× 
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

           
welkom menu contact zoeken
HeiligenkalenderHeiligen op naamPatroonheiligenHedendaagse namenMeer...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van de hagiografieën, overleed 30 oktober 2022
†   Johannes schrijft: 'Blijf in Mij'

Blijf in Mij, zoals Ik in de Vader verblijf
voor 'Christelijk Leven' 2005 (niet geplaatst)

"Blijf in Mij, zoals Ik in de Vader verblijf". Johannes legde een ogenblik zijn pen neer. Hoe lang was het alweer geleden dat Jezus die woorden had uitgesproken, tijdens het Laatste Avondmaal temidden van zijn leerlingen? Wat was er sindsdien niet allemaal gebeurd? Geen van de leerlingen die er toen bij waren, was nog in leven. Behalve hijzelf, Johannes. Hij was een oud man geworden: hoog tijd om zijn visie op Jezus aan het papier toe te vertrouwen.

Matteus, Markus en Lukas hadden dat al eerder gedaan. Hij had hun boeken hier bij de hand. Met weemoed herlas hij de fragmenten waarin hijzelf een rol speelde: hoe de toen nog volslagen onbekende Jezus langs het meer was gelopen, waar hij - met zijn broer - maar een gewone visser was, in dienst van zijn vader: "Volg Mij. Ik ga vissers van mensen van je maken." Die onweerstaanbare uitnodiging, oproep. Sindsdien had Jezus zijn leven bepaald.

Hij had met Hem meegemaakt hoe gebroken mensen weer werden opgericht; hoe Jezus' woorden mensen nieuwe geestkracht gaven; hoe Jezus' ware gedaante een ogenblik door de buitenkant heen was gebroken op de berg; hoe Jezus in de Hof in doodsangst had gebeden, en daar vervolgens uit was opgestaan en soeverein zijn martelgang en dood op zich had genomen; en dat, omdat Hij God zijn Vader niet wilde verloochenen en de Hem toevertrouwde mensen niet wilde verraden. En dan dat moment dat Jezus vanaf het kruis zijn moeder aan zijn zorgen had toevertrouwd... Terwijl hij toch de leerling was geweest die zijn eigen moeder op Jezus af had gestuurd om een eervolle plaats naast Hem op te eisen. En hij was ook de leerling geweest die door Jezus streng terecht gewezen was, toen hij, Johannes, had voorgesteld vuur uit de hemel te bidden om ongastvrije naarlingen van de aardbodem te verdelgen. 'Dondersteen', zo had hij bij zijn mede-leerlingen bekend gestaan. Adembenemend was het moment dat hij met Petrus naar het lege graf was gaan kijken. Niets te zien. Leeg. Op dat moment had hij beseft dat het voortaan in het leven niet zou gaan om wat er te zien viel - niemand had immers ooit God gezien! - maar om de levenshouding van 'geloven'.

"Bemint elkaar. Dat is mijn gebod", had Jezus gezegd. Liefde: dat was Jezus' Geest, zijn leven, zijn inhoud. Johannes had er een leven voor nodig gehad om de oude onbesuisde mens af te leggen en de nieuwe mens te worden die in een van zijn brieven durfde schrijven: "God is Liefde!" Hij overzag zijn evangelie: met hoeveel beelden had hij intussen dat geheim in Jezus' persoon aangeduid: Jezus als wijn op de bruiloft van God en zijn mensen in het tweede hoofdstuk, Jezus als vernieuwing en voltooiing van Gods verbond met zijn volk in het derde, Jezus als levend water in het vierde, als genezend water in het vijfde, als brood uit de hemel in het zesde, als water uit de tempel in het zevende en achtste, als het ware licht in de ogen van de mensen in het negende, als goede herder in het tiende en als het leven zelf in het elfde! In het openingsgedicht had hij Jezus gepresenteerd als Gods Woord, Gods Daad in eigen persoon. Deze mens was van God uitgegaan, verbleef nog altijd in God, ook al wandelde Hij temidden van ons rond op aarde, ook al was Hij gestorven. Dat was zijn geheim: "Verblijf in Mij, zoals Ik in de Vader verblijf."

In feite was dat Jezus' antwoord op de vraag van de twee leerlingen die Hem destijds als eersten gevolgd waren. Ze waren door Johannes de Doper op zijn spoor gezet. Hij had zich omgedraaid en gevraagd: "Wat verlang je?" "Meester, waar houdt u verblijf?", hadden zij gevraagd. En Jezus had geantwoord: "Kom mee om het te zien." Waarschijnlijk zouden de lezers zich hierbij voorstellen hoe die twee leerlingen door Jezus in zijn huisje werden ontvangen, zich daarbij even niet realiserend dat Johannes de Doper preekte aan de Jordaan en Jezus' huisje in Kafarnaüm stond, ruim honderd kilometer verderop. Nee, wie tussen de regels wist door te lezen, zou ontdekken dat je dit verhaal ook op een diepzinniger niveau kon lezen.

"Waar houdt u verblijf?" "Kom mee om het te zien!" En dan zouden zij meegenomen worden door de verhalen die geschreven stonden: naar de bruiloft te Kana, het gesprek met Nicodemus en met de Samaritaanse vrouw, naar de genezing van de lamme en het broodwonder, naar Jezus' toespraken in de tempel, de genezing van de blinde, de goede herder en Lazarus' opwekking uit de dood... En aan het eind daarvan zouden de leerlingen beseffen waar deze Jezus eigenlijk verblijf hield: niet in een of ander huisje of logeeradres, maar bij God, zijn Vader! Dat was het werkelijke antwoord op die vraag van de twee leerlingen aan het begin. En net als die twee zouden de lezers van Johannes' evangelie uitroepen: "Wij hebben de Messias gevonden!"

Met een glimlach herlas Johannes de laatste woorden die hij had opgeschreven: "Verblijf in Mij, zoals Ik in de Vader verblijf." Hij nam zijn pen weer op om verder te schrijven.

Vragen voor reflectie

1 In het artikel somt de schrijver een aantal momenten op waar Johannes terugdenkt aan gebeurtenissen met Jezus. Als jij het artikel had mogen schrijven, zou jij dan dezelfde momenten hebben teruggehaald? Of andere?

Met andere woorden: wat zijn voor jou de indrukwekkendste momenten uit Jezus' leven? Weet je ook waarom?

2 Zou je zoiets ook kunnen doen met je eigen leven? Zijn er momenten of gebeurtenissen die voor jou diepe zin en betekenis hadden, misschien wel om zo te zeggen - Godsmomenten, verlengstukken van het evangelie? Of juist het tegendeel?

3 Toen de eerste twee leerlingen achter Jezus aan gingen, draaide Hij zich om en vroeg: "Wat verlang je?" Stel je voor dat Jezus zich op dit moment naar mij omdraait en vraagt: "Wat verlang je?" Wat zou ik antwoorden?


© A. van den Akker s.j.

VoorwoordHoe wordt men heilige?
© AuteursrechtWoordenboek
LeeswijzerGastenboek
Bronnen