder worden van vier heilige kleinkinderen: Basilius de Grote († 379; feest 2 januari), Gregorius van Nyssa, Petrus van Sebaste († ca 391; feest 9 januari) en Macrina de Jongere († 379; feest 19 juni).
Naar men zegt beschikte Gregorius ook over de genade om wonderen te verrichten. Zo wist hij meerdere zieken te genezen. Vandaar dat hij de geschiedenis is ingegaan met eretitel ‘Wonderdoener’ (of op z’n Grieks: ‘Thaumaturgus’). Indrukwekkend is het verhaal dat de streek waar hij bisschop was, door de pest werd getroffen. Dat moet na 253 geweest zijn. Hij ging zijn gelovigen voor in verregaande daden van naastenliefde en stond de getroffenen terzijde zonder acht te slaan op besmettingsgevaar. Velen volgden zijn voorbeeld. Naar verluidt zijn er velen slachtoffer geworden van hun heldhaftige naastenliefde.
Herhaaldelijk trad de plaatselijke rivier, de Lycus (nu: Kelkit), buiten zijn oevers. De boeren deden hun beklag bij hem en vroegen om zijn voorspraak. Hij legde zijn staf over de rivier alsof het een loopplank was. Nooit is het water meer hoger gekomen dan die staf. Ook zou hij krachtens zijn gebed een berg hebben verplaatst die de bouw van een nieuwe kerk in de weg stond…
Hij speelt ook een belangrijke rol in de bisschopsverkiezing van Alexander Kolenbrander († ca 270; feest 12 augustus). Toen de bisschop van Comana gestorven was, kwam onder leiding van Sint Gregorius van Neo-Cesarea, bijgenaamd 'de Wonderdoener' de bisschoppenvergadering uit de omtrek bijeen om een opvolger te zoeken. Aan de bijeengekomen gelovigen - geestelijken zowel als leken - werd gevraagd of er in hun midden mogelijk een geschikte kandidaat was.
Zwijgen.
"Je moet daarbij niet op het uiterlijk letten, het gaat om de ziel," moedigde Gregorius zijn gehoor aan.
"Als we niet op het uiterlijk hoeven te letten, moeten we Alexander de Kolenbrander maar kiezen," merkte iemand geestig op. Gregorius was van het type die geloofde dat een dergelijke naam niet bij toeval viel; hij bespeurde Gods wondere leiding. Hij liet Alexander voor zich verschijnen. Deze zag er inderdaad niet uit; zwart van roet en zweet, en gehuld in barrels werd hij naar voren gebracht. Dat was lachen: zo had nog nooit een bisschopskandidaat eruit gezien! Maar Gregorius nam hem terzijde en vroeg hem vriendelijk iets meer over zichzelf te vertellen. Alexander bekende dat hij een Grieks filosoof was. Toen hij het evangelie had ontdekt, had hij alle wereldse wijsheid eraan gegeven, en was een verborgen leven gaan leiden, hier, als kolenbrander, om God, die in het verborgene ziet, te dienen.
Daarop liet Gregorius hem een bad nemen en schone kleren aantrekken. Toen plaatste hij hem voor de vergadering en ondervroeg hem over alle punten van geloof en zeden. De voltallige vergadering was vol verbazing over zijn wijsheid en zijn antwoorden. Was dit werkelijk die kolenbrander van daarstraks? Met algemene stemmen werd hij tot bisschop gekozen. Hij heeft zijn mensen nooit teleurgesteld.
Verering & Cultuur
Gregorius moet in 270 gestorven zijn. Volgens de traditie die in de oosterse kerken in ere wordt gehouden, zou hij zijn opgevolgd door zijn broer Athenodorus († 275; 18 oktober).
Patronaten
Gregorius’ voorspraak wordt ingeroepen bij hopeloze situaties, tegen aardbevingen en overstromingen.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen