×
Klik in dit venster
op: http://beeldmeditaties.nl
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
Ooit kwam de panter voor in Azië en Noord-Afrika. Het dier sprak tot de verbeelding door zijn opvallende huid, zijn snelheid, strijdlust en jagersinstinct. Goden gebruikten de panter als rijdier; sommige helden uit de klassieke oudheid gingen gekleed in pantervellen, zoals Orfeus en Jason.
Er bestaat een vroeg-christelijk geschrift, de Physiologus, waarin de biologische en mythologische eigenaardigheden worden beschreven. Van de panter wordt gezegd dat hij zich te goed doet aan wijn en andere lekkere spijzen, en daarna drie dagen slaapt. Als hij na drie dagen ontwaakt, gaat er van zijn mond een onweerstaanbare zoete geur uit. Zo kon de panter enerzijds symbool worden van genot, anderzijds van Christus, die immers drie dagen rustte in het garf, alvorens hij opstond uit de dood.
In de Chinese cultuur was de panter enerzijds gevaarlijk, anderzijds - als vrouwen eigenschappen hadden die aan een panter deden denken - wellustig.
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen