×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Info afb. |
Maximinus (ook Mesmin) van Micy, Frankrijk; abt; † 520.
Feest 15 & 17 december.
Maximinus was afkomstig uit Verdun en zou met zijn oom en stadgenoot Sint Euspicius († ca 510; feest 20 juli) medestichter worden van abdij Micy, gelegen in de omgeving van Orléans. Hij werd er eerste abt. Het terrein was hem in 508 geschonken door koning Clovis († 511; feest 27 november). Hoe kwam de koning daartoe? Toen hij vanuit het zuiden terugkeerde van een veldtocht, hoorde hij dat de stad Verdun in opstand was gekomen. Hij zwoer dat hij de rebellie in bloed zou smoren. Hij koos zich een aantal geduchte vechtersbazen uit en marcheerde linea recta op de stad af. Toen de inwoners dat hoorden, werden ze bang. In hun ogen bestond er maar één mogelijkheid om de koning te kalmeren: ze moesten als woordvoerder een heilige op hem af sturen. Dus kozen ze degene die daar in hun ogen het meest voor in aanmerking kwam: Euspicius, een geestelijke uit de kringen van de bisschop. Die ging onvervaard voor de wreker staan, wierp zich voor zijn voeten op de grond en smeekte om genade voor de stad. Clovis was aangedaan en onder de indruk; hij gaf hem zijn woord, hielp hem opstaan en sprak met hem over geloofszaken. De inwoners van Verdun zagen tot hun verbazing hoe de wraakbeluste koning hand in hand met hun afgezant de stad binnenkwam. Allen gingen naar de kathedraal om God dank te zeggen. Maar de koning wilde een veel grotere beloning voor deze heilige. Hij bood hem de bisschopszetel van de stad aan; de vorige, Sint Firminus († 6e eeuw; feest 5 december), was juist overleden. Euspicius wilde er niets van weten. Maar hij fluisterde de vorst wel de naam van een andere geschikte kandidaat in het oor: die van zijn neef Vannes († ca 525; feest 9 november), een monnik uit de naaste omgeving van de stad. Bij koninklijk bevel werd Vannes uit zijn kluizenarij gehaald, gewijd en ingehuldigd.
Maar Clovis weet van geen ophouden. Als Euspicius zich niet goed genoeg acht voor bisschop, kan hij wel mooi abt worden. De koning beveelt hem mee te komen, tezamen met zijn neef Maximinus. Uit zijn koninklijke bezittingen zoekt hij het allergrootste domein uit zodat er sprake zal zijn van een royale donatie in de letterlijke zin van het woord. Hij vindt wat hij zoekt ten zuiden van Orléans: een enorm uitgestrekt gebied tussen de Loire en de Loiret. Het heet daar Micium, kortweg Micy. De stichtingsbrief waarin Clovis zijn schenking doet aan Euspicius, bestaat nog. Zij heeft allure, en zij toont aan dat Clovis werkelijk religieuze gevoelens koesterde: “Clovis, koning van Frankrijk, gerenommeerd oorlogvoerder aan u, eerbiedwaardige grijsaard Euspicius, aan uw broeder Maximinus en al diegenen die u zullen opvolgen in uw heilige roeping.
In het verlangen om door uw gebeden van de goddelijke barmhartigheid heil te verkrijgen voor onszelf, voor onze veelgeliefde echtgenote en onze kinderen, staan wij u ons domein van Micy af en alles wat aan de kroon behoort tussen de twee rivieren daar. Wij willen dit alles hoogst persoonlijk aan u schenken zodat u erover kunt beschikken zonder enige belasting of andere verplichting, noch aan deze kant noch aan de overkant van de Loire en de Loiret, inclusief het eikenbos, het hakhout en de molen.
En u, eerbiedwaardige Eusebius, katholieke bisschop van Orléans: houd de ouderdom van Euspicius in ere, sta Maximinus bij in alles wat hij nodig heeft, en zorg ervoor dat deze gasten en hun eigendom in uw bisdom nooit last zullen hebben van enige ongerechtigheid of schandalige behandeling. Want het is niet verstandig schade toe te brengen aan mensen die beschermd worden door de hoogachting van de koning en de koningin. En ook u, alle andere bisschoppen uit de omgeving, wordt geacht zo te handelen.
En u, Euspicius en Maximinus, hoeft zich geen vreemden te voelen temidden van de Franken. U kunt altijd deze bezittingen als uw vaderland beschouwen; wij hebben ze geschonken in naam van de heilige, ondeelbare, aan elkaar gelijke Drie-Eenheid.
Moge het zijn zoals ik, Clovis, het gewild heb.”
[Gb3.1987pp-27-28]
Volgens het toenmalig volksgeloof huisde in een naburige grot een afschuwelijke draak. Niemand durfde daar in de buurt te komen. Het was Maximinus die het ondier onschadelijk wist te maken door middel van zijn gebeden. In de tijd daarna trok hij zich graag terug in die grot om er in alle rust te mediteren. Tegenwoordig is die grot nog steeds te bezichtigen; ze ligt onder de huidige St-Mesminkapel.
Sint Leonardus († ca 559; feest 6 november) die zich bij Maximinus’ dood zou terugtrekken in de kluizenarij van Noblat, behoorde tot zijn monniken. Dat geldt eveneens voor de latere heiligen Calais († ca 536; feest 1 juli), Liebhard († 550; feest 3 juni) en Avitus († ca 530; feest 17 juni).
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen